Recensie: Europa aan de rand van de afgrond

28 september 2015 , door Bastiaan Schoolmann
| | | | |

Weinig onderwerpen in de geschiedenis weten meer lezers te boeien dan de twintigste eeuw en de beide wereldoorlogen. Ondanks de vele publicaties over dit onderwerp durfde de Britse historicus Ian Kershaw het aan om met To Hell and Back: Europe 1914-1949 de boeiende maar vooral ook angstaanjagende gebeurtenissen van de eerste helft van de twintigste eeuw te beschrijven. Met deze reusachtige onderneming legde Kershaw zich toe op het moeilijkste project uit zijn carrière, maar zijn vastberadenheid om de recente geschiedenis die het heden vormde te begrijpen was, naar eigen zeggen, ‘onweerstaanbaar’.

Direct bij de eerste pagina’s van dit boek wordt duidelijk wat de leidraad van Kershaws verhaal is: de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat Europa, dat zich gedurende de negentiende eeuw als middelpunt van beschaving zag, zichzelf in de eerste helft van twintigste eeuw bijna vernietigde? Kershaw kijkt hoe onder andere het etnisch-raciale nationalisme, de territoriale herindeling van Europa, de strijd tussen sociale klassen en de economische crisis – die allemaal voortkwamen uit de Eerste Wereldoorlog –hebben kunnen leiden tot de meest duistere periode van de Europese geschiedenis.

Meer dan oorlog alleen

Ondanks het feit dat de twee wereldoorlogen de leidraad vormen van dit boek blijft de militaire geschiedenis op de achtergrond, wat meer ruimte geeft voor de internationale economische, sociale en culture ontwikkelingen. Met name als Kershaw de wederopbouw van het door de Eerste Wereldoorlog verwoeste Europa beschrijft zijn deze ontwikkelingen tekenend. Er was tijdens het interbellum nog hoop op vrede en welvaart, maar het fascisme en nationaalsocialisme hadden ook een grote aantrekkingskracht:

‘It touched the interests of those who felt threatened by the modernizing social change. It mobilized those who believed they had something to lose – status, property, power, cultural tradition – through the presumed menace of internal enemies, and especially through the advance of socialism and its revolutionary promise of social revolution’

Door zijn heldere, en op zijn tijd geestige vertelwijze weet Kershaw de enorme hoeveelheid literatuur die hij heeft geraadpleegd voor dit boek om te zetten in een goed leesbaar verhaal aangevuld met citaten van ooggetuigen. Kershaw schroomt er niet voor om ook de zwaardere onderwerpen, die er in deze periode in overvloed zijn, op respectvolle wijze aan het licht te brengen. Een goed voorbeeld hiervan is het hoofdstuk Hell on Earth waarin hij de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog als ‘the  complete collapse of European civilization’ beschrijft.

Doordat Kershaw ook recente onderzoeken naar kleinere spelers heeft geraadpleegd beperkt het verhaal zich niet alleen tot de typische hoofdrolspelers op het Europese toneel. Hij besteedt onder meer aandacht aan de Ierse onafhankelijkheidsoorlog, het quasi-fascistische regime van Konstatin Päts in Estland en het dictatorschap van koning Zog in Albanië, en zorgt er zo voor dat zijn boek een geschiedenis van heel Europa is geworden.

Een thuiswedstrijd

Dat Kershaw zijn naam eerder al heeft gemaakt met toonaangevende werken over nazi-Duitsland, waaronder zijn goed ontvangen biografieën over Hitler: Hitler; 1889-1936 Hubris en Hitler; 1936-1945 Nemesis, is duidelijk zichtbaar in dit boek. De opkomst van de nationaalsocialistische splinterpartij in de Weimarrepubliek die uiteindelijk de Tweede Wereldoorlog zou ontketenen wordt met veel detail uiteen gezet. Dat geldt ook voor het fascistische Italië van Mussolini. Niet alleen gaat de aandacht hierin uit naar de politieke veranderingen, maar ook naar de sociale en culture invloed van het nationaalsocialisme en fascisme.

Opvallend is daarom dat de Sovjet-Unie er in vergelijking bekaaid vanaf komt. Dat is begrijpelijk omdat in deze periode met name in Duitsland en Italië ingrijpende politieke en maatschappelijke veranderingen plaatsvonden maar toch was het interessant geweest als Kershaw een grondiger beeld had geschetst van de communistische staat en de invloed van zijn ideologie op de samenleving. Waar hij de aantrekkingskracht van Hitler en Mussolini en hun partijen goed weergeeft, wordt Stalin geportretteerd als een paranoïde leider die voornamelijk bezig was met de bescherming van zijn binnenlandse politiek en die daarbij grote delen van zijn partijtop en bevolking uit de weg ruimde. Daar zit uiteraard een kern van waarheid in, maar juist aan de hand van recente studies had Kershaw ook van de Sovjet-Unie niet alleen een gedetailleerder, maar ook een genuanceerder beeld kunnen geven.

Een uitstekend overzichtswerk

Kershaw weet met To Hell and Back een voortreffelijk overzicht te geven van Europa tussen 1914 en 1949. Voor de lezer met de nodige achtergrondkennis ontbreekt het wellicht aan verrassende nieuwe inzichten of een opzienbarende conclusie. Maar Kershaw maakt dat goed door ook de kleinere gebeurtenissen en actoren een plaats te geven in zijn verhaal. In combinatie met zijn prettige schrijfstijl maakt dit To Hell and Back: Europe 1914-1949 een aanrader voor elke lezer die geïnteresseerd is in deze bizarre maar fascinerende periode uit de Europese geschiedenis. 

Bastiaan Schoolmann volgt de onderzoeksmaster geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is redacteur van Skript Historisch Tijdschrift.

pro-mbooks1 : athenaeum