Recensie: Een hoofd als een collage

08 juni 2016 , door Daan Stoffelsen
| | | |

Je kunt Valse papieren, het essay van de Mexicaanse schrijfster Valeria Luiselli (Italiaanse nationaliteit, woonachtig in New York, 1983), lezen als een verhaal. Het begint op San Michele, het dodeneiland van Venetië, waar een jonge vrouw het graf van Joseph Brodsky zoekt. Ze vliegt naar Mexico-Stad, waar ze de relingo's oploopt, de vergeten, onbestemde plekken van de stad. Ze fietst. Ze observeert. Ze verhuist naar New York, waar ze een voorkeur ontwikkelt voor gesprekken met nachtportiers. Overdag probeert ze haar nieuwe boekenkasten in te richten.

N.B. Op 10 juni 2016 interviewt Daan Stoffelsen Valeria Luiselli in onze boekhandel aan het Spui, u kunt hierbij aanwezig zijn. Deze recensie verscheen eerder in NRC Boeken.

Het kleine boekje Valse papieren is een bijzondere leeservaring. Het bestaat uit tien hoofdstukken die als losse essays te lezen zijn, opgedeeld in mini-essays met schijnbaar onbegrijpelijke kopjes (hotels in Venetië, de straten, de fantoomrivieren van Mexico-Stad, uithangborden). Er is geen chronologische lijn, er zijn geen personages buiten die jonge vrouw en Brodsky, W.G. Sebald en meer dode schrijvers. Maar wel: gekke invalshoeken, frisse inzichten en een groot vermogen tot associatie.

Onder het kopje 'Uitwisseling' schrijft Luiselli: 'Koffie, een krant op tafel: ik spring van het ene nieuwsbericht naar het andere. Ik steek een sigaret op en ga naar de cultuurbijlage. [...] Ik kom het laatste portret tegen van Marguerite Duras. Ik lijk vandaag op het laatste portret van Duras.'

Ze is net in New York, en als ze in de verhuisdozen op zoek gaat naar Duras' essay Schrijven, denkt ze na over de ordening van haar kasten, 'Borges na Arlt, Poe of Stevenson of na Duizend-en-één-nacht?' Ze citeert Walter Benjamin over wanorde en overzichtelijkheid.

Ze knipt het portret van Duras uit de krant, stopt het in een knipselmap, tegen beter weten in: 'Onze dozen en schriften gaan steeds meer op ons lijken: een ongeordende collage, nooit een catalogus vol wonderen.' Treffend, wijs, maar soepel geformuleerd, op een lichte toon - als een collage.

Helemaal perfect is Valse papieren niet. In haar essay over taal schrijft Luiselli naar aanleiding van Wittgensteins vergelijking tussen taal en de stad: 'In het echt zijn de taal en de stad de immer durende echo van een aardbeving.' Mooi gezegd, maar wat betekent het?

Terug naar het krantenknipsel. Ze komt via Duras uit op haar eigen gezicht, dat ze analyseert: dit van moeder, dat van vader, een blik van een grootvader. 'Maar dit gezicht, zoals elk ander, is niet alleen een collectie vingerafdrukken; het is ook de aanzet tot een toekomstig gelaat. [...] In mijn jong gezicht voel ik al een eerste rimpel van de twijfel opkomen, een eerste glimlach van de onverschilligheid: de eerste trekken van een verhaal dat ik later wel zal begrijpen wanneer ik het opnieuw lees.' Een geruststellende gedachte van een groot talent.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van Revisor.

pro-mbooks1 : athenaeum