Recensie: Dit is een gedicht

17 september 2015 , door Lyanne van den Berg
| | | |

'Over het schrijven van poëzie bestaat tegenwoordig nog steeds het misverstand dat gedichten je op een goed moment komen aanwaaien. […] Onzin. Je moet gewoon beginnen,' schrijft Ellen Deckwitz in Zo word je een geweldige dichter. De inspiratie voor een gedicht moet verzameld, bij elkaar gelogen, gestolen en simpelweg op papier gedwongen worden, zegt ze, en daarna natuurlijk getest. Toch is dit boek vooral interessant voor de beginnende schrijver die nog niet veel over schrijven heeft gelezen. Voor diegene geeft het aanknopingspunten in de vorm van een leeslijst en herhaalbare oefeningen

Over de dichter en het dichten

De titel Zo word je een geweldige dichter is natuurlijk interessant, alsof het meer over de dichter dan over de gedichten gaat. Omdat het boek over de dichter gaat, hoeft Deckwitz niet alle stijlkenmerken en poëtische vormen uit te leggen. Ze geeft in haar inleiding aan dat haar boek niet bedoeld is voor wie daarnaar op zoek is en geeft leestips over boeken die wel over stijlfiguren gaan. In een kort hoofdstukje geeft ze een overzicht van veel gebruikt poëziejargon zoals: regel, strofe, enjambement, metafoor en metrum, en veel gebruikte dichtvormen zoals het sonnet en de haiku.

Ze geeft niet alleen leestips, ze legt ook uit hoe je kunt beginnen met het lezen van poëzie:

'Wat ik beginnende lezers aanraad, is om een bloemlezing te kopen. Lees elke dag tien gedichten. Markeer met een potlood in het boek welke gedichten je mooi vond. Of welke je slecht vond, of te vaag. Streep, lees, waardeer. Als er een dichter is van wie meerdere gedichten je bevallen, koop er dan een bundel van. Niet alleen ontwikkel je zo je smaak, ook kan het je op ideeën brengen.'

Het gaat in dit boek dus over de dichter, wat terug te zien is in de praktische schrijftips, maar ook in de uitleg over wat voor instelling je moet hebben. Soms geeft Deckwitz ronduit moederlijke adviezen: 'als je chronisch ontevreden bent over wat je schrijft, [kun je] beter een tijdje niet schrijven. Dan haal je de druk eraf.' En: 'Verliezen kan vaak heel demotiverend zijn, maar probeer vol te houden!'

Natuurlijk is daar al een hoop over geschreven. Op de boekenlijst achterin het boek zet ze tussen haar secundaire literatuur grote boeken over schrijven zoals Writing Down the Bones van Natalie Goldberg.

In de oefeningen die ze geeft om aan het schrijven te komen is ze niet erg vernieuwend, wat ze zelf gelukkig ook aangeeft door andere schrijfboeken aan te halen. Het vrij schrijven onder tijdsdruk en het zo slecht mogelijk schrijven, beide oefeningen om simpelweg op ideeën te komen, zijn in vergelijkbare vorm in een hoop andere schrijfboeken te vinden. Persoonlijk vind ik het boek Writing with Power van Peter Elbow erg prettig.

De mogelijkheden van redactie

Interessant wordt het wanneer ze de totstandkoming van een eigen gedicht laat zien en wanneer ze specifiek op de Nederlandse literatuur ingaat. Zo stuurt ze een onaf gedicht naar drie verschillende dichters die er elk hun eigen geredigeerde versie van mogen maken.

'knielend in de zon vormen
sawa's van zweet zich in de kuilen
van mijn sleutelbeenderen

knielend om honger
te voorkomen
en de zon
die een onoverkomelijke
perzik wordt.'

Het gedicht wordt door dichter A in een ander ritme gezet en bovendien wordt de tijd verandert. Dichter B legt de nadruk op eindrijm in de woorden zweet-sleutelbeen en worden-honger. Dichter C maakte er dit van:

'In het kamp knielden we dagelijks voor de zon,
in de zon. Onze sleutelbeenderen liepen vol
met zweet, werden sawa's maar de rijst bleef
achterwege. Langzaam rijpte het hemellichaam
tot een perzik die aan alle honger een einde maakte.'

De drie totaal verschillende versies die ontstonden, laten zien hoeveel mogelijkheden een onaf gedicht in zich heeft en hoe belangrijk het is om daarin keuzes te maken. Er is niet zoiets als de beste versie van een gedicht. Uiteindelijk gaat het om het experimenteren en dan vervolgens durven te zeggen: Dit is een gedicht.

Mooi begin

Ook geeft ze een klein overzicht van de Nederlandse poëzietijdschriften en podia waar je je gedichten heen kunt sturen. Daar onderscheidt ze zich natuurlijk van de internationale schrijfboeken en laat ze zien hoe je in Nederland een dichter kunt zijn, niet alleen iemand die gedichten schrijft. Ze geeft praktische tips over de verschillende redacties en de verwachtingen die zij hebben.

Deckwitz geeft ook nadere nuttige tips, bijvoorbeeld over het zoeken naar feedback van onbevooroordeelde mensen, niet 'je moeder of je partner of je beste homovriend':

'Wat beter werkt is mensen om je heen proberen te verzamelen die ook schrijven. Je komt ze tegen bij dichtersavonden, open podia, schrijfcursussen en online.'

Dit boek kan een mooi begin zijn. Het bevat alle aanknopingspunten om verder te lezen, te leren en te schrijven. De bron van inspiratie ontdekken is natuurlijk een zware taak, maar gelukkig schrijft Deckwitz vlot en met een knipoog hier en daar. 'Betekent dit nu dat je een auto en een gezin moet huren om op een goed idee te komen?' schrijft ze naar aanleiding van een anekdote over Gabriel García Márquez. Jammer genoeg zijn de tekstvakken met opdrachten en leestips onhandig geplaatst, soms wordt hiervoor een lopende zin voor twee pagina's onderbroken, maar daar is doorheen te kijken.

Bovenal is dit boek geschreven door iemand die het dichten en de poëzie liefheeft en deze liefde graag wil delen. Voor wie zich al verder in het schrijven heeft verdiept, biedt dit boek niet zoveel nieuws. Maar misschien hebben die mensen hun kans om een geweldige dichter te worden gemist.

Lyanne van den Berg volgt de opleiding Creative Writing aan Artez, en is stagiaire bij Athenaeum.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum