Recensie: De geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief

30 januari 2016 , door Annelotte Janse
| | | | |

De Duitse historicus Sebastian Conrad zet in zijn nieuwste boek What is Global History? vlot uiteen waar de opkomende historische discipline global history betrekking op heeft en plaatst deze benadering tussen andere historiografische perspectieven, zoals vergelijkende, transnationale en postkoloniale geschiedenis. Conrad pleit voor het onmiskenbare belang van global history en laat de mogelijkheden, verwachtingen en grenzen van global history in dit toegankelijk geschreven boek allemaal de revue passeren.

N.B. De laatste dagen van onze Princeton-actie zijn ingegaan. Koop What is Global History? - en andere titels van Princeton U.P. - dit weekend nog met 20% korting (kortingscode AB50PRINCETON). Vanaf maandag: 25% jubileumkorting op geselecteerde titels van Penguin Books en Random House.

Geschiedenis van mondiale verbondenheid

Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw kenmerkt de samenleving zich door een voortdurend internationaal groeiende verwevenheid van politiek, economie en cultuur. Mondialisering fungeert als sleutelbegrip in het verklaren van de Koude Oorlog, de aanslagen van 11 september 2001 en de opkomst van Islamitische Staat. De onlosmakelijke verbondenheid van lokale gebeurtenissen en de mondiale maatschappij staat centraal, en een onderzoek naar dit mondiaal-historische perspectief als verklaringsmodel is daarom zeer welkom.

In What is Global History? neemt Conrad ons in korte, duidelijke hoofdstukken mee langs de belangrijkste facetten van global history. Achtereenvolgens behandelt hij de geschiedenis van het mondiaal denken, tegenstrijdige benaderingen en de unieke elementen van global history, zonder voorbij te gaan aan de methodologische haken en ogen van dit perspectief. Het zwaartepunt ligt hierbij duidelijk op de onderscheidende aspecten van global history in vergelijking met andere interpretaties van de wereldgeschiedenis.

Japanse tijd

Conrad positioneert global history als nieuwe aanpak voor het onderzoeken van grensoverschrijdende gebeurtenissen. Hij legt de nadruk op mobiliteit, uitwisseling en connecties - op de integratie van de wereld als geheel - en neemt de verweven wereld als uitgangspunt. Dit geeft global history haar belangrijkste kenmerken: het opereert tegen een grotere achtergrond en verklaart een gebeurtenis vanuit mondiaal perspectief. Deze eigenschappen onderscheiden global history van andere historiografische benaderingen.

Conrad legt dit uit aan de hand van een culturele uitwisseling: de introductie van de westerse klok in het zeventiende-eeuwse Japan. Hoewel het een vernieuwend product betrof, verkocht de klok niet goed, omdat Japan een afwijkend tijdsregime had dat gebaseerd was op de hoeveelheid zonlicht per dag. Pas toen Japan in de negentiende eeuw  op politiek en economisch vlak in het wereldsysteem integreerde, werd de westerse klok onder Japanners populair, omdat de westerse tijdsindeling het wereldsysteem structureerde. Conrad trekt hieruit de conclusie dat het verschil tussen deze twee momenten uitgelegd wordt door de veranderde geopolitieke situatie. Global history plaatst uitwisseling en interactie als enige benadering in de context van structurele veranderingen op mondiaal niveau.

De natiestaat en het eurocentrisme

Waar andere historiografische benaderingen zich toeleggen op de seculiere natiestaat en diens historie en daardoor een sterk eurocentristisch karakter hebben, neemt global history de uitdaging op zich deze twee gebreken te overkomen. De termen ‘seculier’ en ‘natiestaat’ laten bijvoorbeeld de geschiedenis van landen met een islamitische grondslag buiten beschouwing en geven geschiedschrijving hierdoor een versplinterd karakter. Bovendien leidt deze tunnelvisie ertoe dat de historische functie van uitwisseling en interactie tussen verschillende regio’s buitengesloten wordt, terwijl global history deze rol juist prioriteit toekent.

In zijn poging global history los te koppelen van eurocentrisch denken, dekt Conrad zich gemakkelijk in met de stelling dat works of global history altijd beïnvloed worden door de sociale omstandigheden waarin de auteur verkeert. Conrad pleit de auteur automatisch vrij van standplaatsgebondenheid, zonder hieraan verdere consequenties te verbinden. Immers alle historische werken zijn onderhevig aan het wereldbeeld van de auteur, zo stelt hij. Wat een global historian in deze kwestie onderscheidt, is volgens Conrad het vermogen tot zelfreflectie en het bewustzijn van dit eigen wereldbeeld. Om de invloed hiervan te relativeren, bepleit hij het belichten van meerdere kanten van één gebeurtenis. Conrad gaat in dit argument voorbij aan de vraag of andere historici niet ook zelf-reflectief werken, waardoor hij dit unieke element van global history overschat.

Integratie als uitgangspunt

De nadruk op de integratie van de gehele wereld wekt de vraag op of global history voor alle historische periodes relevant is, of alleen in recente geschiedenis waar integratie en verwevenheid zich al duidelijk manifesteren. Hierop antwoordt Conrad dat de methode in principe altijd toepasbaar is, maar dat het moeilijker wordt naarmate gebeurtenissen verder in het verleden liggen. Toen in 185 v. Chr. de laatste koning van de Mauryadynastie in India vermoord werd en de dynastie ten onder ging, had dit geen mondiale invloed, omdat de wereld nog geen geïntegreerd geheel was. Conrad vergelijkt dit met de moord op de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand in 1914, een gebeurtenis die vaak wordt aangewezen als directe aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. Hij omschrijft de bruikbaarheid van global history als afhankelijk van ‘the relevance of links and connections [that] will have to be measured against the degree of integration that was actually achieved.’

De uitdaging voor de historicus ziet Conrad daarom niet zozeer in het aantonen van integratie, maar in het kunnen wisselen tussen verschillende geografische gradaties en tijdsbeschrijvingen. Concreet gezegd betekent dit het kunnen schakelen tussen lokale, nationale, internationale niveaus en het chronologisch of synchronistisch indelen van historische gebeurtenissen. Aan de hand van deze twee vaardigheden kan een historicus historische gebeurtenissen onderzoeken vanuit een mondiaal oogpunt.

Kritiek beantwoord en ondermijnd

Aan het eind van zijn betoog weerlegt Conrad enkele punten van kritiek kort en eenvoudig, waardoor hij zijn pleidooi extra kracht bijzet. De nadruk op mondiale causaliteit en factoren maakt dat historici de invloed van human agency en individuele verantwoordelijkheid buiten kunnen sluiten. Conrad spreekt echter van een wisselwerking tussen het mondiale niveau en het individu: de mondiale structuur vormt de achtergrond voor menselijk gedrag, maar bepaalt de keuzes van individuen niet. De focus op mondiale integratie en interactie kan bovendien de historische werkelijkheid afvlakken. Historici moeten hun onderzoek naar mobiliteit en interactie in balans brengen met onderzoek naar stabiele factoren en isolatie.

Met What is Global History? presenteert Sebastian Conrad een duidelijk geformuleerde uiteenzetting van de huidige stand van zaken in het onderzoeksveld global history. Het is een helder overzicht van de methodologie achter de historiografische benadering, van de mogelijkheden en beperkingen. Hoewel Conrad te makkelijk voorbijgaat aan de valkuil van het eurocentrisch denken, maakt hij global history als historiografie inzichtelijk. Zijn toegankelijke schrijfstijl maakt dit boek bovendien geschikt voor zowel nieuwkomers als deskundigen in het historiografische landschap.

Annelotte Janse studeert geschiedenis en internationale betrekkingen, daarnaast is ze redacteur van Skript Historisch Tijdschrift.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum