Recensie: Een dichter met vele gedaanten

25 november 2015 , door Bouke Vlierhuis
| | | |

Ingmar Heytze is een van de populairste Nederlandse dichters. De man die ophield te bestaan is zijn elfde reguliere bundel. Zijn oeuvre begint dus indrukwekkende vormen aan te nemen. Dat zijn vorige dichtbundel (Ademhalen onder de maan uit 2012) al weer even geleden is zal komen omdat hij ondertussen aan het autobiografische boek Reisoefeningen werkte, dat in 2013 uitkwam. Over autobiografisch gesproken: De man die ophield te bestaan is het verhaal van het vader worden van Heytze, gevat in eenenveertig - volgens het achterplat in 'vele doorwaakte nachten' geschreven - gedichten. Door bouke vlierhuis.

Overdreven

De bundel begint met 'Eerste echo', waarin de dichter het te kwaad krijgt na het zien van zijn kind op het echoscherm:

EERSTE ECHO

Iemand wijst je op een hart. Het is een peperkorrel klein.
Het trommelt als bezeten in het zwart. Er klapt een deur

achter je dicht, je staat te hijgen in de duisternis. Ruis,
geborrel, geen applaus, alleen dat hart dat bonkt als baken

en je gaat er door een lange gang op af, je handen strijken
langs de wanden, een poort zwaait open en je zit aan tafel

tussen wie je voorgingen, spiegels in de spiegel, vreemd
vertrouwde trekken, elk gezicht. Niemand weet wat er

aan deze dis wordt doorgegeven, hoe het werkt, bestaan,
of je het zelf gekozen had. Iemand wijst je op een hart.

 

Ik vind het eerlijk gezegd allemaal wat overdreven. Het idee dat je als je vader wordt als man ophoudt te bestaan, lijkt me vooral gebaseerd op het idee dat je op dat moment je vrijheid, je ongebondenheid inlevert. De meeste kinderloze mannen gebruiken die vrijheid echter vooral om eindeloos in de kroeg te hangen en zich als een puber te gedragen. Dat beeld wordt versterkt doordat het tweede gedicht ('Korte samenvatting van het voorafgaande') een opsomming is van seksmomenten. Het eindigt met:

Met herinnering of zonder. Angstig.
Triomfantelijk. Beschonken.

Vruchtwaterpoëzie

Ja, de dagen van onbekommerde seks zijn voorbij. Maar is het daar niet sowieso een beetje tijd voor als je ruim over de veertig bent? En wat moet je kind er later van denken dat je je kersverse vaderschap hebt omschreven als een 'lawine' waaronder je bent bedolven?

'Vruchtwaterpoëzie' worden de gedichten van net moeder geworden dichteressen wel eens spottend genoemd. Dat daarvan ook een mannelijk variant bestaat laat Heytze hier zien, en het kostte me even moeite om door het melodrama heen de grootheid van Heytze weer te zien. De man die ophield te bestaan is op zijn best als het onderwerp meer op de achtergrond aanwezig is, zoals in het aan K. Schippers opgedragen 'Wisselgeld', dat een welbekende verhuiservaring beschrijft:

Zoals in de buitenste vuilniszak
van een verse rol altijd eerst de verpakking
van die rol gaat - scheuren, uitslaan, frommelen,

klep dicht, klaar - zo vind je bij elke verhuizing
weer hetzelfde blik met sleutels. Je hebt geen flauw idee of ze nog passen, op welk slot.

Hoe herkenbaar. Doelloos dwaal je door je oude huis, maar geen van de sleutels past ergens op. Weggooien? Waarom is dat met sleutels toch zo moeilijk?

[...] Ergens, denk je,
staat een huis waarin je thuiskomt. Alles past.

Kijk, dat is de Heytze waarvoor ik regelmatig de bloemlezing Alle goeds tevoorschijn haal. De beelden zijn tastbaar en herkenbaar, maar nergens cliché. De taal, de klank en het ritme zijn onberispelijk en het is grappig bovendien.

Vakmanschap

Zo zijn er gelukkig ook heel veel gedichten in deze dus wat wisselende bundel. Vooral ook de gedichten waarin Heytze andere dichters imiteert - en waarin hij dus even wat minder met zichzelf bezig is - zijn goed. Er zijn onder andere pastiches van Jan Heller Levi, Bob Hicok en Hugo Williams. Heytze laat zich daarin zien als een meester van de vorm en als een dichter met vele gedaanten.

De gedichten in De man die ophield te bestaan vormen een thematische eenheid. Ik vind dat belangrijk. Het is ook logisch dat de angsten en onzekerheden, het slaapgebrek en de ingrijpende veranderingen die het vader worden met zich mee brengt een plaats krijgen in de poëzie. Aan de andere kant zie ik de man en zijn beslommeringen liever wat minder direct terugkomen in gedichten. Ik houd ervan als een dichter het vakmanschap van de vorm combineert met een wat afstandelijker, analytischer en meer relativerend perspectief.

Het is bij mij, kortom, niet gauw goed. Echter, het vakmanschap van Heytze staat buiten kijf en De man die ophield te bestaan bevat zeker een paar kandidaten voor de volgende bloemlezing.

Bouke Vlierhuis schrijver, dichter, columnist en recensent.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum