Recensie: Glorieus Griekenland

14 januari 2016 , door Charlotte Van Regenmortel
| | | | | | |

'I live in exceptional times,' schrijft Josiah Ober in zijn nieuwe boek. De uitzonderlijkheid van onze leefwereld wordt gekenmerkt door zowel economische als politieke ontwikkeling, waarin rijkdom en democratisering hand in hand gaan. Maar hoe uitzonderlijk is deze situatie nu echt? In The Rise and Fall of Classical Greece laat Ober zien dat het Griekse culturele erfgoed dat we nog steeds bewonderen en bestuderen ontstond door gestage economische groei die mogelijk werd gemaakt door een distinctieve benadering van de politiek.

N.B. In ons jubileumjaar 2016 ontvangt u korting op uitgaven van onze meest vooraanstaande uitgeverijen. In januari: Princeton University Press. Werk van auteurs als Lisa Jardine, Simon Blackburn én Josiah Ober nu met 20% korting. (gebruik bij webbestellingen de actiecode AB50PRINCETON)

Josiah Ober is verbonden aan de universiteit van Stanford als hoogleraar in zowel de Oude Geschiedenis als Politicologie. Dat deze combinatie zijn vruchten afwerpt, blijkt wel uit dit boek. In The Rise and Fall of Classical Greece kwijt in Ober zich, en niet als eerste, aan de moeilijke taak om de opkomst en uiteindelijke neergang van de oud-Griekse wereld te verklaren. Hoewel hij in samenspraak met Lord Byron en sommige van zijn academische voorgangers, de uniciteit van Griekenland bewondert, dicht hij dat niet simpelweg toe aan de fictie van een gekozen volk dat de bakermat van onze westerse maatschappij zou worden. Integendeel, Ober meet de opkomst en neergang van klassiek Griekenland met moderne concepten, binnen harde economische en sociologische modellen; zoals hij zelf zegt in de preface, ‘this book is both history and social science’.

Om tot een antwoord te komen waarom de oud-Griekse samenleving zo uitzonderlijk was, en zo te boek is blijven staan, onderzoekt Ober de mate van wat hij efflorescence noemt, vanaf de opkomst van de Griekse stadstaten tot en met de opkomst van Philippos II van Macedonië. Zo'n bloeiperiode wordt gekarakteriseerd door bevolkingsgroei, hogere welvaart, en een hoger niveau van culturele productie. Griekenland was daarin uitzonderlijk in de wereldgeschiedenis, en had er een die piekte rond 300 v. Chr. maar enkele eeuwen doorzette. De enige dramatischere periode van efflorescence die de wereld gezien heeft, namelijk het tijdperk waarin we zelf leven, begon in de vroeg-negentiende eeuw. Maar of die bloei nog eeuwen aanhoudt?

Burgers en Samenwerking

De opkomst van de klassieke Griekenland, begint volgen Ober bij deze periode. Het is deze periode van groei, die onze fascinatie met dit tijdperk verklaart. Waarom gebeurde het immers slechts in Griekenland? En waarom duurde het zo lang voor we weer zo’n spectaculaire bloei meemaakten?

Volgens Ober ligt de kern van het antwoord op deze vragen in de Griekse conceptie van politiek en burgerschap, die culmineerde in de democratische stadstaten Athene of Syracuse, die later rijken werden. De waarde die de Grieken toedichtten aan het idee van ‘burgerschap’ en het actief bijdragen aan de politieke aspecten van de samenleving, was toentertijd ongekend in andere maatschappijen. Door het gemis aan langdurige centrale autoriteit in veel van deze steden hoefden mensen niet noodzakelijk hun plek binnen de maatschappij te kennen, waardoor er meer ruimte was voor specialisatie en innovatie, en voor de verspreiding van informatie.

De samenwerking die we zien in de gedecentraliseerde, democratische staten, waarin niet één autoriteit de macht in handen heeft, leidt tot problemen voor de reeds bestaande theorieën over staten en coöperatie. De democratische stadstaten vormen bijvoorbeeld een argument tegen zowel Hobbes’ theorie van de nood aan een centrale autoriteit, als de zorgen die de econoom Mancur Olson zich maakte over de mogelijkheid van collectieve actie op grote schaal. Aan de hand van Aristoteles en de moderne biologie bouwt Ober een theorie op waarin de menselijke natuur sociaal is. Net zoals een school vissen, of een mierenkolonie – een analogie die Plato overigens al maakte – konden de Griekse stadsstaten opkomen en blijven groeien, omdat deze vorm van samenleving wel degelijk het eigenbelang diende, binnen een coöperatief geheel. In de woorden van Ober: ‘We […] have a theory of effective collective action with decentralized authority. The theory is based on a conception of human nature as at once social, interdependent, justice-seeking, self-interested, and strategic.’

De verspreiding van informatie

Obers theorie wordt gestaafd door degelijke historische hoofdstukken, waarin de grootste stadstaten, Athene, Sparta, en Syracuse, veelal als voorbeeld dienen. Alle perioden komen aan bod, en in deze zin is het boek dan ook een solide naslagwerk over de geschiedenis van Griekenland als geheel, met een uitzonderlijk origineel perspectief.

Toch zullen de argumenten en het bewijs beschreven in dit boek hier en daar op weerstand stuiten. Oudhistorici kunnen bijvoorbeeld twisten over de gangbaarheid van deze concepten in de oudheid. Maar sociale theorie blijft theorie, en Ober biedt een case study die voor oudhistorici én academici in andere wetenschapsgebieden, zoals de geschiedenis van de economie, of de politicologie, kan leiden tot een nieuwe manier van denken over hun vakgebied.

Het bewijs dat door Ober geleverd wordt, zoals de grootte en hoeveelheid van stadstaten, is noodzakelijkerwijs geïnfereerd via verschillende bronnen en hypotheses, maar is daarom niet minder subliem. Dat Ober echter bereid is de discussie hierover aan te gaan, blijkt uit het feit dat hij alle gebruikte data online heeft gepubliceerd, waardoor hij het belang van verspreiding van informatie actief ondersteunt.

Geschenken van de Grieken

Met The Rise and Fall of Classical Greece schaart Ober zich onder de vele historici die de opkomst en neergang van het Oude Griekenland probeerden de verklaren. Ober weigert echter te romantiseren, en ontleent verschillende beproefde methoden aan andere vakgebieden waarmee hij de bronnen en zijn theorie test. Het resultaat is een boek waarin hij als meesterhistoricus naar voren komt, en een betoog neerzet waar velen van kunnen leren.

Charlotte Van Regenmortel studeerde Oude Geschiedenis aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en is hoofdredacteur van Skript Historisch Tijdschrift

pro-mbooks1 : athenaeum