Recensie: De grootste geleerde sinds de zondvloed

19 juli 2016 , door Fabian Takx
| | |

In De uitvinder van de natuur (The Invention of Nature, vertaald door Mariella Duindam en Fennie Steenhuis) hijst Andrea Wulf de vergeten wetenschapper Alexander von Humboldt overtuigend op een voetstuk. Zonder hem zouden we de samenhang van ons ecologisch systeem misschien nooit hebben begrepen. En ja, deze biografie van Alexander von Humboldt is een formidabele prestatie, van Humboltiaanse proporties zelfs, vooral als je bedenkt dat Wulf hem in één jaar heeft geschreven.

Want wat te zeggen over een boek dat al in alle internationale media de hemel is ingeprezen? Zo schreef Redmond O’Hanlon, lezen we op de ‘voorflap’, in The Guardian: ‘Op briljante wijze heeft Andrea Wulf de begaafde naturalist en geograaf, die ooit de bekendste man van Europa was, tot leven gewekt.’ En ook de achterflap staat vol lyrische commentaren van bekende Engelstalige auteurs en globetrotters, naast een anonieme klaroenstoot uit The New York Review of Books. Ik kan daar alleen maar mee instemmen.

N.B. Wulfs boek is een van de Zomerboeken van Athenaeum Roeterseiland. Je kunt de proloog lezen op Athenaeum.nl, en een toelichting door vertalers Mariella Duindam en Fennie Steenhuis.

Een echte avonturenroman

Het boek betekende Wulfs internationale doorbraak, na doorwrochte maar veel minder gelezen studies over de Founding Fathers, de passage van de planeet Venus in de achttiende eeuw, landschapstuinen en dergelijke. Als journaliste en recensente was de verbaal begaafde Wulf – geboren in India, opgegroeid in Duitsland, woonachtig in Engeland en schrijvend voor de bekendste Engelse en Amerikaanse kranten – al bekend, maar nu is ze ook als bestsellerauteur als een komeet omhoog geschoten, om in toepasselijke termen te blijven.

Ze weet van Humboldts leven dan ook een echte avonturenroman voor volwassenen te maken. Je reist in zijn voetsporen naar de regenwouden van de Orinoco en de toppen van de Andes en ziet hem op zestigjarige leeftijd nog onvermoeibaar over de Kazachse steppen spurten, waarbij Wulf heeft geput uit Von Humboldts beeldende en toegankelijk geschreven reisverslagen als Ansichten der Natur en zijn magnum opus Kosmos (vijf delen), waar hij tot zijn dood op hoge leeftijd nog mee bezig was – en hoe:

'Humboldt schrok er niet voor terug om een wetenschappelijk werk met lyrische bespiegelingen te verluchtigen. Hij vond de vorm net zo belangrijk als de inhoud en verbood zijn uitgever ook maar een lettergreep te veranderen, uit angst dat de "welluidendheid" van zijn zinnen verloren ging.'

En dan zijn er nog de tienduizenden brieven aan familie, vrienden en confrêres, want Von Humboldt was een onvermoeibare correspondent. Daarbij ging het vaak over zijn ontdekkingen, want Humboldt wijdde zijn leven geheel aan de wetenschap, al nam de vrijgezel wel vaak jongemannen mee op zijn expedities en schreef hij ze in zijn jonge jaren hartstochtelijke liefdesbrieven (rein platonisch, uiteraard). Maar die metgezellen waren dan ook tegen ontberingen bestand en altijd zeer begaafd en nuttig voor Von Humboldts werk.

Een mythisch ecoloog avant la lettre

De Duitse geleerde (1769-1859) krijgt mythische proporties, zoals hij balanceert op richeltjes op duizenden meters hoogte om weer een onbekende plant of een nietig insect te documenteren, of zichzelf laat elektrocuteren om te zien hoeveel stroom een sidderaal afgaf. Hij interesseerde zich overal voor, verbond tal van wetenschappen met elkaar, kende iedereen die er maar toe deed op politiek en wetenschappelijk gebied – en literair, want ook Goethe zwijmelde ook voor hem. Goethe beïnvloedde hem ook, want hij liet de twintig jaar jongere Humboldt inzien dat de natuur zonder poëzie doods blijft.

'De tijd in Jena was van grote invloed op hem geweest, herinnerde Humboldt zich later. Het samenzijn met Goethe had hem uitgerust met "nieuwe organen", waarmee hij de natuur kon waarnemen en begrijpen. En het was met deze nieuwe organen dat hij Zuid-Amerika zou aanschouwen.'

Er was een bezielde, allesomvattende visie nodig, en het was Alexander von Humboldt – niet te verwarren met zijn beroemde broer Wilhelm – die de natuur voor het eerst als een geheel zag, vandaar de titel van het boek. Een ecoloog avant la lettre, die begreep dat alles met elkaar samenhangt en waarschuwde voor milieubedreigende activiteiten als ontbossing en het rücksichtslos bedrijven van mijnbouw en industrie. Maar ook voor andere misstanden had hij oog, want hij ageerde ook tegen de slavernij en het kolonialisme.

Leermeester van velen, eeuwig enigma

Wulf laat zien hoe Humboldt de jonge Símon Bolívar sterkte in zijn overtuiging dat Zuid-Amerika moest worden bevrijd. Charles Darwin kon niet zonder zijn geannoteerde Humboldt, Henry David Thoreau leerde van hem hoe hij kon opgaan in de natuur, en zo zijn velen door Humboldt op weg geholpen. De enige kritische noot was dat wie de oude meester ontmoette, werd overspoeld door zijn niet aflatende woordenvloed. Maar hij was altijd behulpzaam en geïnteresseerd als hij dan toch luisterde.

Toch blijft de persoon Humboldt ook na lezing van dit prachtige, voorbeeldig geschreven en gedocumenteerde boek voor mij nog raadselachtig. Misschien omdat ik zelf nooit enige neiging tot botanie heb gehad en de psychologische drang de natuur te begrijpen niet ken. Ook voor zijn vele sympathiserende tijdgenoten kwam hij misschien als mens niet helemaal ‘tot leven’, omdat zoveel opoffering weinigen gegeven is. Waarom ‘de grootste geleerde sinds de zondvloed’, zoals zijn broodheer Frederik Willem IV hem noemde, in de vergetelheid is geraakt, blijft moeilijk te bevatten. Is hij ingehaald door de wetenschap, waarin iedereen weer netjes in zijn eigen vakje opereert? Eerst Wulf lezen dus, en dan Humboldts werk.

Fabian Takx is freelance journalist en auteur. Hij heeft een website, fabiantakx.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum