Recensie: Een dynastie van archetypische alleenheersers

07 oktober 2015 , door Roel Salemink

Tom Holland, door velen geliefd vanwege zijn eruditie en enthousiasme maar ook bekritiseerd om zijn soms lichtzinnige omgang met de 'feiten', schreef Dynasty: The Rise and Fall of the House of Caesar over de heerschappij van de Julisch-Claudische keizers (37 v.Chr-68 n.Chr.): Augustus, Tiberius, Caligula, Claudius en Nero. Het boek is de opvolger van Rubicon: The Triumph and Tragedy of the Roman Republic en analyseert hoe autocratische macht zich succesvol manifesteerde na de val van de Romeinse Republiek.

Monsters, despoten en tirannen. Of toch niet?

De persoonlijke levens van de Romeinse keizers waren nauw verbonden met die van hun onderdanen. In Romeinse ogen was privacy onbekend en dus werd het doen en laten van de heerser nauwlettend in de gaten gehouden. Wat wij hiervan weten is onvermijdelijk verbonden met de anekdotes die schrijvers als Suetonius en Tacitus hierover opschreven:

'Their lurid glamour has resulted in them becoming the very archetypes of feuding and murderous dynasts […]: Tiberius, grim, paranoid, and with a taste of having his testicles licked by young boys in swimming pools; Caligula, lamenting that the Roman people did not have a single neck, so that he might cut it through; Agrippina, the mother of Nero, scheming to bring to power the son who would end up having her murdered; Nero himself, kicking his pregnant wife to death, marrying a eunuch, and raising a pleasure palace over the fire-gutted centre of Rome.'

Veel verhalen lijken het resultaat van sensatiebeluste roddelaars, maar over het waarheidsgehalte kan weinig worden gezegd: het betreft wat we in navolging van Donald Rumsfeld known unknowns kunnen noemen, we weten dat we heel veel niet weten en ook nooit zullen weten. Waar of niet waar, de verhalen vervullen volgens Holland een belangrijke rol. Ze zijn de weerslag van hoe de Romeinen tegen hun heersers aankeken en hoe er in de volksmond over hen gesproken werd:

'They adored gossip far too much. The anecdotes told of the imperial dynasty, holding up as they do a mirror to the deepest prejudices and terrors of those who swapped them, transport us to the heart of the Roman psyche.'

Door tussen de regels door te lezen valt er zeker een geloofwaardige reconstructie te maken van het vroege keizerschap en laat Holland nou een meester zijn in het creëren en schrijven van een dergelijk verhaal.

De val van de republiek

Dat het in Rome zo verafschuwde koningschap na eeuwen van afwezigheid weer acceptabel kon worden had alles te maken met de turbulente tijd die het einde van Republiek inluidde. Er kwam steeds meer macht te liggen bij individuele personen en dat mondde, naast een verwoestende burgeroorlog, uit in het dictatorschap van Caesar: hij kreeg onbeperkte en ongelimiteerde macht om de Republiek te redden van de ondergang. Maar het middel was erger dan de kwaal en de maatregel riep grote weerstand op bij veel senatoren.

De moord op Caesar in het Senaatsgebouw toont dat men nog geloofde in een echt herstel van de Republiek, maar in werkelijkheid gaf het aanleiding tot nog meer burgeroorlogen die pas eindigden toen de latere keizer Augustus, de geadopteerde zoon van Julius Caesar, zijn voormalige bondgenoot Marcus Antonius versloeg. Augustus, die het bij zijn opmars niet naliet vuile handen te maken en vijanden zonder genade over de kling joeg door middel van dodenlijsten, veranderde zijn aanpak. Hij werd een vredelievende vorst. Terughoudendheid bij het accepteren van titels of functies was een manier om te laten zien dat hij welwillend was de Senaat zijn werk te laten doen. Hij was dan ook Princeps Senatus, hij had een leidende rol binnen de Senaat in tijden van crisis, en stond daarmee in theorie niet boven de senatoren. Tegelijkertijd fungeerde dit ook als een façade, want natuurlijk lag alle macht bij hem en bij hem alleen. Het keizerschap was innovatief, maar ook gegrond in tradities. Dit veranderde in de loop van de tijd.

Keizers

Augustus hield tijdens zijn keizerschap de Senaat, het volk en het leger tevreden, maar er bleef altijd de strijd om zijn positie als keizer te legitimeren. Het vinden van een geschikte opvolger bleek voor hem een lastige kwestie, omdat alle uitverkorenen voortijdig stierven. Uiteindelijk stelde hij de succesvolle generaal Tiberius aan om hem op te volgen en om de nog te jonge publiekslieveling Germanicus klaar te stomen om hem op te volgen. Tiberius bleek geen man van het volk en was daarom weinig populair, niet alleen omdat Germanicus tijdens zijn bewind voortijdig stierf maar ook omdat hij zich terugtrok op Capri en het actieve bestuur overliet aan zijn adjudant Sejanus, die een bloedig bewind voerde. Waar keizers als Augustus en Tiberius nog probeerden om hun macht te verbloemen en daarmee de senatoriale elite niet te veel op de tenen te trappen, daar maakten Caligula en later Nero ten volste gebruik van de hun gegeven macht. Ze schaamden zich er ook niet voor de Senaat buiten spel te zetten: 'The power of the emperor was total - and Caligula no longer saw any point in disguising it.' In deze context past bijvoorbeeld het verhaal dat Caligula aankondigde dat hij zijn paard tot consul wilde bevorderen, niet zozeer als een aanwijzing voor zijn vermeende krankzinnigheid maar omdat het laat zien dat hij de Senaat minachtte. In sommige gevallen kunnen op het eerste oog belachelijke gebeurtenissen op een (enigszins) rationele manier worden uitgelegd. Na zijn gewelddadige dood werd zijn oom Claudius, die eigenlijk bekend stond niet geschikt te zijn voor welke functie dan ook, op het schild gehesen. Hij bleek een goed bestuurder te zijn, maar werd dwarsgezeten door zijn twee ambitieuze vrouwen Messalina en Aggripina, de moeder van Nero.

Nero wordt door Holland enigszins bewonderend besproken omdat hij als geen ander inzag dat het keizerschap betekende dat er een rol gespeeld moest worden: hij zag Rome en de wereld als een toneel en bespeelde zijn publiek door voor brood en spelen te zorgen en in die spelen ook zelf op te treden als zanger, muzikant en wagenmenner. Hij was daarom geliefd en voelde verder weinig noodzaak zijn keizerschap te legitimeren door bijvoorbeeld militaire overwinningen. 'Nero understood that image, to a people far removed from the rigours of army life, was infinitely more vivid than garbled rumours of distant battles,' schrijft Holland. Ondanks zijn populariteit bij het volk had hij veel vijanden onder de senatoren en het duurde dan ook niet lang voordat er complotten tegen hem werden gesmeed.

Privélevens

Holland vertelt het verhaal van de opeenvolgende keizers in chronologische volgorde en gaat uitgebreid in op de invloed van vrouwen (Livia, Messalina, Agrippina), vertrouwelingen (Agrippa, Sejanus, Seneca) en de rol van vrijgelatenen (onder Claudius en Nero). Bij de aankondiging van het boek leek het alsof hij in navolging van Suetonius vooral de schandaalkroniek van de eerste keizers had geschreven, maar in werkelijkheid is het boek zeer genuanceerd. Bloedige anekdotes zijn er genoeg, maar alleen waar ze de karakterschetsen recht doen. Soms noemt Holland een verhaal omdat het zo bekend is, bijvoorbeeld over de seksuele escapades van Tiberius op Capri, maar geeft daarbij duidelijk aan dat het bestaan ervan vooral iets zegt over hoe het Romeinse volk en de Romeinse senatoren naar hun keizer keken. Het persoonlijke leven van de keizers werd vooral in Rome zelf gevolgd en bekritiseerd. Interessant in deze context is dat een in Rome verguisde keizer als Tiberius door mensen in de provinciën werd gezien als een goed bestuurder onder wiens gezag er vrede, welvaart en voorspoed was.

De kracht van dit boek zit in de genuanceerde navertelling van de bronnen, die tegen een kritisch licht worden gehouden, en de heldere uiteenzetting over het vroegste Romeinse keizerschap en de mannen die deze rol vervulden. Holland verweeft naadloos relevante aspecten uit de Romeinse samenleving in zijn verhandeling over de keizers- zoals over veroveringsdrang in Germania en Britannia, slavernij en religieuze praktijken - en wordt nergens langdradig. Zijn uitleg over politieke functies bijvoorbeeld wordt binnen een context in het verhaal geplaatst en geeft precies de informatie die nodig is om deze complexe materie te begrijpen. Uiteraard betekent dit wel dat er alsnog veel zaken onbesproken blijven, maar dit is zelden storend. Holland wil, door het verhaal van de eerste keizers te vertellen, een geloofwaardige reconstructie te maken van de vroegste keizerlijke dynastie. Hij is daar wat mij betreft met dit uitermate plezierige en erudiete boek zeker in geslaagd.

Roel Salemink is archeoloog en medewerker van Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum