Recensie: Englishness volgens een Amerikaan, het vervolg

25 november 2015 , door Frits Oostvogel

Bill Brysons nieuwe boek The Road to Little Dribbling, met de ondertitel more notes from a small island is een vervolg op zijn boek uit 1996 waarin de Amerikaan terugkeek op de twintig jaar die hij daarvoor in het Verenigd Koninkrijk had gewoond. Weer twintig jaar later maakt hij een aantal reizen kriskras door het Verenigd Koninkrijk van 2015 en is hij nog even verbaasd en in bewondering voor het land dat hij ooit goed had leren kennen. Met ongelofelijke hoeveelheden nieuwe feiten, anekdotes en andere trivia weet hij de lezer kostelijk te amuseren.

Toeval en heimwee en toeval

Bill Bryson kwam in 1973 als jonge journalist min of meer toevallig in Engeland terecht, vond een baantje, trouwde met een Engelse en bleef in Engeland wonen. Terloops zoog hij het nodige op aan ‘Englishness’. Zoals geschiedenis, gevoel van humor, en de onhandige manier waarop de eilandbewoners hun maatschappij perfect weten te organiseren. De eerste reisverhalen en taalboeken die hij naast zijn journalistieke werk schreef, waren redelijk succesvol. Pas toen hij met zijn gezin terug was de Verenigde staten raakte Notes on a Small Island (1996) de Engelse snaar pas echt. Een belezen Amerikaan uit Iowa als Bill Bryson keek toch heel anders aan tegen wat de Britten zelf van hun land en cultuur dachten. Het werd dus ook een BBC-televisieserie waarin Bryson zijn heimwee naar het Verenigd Koninkrijk niet onder stoelen of banken stak.

’I miss so much of it: marmite, village streets, country lanes, “mustn’t grumble”, “terribly sorry”, seaside piers, ornate survey maps, hot water bottles as a necessity, drizzly Sundays…, every bit of it. This is still the best place in the world for most things: to post a letter, go for a walk, watch television, buy a book, stand on a hillside and take in the view…’

Met zijn aanstekelijke vertelwijze legde hij in diverse boeken allerlei eigenaardigheden in verschillende landen bloot. A Walk in the Woods uit 1999 kreeg zelfs een verhaaltje mee. Over twee vrienden die een tocht maken door de Appalachen. Binnenkort gaat in de bioscoop de verfilming in première met Robert Redford en Nick Nolte in de hoofdrollen.

Het bekendste en meest succesvolle boek van Bill Bryson blijft A Short History of Nearly Everything uit 2003, zijn reis door de geschiedenis van de wetenschap. Van bijna alles wat de mensheid op dat moment wist werd in één boek en op inspirerende wijze de (vaak eigenaardige) wetenschappelijke oorsprong uit de doeken gedaan. Met als geestige conclusie dat het bestaan van de kosmos, de zon en de aarde, de mens tot en met dinosauriërs, DNA en de Big Bang is ontstaan ten gevolge van een gelukkig toeval.

Brits burgerschap

Na twintig jaar ervaart Bill Bryson in The Road to Little Dribbling een ander Verenigd Koninkrijk dan dat hij eerder leerde kennen. Voor zijn bijdragen aan de Engelstalige literatuur is hij inmiddels een in de Order of the British Empire geridderde Amerikaan. Hij kan aanspraak maken op een Brits burgerschap maar moet nog wel het officiële examen afleggen. Wel heeft hij vrijstelling van het examen Engels, maar niet voor de rest. Het afleggen van de ‘citizen’s test’ is het eerste hilarische verhaal.

Voor het boek besluit hij vervolgens om vanuit het meest zuidelijke punt van het Engelse vasteland rond te reizen tot aan het meest noordelijke punt in Schotland. De rechte lijn die hij daarvoor op de kaart tekent - de Brysonlijn -, is met zo’n 870 mijl de langste lijn die je op een kaart van het Verenigd Koninkrijk van zuid naar noord kunt trekken. Vanzelfsprekend zit er een tekening met die lijn en met de meeste bestemmingen die worden bezocht in het boek.

Van Bognor Regis aan de zuidkust tot het meest noordelijk gelegen Cape Wrath reis je met Bill Bryson als verteller mee door zesentwintig compacte hoofdstukken. Om aan de hand van een aantal bestemmingen een hoop bizarre feiten, anekdotes en trivia voorgeschoteld te krijgen die gaandeweg de veranderingen in het karakter van het Verenigd Koninkrijk, van haar inwoners, de gewoonten omschrijven. Dit wordt afgezet tegen het onveranderde landschap en de eigenaardige geschiedenis van bepaalde plekken. Of het nou verlaten winkelstraatjes zijn, een museum dat aangepast is aan de moderne tijd of een nieuw maar al versleten industrieterrein, alles doet mee.

De toevallige tuin

Zo leer je namen kennen van plekken die veel imposanter zijn dan de ‘officiële’ en historische plekken die iedereen eigenlijk al kent. Het park van Avebury is bijvoorbeeld ook een gigantisch megalithisch monument, groter, belangrijker, interessanter en verbazingwekkender dan het platgelopen Stonehenge, nog geen dertig kilometer daar vandaan. En zo beschrijft Bryson veel meer, doorspekt met soms hilarische informatie uit de meer recente geschiedenis, aangevuld met historische informatie rond vrijwel vergeten personen. En dan zijn er ook nog de geestige persoonlijke op- en aanmerkingen van Bryson zelf. Incidentjes of misverstanden met personen, of van kleine ongenoegens over bijvoorbeeld de geschreven informatie ter plaatse of in regionale roddelblaadjes die hij soms oppikt. Dan is Bryson toch weer even de grumpy old man. Op zijn wat gevorderde leeftijd is Englishness ‘not quite what it used to be’.

Het noordelijke eindpunt van de Bryson lijn blijkt elf mijl verder te liggen dan op alle kaarten die hij raadpleegde was aangegeven. Er is helemaal niets te beleven, maar als hij er eenmaal staat is het

‘… a milestone moment. I might not be the first person in history to touch both ends of the Bryson line , but I was the first person to do it and know that he had done it.’

In zijn grappige lijstje van favoriete dingen in het Verenigd Koninkrijk noemt Bill Bryson het het allerbelangrijkste als allerlaatste: the countryside, het Engelse landschap, waarin hij destijds – en ook nu weer – zo veel gelopen heeft

‘There isn’t a landscape in the world that is more artfully worked, more lovely to behold, more comfortable to be in than the countryside of Great Britain. It is the world’s largest park, its most perfect accidental garden and I think it is the British nation’s most glorious achievement.’

In al zijn boeken is het Engels van Bill Bryson net zo plezierig als uitdagend. Het leest als een trein, ondanks woordcombinaties als ‘discursive nature’, ‘permanent torpor’ en ‘knobhead in ermine’. Kwinkslagen die ervoor zorgen dat je uit de omliggende context een prima idee krijgt van wat hij bedoelt. Dat de precieze betekenis wat vaag blijft hindert allerminst. Net zo min als zijn consequent Amerikaanse schrijfwijze (-ize in plaats van –ise) over zaken die niet Engelser kunnen zijn.

Helemaal Brits is The Road to Little Dribbling dus niet, en je hoeft dus niet te kiezen voor de vertaling. In elke taal is het met Bill Bryson prettig wandelen. In die toevallige tuin, of in je hoofd.

Frits Oostvogel schreef voor OOR en werkte als filmarchivaris bij Beeld en Geluid.

pro-mbooks1 : athenaeum