Recensie: Geluk aan de tekentafel

02 juni 2016 , door Martin Smit
| | |

Tekenen is een worsteling, een stripverhaal tekenen zeker. Dat is de ervaring van Barbara Stok. Hoe ziet je leven eruit in een periode dat een verhaal bedacht moet worden, er een planning gemaakt moet worden voor het tekenwerk en hoe geef je je ideeën het beste vorm? In Toch een geluk beschrijft en tekent Barbara Stok het tekenproces voor haar succesvolle boek Vincent (2012), een energieverslindend gebeuren zo blijkt. En dan zijn er natuurlijk ook gewoon de dagelijkse beslommeringen.

Inspiratie

Hoe teken je een stripverhaal over Vincent van Gogh? Maak je een biografisch verhaal over Van Gogh of kies je voor een andere invalshoek? Op welke periode uit het leven van de schilder leg je dan de nadruk, op welke schilderijen, wat was de inspiratie van de schilder? En wat zijn als striptekenaar dan je bronnen en waar vind je zelf de juiste inspiratie? Stok is nauwkeurig. Dus wil ze voordat ze gaat tekenen de opzet van haar boek duidelijk hebben. Ze wil dat het hele verhaal in haar hoofd rond is en alle teksten op papier hebben, zodat straks tekst- en beeldverdeling in evenwicht zijn. Tekenen is geen kwestie van achter de tekentafel kruipen zo maar ergens beginnen en dan maar zien waar je eindigt.

Stoks boeken zijn geen verzonnen verhalen over fictieve personen. Ze voert in haar boeken zichzelf ten tonele en tekent haar leven als illustrator, als drummer in een band, in haar huiselijke omstandigheden en in de wereld daarbuiten. Niet als een karikaturaal stripfiguurtje of als komische variant binnen haar dagelijks bestaan, maar ze schrijft en tekent serieus over dat wat haar bezighoudt.

Zielenroerselen

Haar kijk op de werkelijkheid houdt het midden tussen verwondering over wat er zich om haar heen afspeelt en wat ze meemaakt, en de voortdurend opdoemende vraag hoe daarmee om te gaan. Meegaan in de soms idiote realiteit of schouderophalend, laconiek reageren? Ze kan zich vrolijk maken of verdrietig zijn om de kleinste gebeurtenissen en schuwt niet dit onverbloemd op papier te zetten en zich daarmee tot op het bot bloot te geven.

Ze doet dat in een stijl die uniek is en erg bij haar past, in de zin dat haar werk geen kopie is van werk van andere tekenaars. Personen, voorwerpen en landschappen zijn getekend in een zelf ontworpen stijl met als basis zwarte lijnen waarbij de vlakken op kleurige wijze worden ingevuld. Dat daarbij perspectief, tekentechnische diagonalen en pagina-invulling afwijken van de standaard deert haar niet, leidt niet af van het verhaal en stoort de lezer ook volstrekt niet. De kleuren die ze gebruikt zijn voor de hand liggend en wijken zelden af van een eerste associatie met het onderwerp: een boom is bruin en groen en de zee is blauw.

Toch een geluk sluit aan bij haar eerdere werk. In eerste instantie lijkt het boek fragmentarisch, niet meer dan een losse verzameling illustraties, tekstjes, korte verhaaltjes - soms zonder clou - en betekenisloze ervaringen. Maar ze vormen wel degelijk een eenheid. Tezamen vormen ze het relaas van het tot stand komen van Vincent, gelardeerd met dagelijkse, vaak weinig opzienbarende, gebeurtenissen en haar zielenroerselen.

Schrijversbestaan

De tekenaar tekent, maar is daarnaast haar eigen secretaresse, directeur, boekhouder, accountmanager en schoonmaakster. Ze is pas tevreden over haar werk als het boek daadwerkelijk af is, maar dan begint juist de ware hectiek van het schrijversbestaan: een opeenvolging van interviews, lezingen, signeersessies, presentaties, reizen, stripfestivals en feestjes. Duidelijk wordt dat Stok daar nog het meest tegenop ziet en dat die periode het vermoeiendste van het maken van een boek is. Het meest vervelend zijn de interviews waarbij blijkt dat de interviewer het boek helemaal niet heeft gelezen, of waarin ze niet ter zake doende vragen voorgeschoteld krijgt.

Het voltooien van een boek heeft nog een vervelend gevolg, zo ondervindt ze. Na het opruimen van haar tekentafel doemt er de vraag op: wat zal ik hierna eens gaan doen? Wat wordt het volgende project? Het is het spreekwoordelijke zwarte gat dat zich onherroepelijk aandient. Het uit zich bij haar in het staren naar een wit vel papier op de tekentafel. Stok wil het liefst alle heisa rond haar boeken allemaal niet meemaken maar onbezorgd met de poes op de bank liggen en uitrusten.

Zoektocht

Met die instelling schetst ze een voor velen herkenbaar beeld. Ze stelt zichzelf levensvragen maar houdt die ook de lezer voor. Niet op een zwaarmoedige manier maar juist op een speelse, soms laconieke wijze. Ze zoekt naar antwoorden, maar een oplossing is niet altijd voor de hand liggend en soms is er geen antwoord mogelijk. Als Toch een geluk iets duidelijk maakt is het dat haar tekenen onderdeel uitmaakt van haar zoektocht naar geluk, naar het belangrijkste in het leven en de ultieme levensles.

Maar hoogdravend of belerend is ze absoluut niet. De lezer vindt het geluk zelf wel. Geluk kun je immers breed invullen: 'Toch een geluk… dat we onze regenjassen mee hebben,' zegt Barbara in een plensbui op de eerste illustratie in het boek. En wat is het belangrijkste? Barbara Stok zoekt het antwoord in de wijde oceaan waar ze vanuit het vliegtuig op neerkijkt.

Martin Smit is redacteur van het tijdschrift De As en medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum