Recensie: Een roman die zindert van psychologisch inzicht en engagement

08 augustus 2016 , door Maartje Kroonen
|

Er zijn boeken die in druk moeten blijven. Altijd leverbaar. Met één keer in de zoveel jaar een nieuwe vertaling omdat nu eenmaal niet iedereen het origineel kan of wil lezen. Het hart is een eenzame jager van Carson McCullers (1917-1967) is zo'n boek. Door uitgeverij Athenaeum weer afgestoft en bij Molly van Gelder, de vertaalster van de vorige editie op tafel gelegd. Het resultaat: de herziene versie is nu weer verkrijgbaar in de boekhandel. Gelukkig maar.

N.B. Zie ook onze voorpublicatie uit de roman.

Elk personage heeft evenveel recht van spreken

Deze Amerikaanse southern gothic novel uit 1940 verhaalt over een aantal bewoners van een dorp in de jaren dertig in het zuiden van de Verenigde Staten. De oorlog dreigt, de armoede is groot, het gehele jaar broeit het van stille onrust in de straten van het gehucht. De personages zijn individualistisch, houden hun geheimen bij zich en proberen in hun armoede een weg te vinden om te leven. De caféhouder, de dronkelap, het jongensachtige meisje, de donkere huisarts en de doofstomme man zijn geen karikaturen, het zijn mensen met een gevoelsleven die stuk voor stuk een invulling zoeken van hun bestaan.

McCullers blijkt een unieke, inzichtelijke kijk te hebben op de segregatie toentertijd. Ze geeft niet alleen de positie van blank en zwart weergaloos weer, ze doet dit met een geëngageerde ondertoon. Haar subtiele kritische omschrijvingen zijn ongekend. Ze beschouwt elk personage als even belangrijk, met evenveel recht van spreken en, belangrijker, met een universele gevoelswereld. De vaders in het boek dromen hetzelfde voor hun kinderen, maar worden door hun eigen omstandigheden gedwarsboomd in de verwezenlijking ervan.

Hierbij gaat McCullers de werkelijkheid van die tijd niet uit de weg. Ze beschrijft bijvoorbeeld functioneel dat de huisarts om zijn huidskleur niet welkom is in het café. Ze laat de dronkelap een discussie aangaan met de huisarts waarbij ze eigenlijk op gelijke voet staan, maar waarbij de lezer schrijnend goed voelt hoe hun afkomst een echte toenadering in de weg staat.

Het ego zit in de weg

Zoals in elke goede geëngageerde roman sijpelen dit soort vraagstukken op een natuurlijke wijze door het verhaal. De basis ligt bij de personages. Er is iets wat hen bindt buiten de plek waar ze wonen. Het zijn allemaal karakters met een verlangen. Het zijn eenzame mensen die hopen genegenheid te vinden, maar het individualisme blokkeert hen. Ze zijn in zichzelf gekeerd, zitten vast in hun patronen en vullen vanuit hun eigen belevingswereld die van de ander in. Er is geen sprake van echt contact tussen de personages, het euvel is het ontbreken van oprechte empathie, het ego zit in de weg waardoor elke toenadering bestaat uit projectie.

Deze projectie wordt het meest inzichtelijk bij de dove man, John Singer. Niet stom, hij besloot op een dag niet meer te praten. Hij ontmoette de doofstomme Griek Antonapoulos en spreken was niet meer noodzakelijk. Singer is voor de anderen het ideale witte canvas. Zijn aanwezigheid is alom, iedereen kent hem en iedereen vertrouwt hem. Maar dit vertrouwen komt niet voort uit interesse voor de man of door een zorgvuldig opgebouwde wederzijdse vriendschap waardoor men elkaars zielenroerselen kent. McCullers schrijft:

'De rijken dachten dat hij rijk was en de armen dachten dat hij net zo arm was als zij. Aangezien de geruchten niet konden worden tegengesproken, werden ze steeds wonderlijker en heel reëel. Iedereen beschreef de doofstomme naar eigen goeddunken.'

Singer is voor alle personages een heel belangrijke vriend. Het meisje koestert gevoelens voor hem, de dronkenlap kalmeert bij hem thuis, de huisarts ziet hem als wijs blank man, de caféhouder mist hem bij afwezigheid. De vriendschap is echter eenzijdig. Singer belichaamt de eenzaamheid van hen allemaal. Niemand weet dat hij in zijn vrije tijd zijn Griekse vriend opzoekt die eerder, onhandelbaar geworden, bij hem is weggehaald en in een tehuis is geplaatst. Bij deze vriend blijkt dat ook de dove in de valkuil van projectie trapt. De lezer ziet de totale desinteresse, apathie, gekheid van de Griek, is dit de man waar de dove zijn leven voor opoffert?

Bevangen door eenzaamheid

McCullers nam de titel van haar boek over uit het gedicht The lonely Hunter van Fiona MacLeod pseudoniem van William Sharp, geschreven in 1896. Na Singers laatste bezoek aan de Griek lijkt dit fragment van het gedicht voor Singer geschreven te zijn:

'Green wind from the green-gold branches, what is the song you bring?
What are all songs for me, now, who no more care to sing?
Deep in the heart of Summer, sweet is life to me still,
But my heart is a lonely hunter that hunts on a lonely hill.'

Hoe rationeel de dove de andere personages ook doorziet, hoe hij hen zonder wederkeer bewust de ruimte geeft zich te uiten, in het geval van de Griek verkiest hij zelfs na meerdere afwijzingen, bevangen door zijn eigen eenzaamheid, zijn hart boven zijn hoofd.

Altijd op voorraad

Veel interpretaties van het boek blijven steken in vergelijkingen met de auteur van het boek, een wonderkind, 23 jaar oud bij verschijning van Het hart is een eenzame jager. Ze zien in Mick, het jongensachtige meisje in het boek, een versie van McCullers zelf, die besloot haar eigenlijke voornaam, Lula, niet meer te gebruiken. Dat soort interpretaties doen geen recht aan de inhoud.

Carson McCullers schreef in haar korte en vaak moeizame leven geen groot oeuvre. Maar al haar romans en verhalen zinderen van psychologisch inzicht en engagement. Interpretaties die enkel op biografische vergelijkingen stoelen, doen tekort aan het verbeeldingsvermogen van McCullers. Na The Heart Is a Lonely Hunter zouden we ook The Member of the Wedding weer een kans moeten geven, misschien wel haar beste boek. Of The Ballad of the Sad Café, of Clock without hands. Ja, een rijtje titels dat altijd op voorraad hoort te zijn in de boekhandel. Ook in vertaling.

Maartje Kroonen is rubrieksbeheerder Bellettrie bij Athenaeum Boekhandel.

pro-mbooks1 : athenaeum