Recensie: Philip Glass: zoon, schrijver, ambachtsman, componist

20 april 2015 , door Lodewijk Brunt
| | |

Toen Philip Glass zijn studie aan de University of Chicago had afgerond, zat hij met zijn moeder Ida aan de keukentafel – hoe zag zijn toekomst er uit? Hij zou het liefste de muziek ingaan. ‘Niet doen,’ zei ze, ‘dan krijg je net zo’n bestaan als Oom Henry. Wil je soms van stad naar stad trekken en je leven op hotelkamers doorbrengen?’ Dat was precies wat Philip Glass wilde. Hij verhuisde naar New York voor de beroemde Juilliard-academie. Zijn autobiografie Words Without Music gaat grotendeels over zijn (grondige) muzikale vorming die tot op de dag van vandaag voortduurt.

N.B. Glass treedt 20 augustus op bij het John Adams Institute in de Stadsschouwburg. Kom!

De zoon van zijn vader

Glass is een gevestigde naam in de moderne muziek - componist van zo’n 25 opera’s, muziek voor meer dan dertig films, kamermuziek, muziek bij toneeluitvoeringen en de laatste jaren ook symfonische muziek. Of zijn ambitieuze moeder uiteindelijk vrede heeft gevonden met de loopbaan van haar zoon, weet niemand. Ze woonde zijn allereerste openbare concert bij, waarvoor ze met de trein uit Baltimore gekomen was. Het moet een schokkende ervaring zijn  geweest, want behalve zij waren er slechts vijf toehoorders in de zaal. Toen Glass haar na afloop terugbracht naar het station, hebben moeder en zoon geen woord gewisseld over het concert.

Jaren later nodigde de componist zijn moeder uit voor de Amerikaanse première van Einstein on the Beach – in de Met, totaal uitverkocht na de opzienbarende tournee langs een aantal Europese concertzalen; bijna vierduizend toehoorders deze keer. Prestigieuzer is er niet, maar toen Glass zijn moeder na afloop naar het station bracht, werd er ook deze keer niets over de muziek gezegd.

Het zit Glass hoog, dat merk je. Maar zijn moeder was minder in muziek geïnteresseerd dan zijn vader, die Philip op jonge leeftijd liet kennismaken met componisten als Stravinsky, Shostakovich en Bartók en een succesvolle grammofoonplatenwinkel opzette in Baltimore.

‘Anyone in Baltimore who wanted to buy new music would have to go to his store. He would walk them through it. He would give people records and say “Look, Louie, take this home. Listen to it. If you don’t like it bring it back”. He was converting people. They came in to buy Beethoven and he was selling them Bartók.’

Toen Philip het waagde om te trouwen met een niet-joodse vrouw, verbrak zijn vader alle banden. Hij heeft daardoor niets meegekregen van de eerste stappen die Philip Glass als musicus heeft gezet en is gestorven voordat zijn zoon een internationale beroemdheid werd.

De schrijver

Deze familiegeschiedenis vormt het contrapunt in een overwegend vrolijke, ontspannen, geestige en onderhoudende terugblik op een spannend leven vol kunst, cultuur en, uiteraard, muziek in alle soorten en maten. Woorden zonder muziek, luidt de titel – de vertaling van Catalien en Willem van Paassen, medio mei te verschijnen, zal ook zo heten –, maar het boek danst en swingt soms de pan uit. Glass is een ervaren schrijver, en hij vertelt over zijn leven aan de hand van talloze anekdotes, ontmoetingen met kunstenaars en andere musici in binnen- en buitenland. Hij heeft na Juilliard twee jaar in Parijs gestudeerd onder de muziekpedagoge Nadia Boulanger, een ervaring om nooit te vergeten.

‘Though she worked at being kind and considerate, the effect was of a powerful musical personality who stayed pretty much in the range between intimidating and terrifying [...] There were a seemingly endless series of exercises waiting for us each Thursday. The three hours set aside for the class never seemed enough. After the class most of us went to the café opposite Mlle. Boulanger’s home for a coffee or a beer. The amount of effort we had expended in the class invariably left us shaken and silent.’

In Parijs maakte hij ook kennis met de Indiase sitarkoning Ravi Shankar en tablaspeler Alla Rakha. Hij had uitstekende connecties in de jazzwereld, met name Ornette Coleman, popmuziek, toneel, literatuur, schilderkunst, fotografie.

De ambachtsman

Muziek is creativiteit, maar ook degelijke ambachtelijkheid en daarover schrijft Glass met grote passie.

‘I understood not only the job of the composer but I also had some acquaintance with many of the other theater crafts – lighting, costumes, scenery – that normally would not be in the purview of the composer. I made it my business to learn whatever I could. I would be working in opera houses, not just as a composer. I took authorship of an opera seriously and my goal was to be comfortable with all its aspects.’

Dat betekende vele jaren keiharde studie – Glass heeft zich daarvoor tot na zijn veertigste in leven moeten houden met baantjes als taxichauffeur, loodgieter, bouwvakker, verhuizer. Behalve componist is hij een begaafd pianist en fluitspeler en weet hij alles van versterking en elektronica. Hij heeft de geheimen van orkestratie doorgrond, maar begrijpt ook hoe een Indiase raag in elkaar zit en schrijft het duidelijker op dan de meeste vakspecialisten ooit zouden kunnen.

Klaar als een klontje, ‘glashelder’ zou je bijna zeggen. Zijn uiteenzettingen over melodie, ritme en harmonie hebben een hoog didactisch gehalte, je begrijpt zijn eigen muziek beter, maar ook de muzikale tradities waarop hij voortbouwt. Hij spreekt in dat verband over the lineage, de grote lijn die door de muziekgeschiedenis loopt en die uiteindelijk teruggrijpt op componisten als Monteverdi en Bach. Na een aanvankelijke flirtation met componisten van de zogenaamde Tweede Weense School (Schönberg, Berg, Webern), heeft hij zijn eigen ‘klassieke’ stijl gezocht. En gevonden.

De componist

Mensen vinden Glass vaak ‘eentonig’: ‘het is alleen maar herhaling’. Misschien moet je leren luisteren. Einstein on the Beach  is een totaal ander soort muziek dan het vervolg: Satyagraha. Het vroege Music in Twelve Parts verschilt hemelsbreed van de fascinerende muziek voor de film The Hours. Glass maakte deel uit van de creatieve golf die New York overspoelde in de jaren zestig, toen de kunsten over een breed vlak werden geïnjecteerd met radicale vernieuwingen en toen op grote schaal kruisbestuiving plaatsvond. De moderne muziek leek daar volkomen los van te staan, schilders, dansers, acteurs, dichters en andere kunstenaars zochten hun heil bij popmuziek: snoeihard, ritmisch en met nadruk op harmonie.

Dat zijn precies de elementen die Glass tot centraal onderdeel van zijn eigen muziek gemaakt heeft en die deze muziek het onmiskenbare karakter van een dynamische grotestadsmuziek hebben gegeven: springlevend, opwindend, aanstekelijk. Glass laat het je horen, hij laat het je in zijn autobiografische boek ook lezen.

Lodewijk Brunt is stadssocioloog.

pro-mbooks1 : athenaeum