Recensie: Albanië in het midden

18 augustus 2016 , door Tobias IJland
| |

In de zestiende eeuw doet een nieuwe speler zich op het Europese toneel gelden. Het Ottomaanse Rijk blijkt in staat tot diep in de landen van het Habsburgse Rijk binnen te dringen en dwingt daarmee de aandacht van Christelijk Europa af. Tegelijkertijd heeft een verenigde en hernieuwde Pauselijke staat meer wereldlijke ambities dan ooit onder een nieuwe paus. De Islam en het Christendom lijken af te stevenen op een vernietigend religieus conflict tussen het Ottomaanse rijk en de Heilige Liga samen met het Heilige Roomse Rijk. Het is deze simplistische tweedeling van het Middellands-Zeegebied langs lijnen van geloof die Noel Malcolm in zijn nieuwe boek, Agents of Empire: Knights, Corsairs, Jesuits and Spies in the Sixteenth-Century Mediterranean World, probeert te ontkrachten.

N.B. u krijgt 30% korting in alle winkels op dit nieuwe boek van Noel Malcolm, en die van Nathaniel PopperNeil MacGregorJoseph StiglitzSudhir HazareesinghRichard H. ThalerSean McMeekinPaul MasonIan Kershaw en Dominic Lieven.

Een verkenning van grenzen

In het boek duikt Malcolm diep in de geschiedenis van twee Albaanse families, de Bruni’s en de Bruti’s, om via verschillende leden van deze families het leven op de grens tussen twee invloedssferen te laten zien. Maar zijn onderzoek bestrijkt een veel groter gebied dan Albanië. Zo verkent Malcolm ook andere grenzen tussen het Ottomaanse Rijk en de omringende Europese koninkrijken, waarbij hij een enorme variëteit aan soorten conflicten en uitwisselingen aanstipt.

Hoe ver die grenzen ook van Albanië af mogen liggen, de lezer volgt telkens een telg van de uitzonderlijk mobiele Bruni- en Bruti-families. Soms begeeft een Bruti zich naar Istanbul om in naam van de Spaanse kroon een Ottomaanse informant tot hoogverraad te bewegen, dan volgen we weer een Bruni die zich inzet om een moeizame vrede tussen het Habsburgse en Ottomaanse rijk te onderhandelen. Dat Malcolm probeert het contact tussen Christelijk Europa en het Ottomaanse Rijk van vooroordelen te ontdoen betekent overigens niet dat er geen plek is voor gewapend conflict in het verhaal van de Albaanse families. Bij de slag van Lepanto verliest Giovanni Bruni op tragische wijze het leven nadat hij als galleislaaf in een Ottomaanse boot terecht was gekomen en daar door overwinnende Spaanse troepen van lijf en goed wordt beroofd – net voordat zijn broer Gasparo, die ook had meegevochten in de slag, de boot waarop zijn broer zojuist was vermoord bereikte.

Het Albaanse perspectief en andere verrassingen

Het is is geen revolutionair idee dat de grensgebieden tussen het Ottomaanse rijk en de rest van Europa gekenmerkt werden door veel verschillende vormen van contact en conflict. De economische samenwerking tussen Venetië en het Ottomaanse rijk, de kaapvaart van beide partijen en de uitwisselingen die deze als gevolg had, zijn bekende onderwerpen in de vroegmoderne geschiedschrijving. Het boek onderscheidt zich voornamelijk door het uitwerken van een grotendeels onbekend Albaans perspectief op het onderwerp. Een perspectief dat uniek is, of zoals Malcolm het zegt:

‘Whilst the fact that they were Catholics from one of Christendom’s frontier zones may have given them an enhanced sense of their Catholicism, the fact that they were Albanians, connected by language, blood and history to Ottoman subjects and Ottoman territory, gave them an ability to see things also from something like an Ottoman perspective.’

Malcolm biedt een verfrissend Albaans perspectief op het grootste conflict van zestiende-eeuws Europa. Maar hij bespreekt ook interessante ontmoetingen tussen het Ottomaanse Rijk en de omringende Christelijke mogendheden. Zo gaat hij in op de goede verstandhouding tussen het Poolse gemenebest en het Ottomaanse Rijk waar wederom een Bruti een belangrijke rol in blijkt te spelen. Deze goede relaties stonden onder constante druk door plunderingen in de grensregio’s door de Tataren en Kozakken, onderdanen van respectievelijk de Ottomanen en de Polen. Dat leidde echter niet tot een gewapend conflict, want de realiteit was dat de Ottomanen en de Polen veel profijt hadden bij een vreedzame samenwerking. Het waren figuren als Bartolomeo Bruti, een Christen met een Ottomaanse kijk op zaken, die in staat waren deze vrede in stand te houden.

Methodologische moeilijkheden

Malcolm zegt zelf bij zijn onderzoek een soort microgeschiedenis toe te passen. Hij nuanceert deze keuze meteen door te zeggen dat het doel van zijn onderzoek groter is dan wat deze methodologie aan kan. Dat het wringt tussen ‘microhistory’ en een onderzoek op grotere schaal is op momenten erg duidelijk te merken. In sommige hoofdstukken ontbreekt een Bruni of Bruti; ze lijken meer op hun plek in een overzichtswerk over het Middellandse-Zeegebied in de zestiende eeuw. Hierbij komt dat Malcolm constant laveert tussen een verteltrant waarin bijvoorbeeld de financiële staat van het Ottomaanse Rijk of de rol van Jezuïten in de contrareformatie aan bod komen, en een verteltrant waarin de Bruni’s en Bruti’s een actieve rol kunnen spelen. Het nadeel van dit schipperen tussen schalen en vertelwijzen is dat hij de unieke focus op de twee Albaanse families soms kwijtraakt.

Maar die zwakte is te begrijpen. De bronnen over de levens van de Bruni en Bruti zijn niet overvloedig; ze zouden moeilijk alleen een boek van een dergelijke omvang kunnen vullen. Daarnaast heeft Malcolm nadrukkelijk een niet-deskundig publiek voor ogen. Voor zo’n publiek is dit boek door zijn bij tijden brede kwast een uitstekende introductie in het onderwerp. Genoeg basiselementen die nodig zijn voor het begrijpen van het Middellandse-Zeegebied van de zestiende eeuw komen aan bod om een geïnteresseerde op niveau te brengen, gegeven via een kanaal dat zo uniek is dat het geheel ook voor deskundigen van interesse is.

Tobias IJland volgt de onderzoeksmaster aan de Universiteit van Amsterdam en is redacteur van Skript Historisch Tijdschrijft.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum