Recensie: Houellebecq wil je, nee moet je lezen

20 juni 2016 , door Maartje Kroonen
| | |

Als boekhandelaar heb je soms je handen vol aan het wegnemen van aannames die door klanten gedaan worden. Het is een bekend feit dat vooroordelen hardnekkig zijn; een boek aanraden zonder deze barrière is een stuk minder arbeidsintensief. De aannames zijn soms op de inhoud van eerder werk van een auteur gebaseerd, maar meestal op de schrijver als persoon. Zeker de uiterlijke verschijning, mogelijk schokkende uitspraken van de schrijver in de media en de suggestie van overmatig drankgebruik vertroebelen de mogelijkheid tot het onbevooroordeeld aanschaffen van het boek. Bij vertaalde auteurs blijkt Michel Houellebecq een gewillig slachtoffer van deze kortzichtigheid.

N.B. Dit is de laudatio voor Michel Houellebecqs Onderworpen bij de bekendmaking van de shortlist van de Europese LiteratuurprijsEerder besprak Arjen van Meijgaard Soumission en publiceerden we voor uit de vertaling van Martin de Haan.

De lezers vragen oppervlakkig inhoudelijk: 'Schrijft de man weer alleen maar over seks,' of: 'Zijn de vrouwen weer kansloos neergezet?' De recensent, op zijn beurt, zoekt de verklaring voor een boek van Houellebecq opvallend vaak bij de schrijver in plaats van in het boek zelf: 'Kunnen we in zijn persoonlijk leven en zijn uitlatingen een antwoord vinden op dit meerduidige boek?'

De schrijver blijkt in vele opzichten meer levend dan ooit.

Je moet veel voor waar aannemen

Nu ben ik niet zo geïnteresseerd in schrijversbiografieën en auteursintenties. Natuurlijk zijn Houellebecqs portretfoto’s intrigerend, maar deze zouden niets van doen moeten hebben met de receptie van zijn laatste roman Onderworpen. Waar het bij Onderworpen om draait is niet de persoon Houellebecq, maar Houellebecqs kunde als schrijver: hij toont de lezer een wereld die hem vreemd is, maar die toch zeer herkenbaar aandoet. Een wereld die wellicht niet zoveel afwijkt van waar wij nu staan. Zijn vermogen tot het inzetten van the willing suspension of disbelief is ongekend.

Die willing suspension of disbelief is van groot belang in Onderworpen. Je moet als lezer voor waar aannemen dat in het Frankrijk van het jaar 2022 inderdaad de moslimpartij de president levert, dat het secularisme wegvalt, dat het systeem zo ingericht wordt dat mannen en vrouwen niet gelijk aan elkaar zijn, dat polygamie is toegestaan. Dat de joden emigreren naar Israël, de docenten aan de Sorbonne zich bekeren, dat de grootste cashflow uit de Arabische landen komt, de EU zich in snel tempo uitbreidt en Frankrijk zich opmaakt voor een verandering van het economisch systeem.

Dit lijkt nogal veel. Je accepteert het als lezer.

François

Je moet als lezer aannemen dat de hoofdpersoon, François, luistert, toekijkt en meebeweegt met wat hem overkomt. Dat hij zich slechts ongemakkelijk voelt. Dat hij hierdoor geen zin in seks heeft, of misschien wel, maar ook in de lust beweegt François zich lethargisch.

Hoe François je ook irriteert, je begrijpt als lezer zijn positie in het boek.

François blijkt in de gedegen beschrijvingen van Houellebecq, en de prachtige, to the point vertaling van Martin de Haan, een eenzame man. Een individu, goddeloos, liefdeloos, nog steeds psychisch labiel door zijn afkomst en opvoeding. Zijn beste vriend is de dode schrijver Joris-Karl Huysmans, de symbolistische schrijver, van het decadentisme. François ziet zijn proefschrift over Huysmans als zijn grootste verdienste, hij ziet zijn hele leven en ook de maatschappij in het licht van het werk van Huysmans. Een uiteindelijke bekering zou hem dan ook niet misstaan.

François is cruciaal. Hij belichaamt in mijn ogen het volk dat niet in opstand lijkt te komen tegen de doorgevoerde nieuwe wetten, het volk dat zich als een massa meebeweegt met de opgelegde richting, het volk dat zich voegt naar een beleid waarin vrijheid van meningsuiting en godsdienst, maar ook de verworvenheden van het feminisme in zeer korte tijd worden geëlimineerd.

Niet juist maar correct

François is een personage dat het best tot zijn recht komt wanneer in prachtige scènes zijn seksleven en huiselijkheden beschreven worden:

'Met hun kleurige vrolijke verpakkingen vormden magnetronmaaltijden, flauw maar betrouwbaar als ze waren, toch een echte vooruitgang ten opzichte van de trieste beproevingen die de hoofdpersonen van Huysmans moesten doorstaan; er viel geen greintje kwade wil in te bespeuren, en het gevoel dat je deel had aan een teleurstellende maar egalitaire collectieve ervaring kon de weg naar een gedeeltelijke berusting openen.'

De maaltijd blijkt uiteindelijk 'rubberachtig maar correct'.

Dit citaat lijkt aan de oppervlakte enkel gekozen om de glimlach, die het in ieder geval bij mij op mijn gezicht toverde. Maar de schrijver Houellebecq weet precies waar hij zijn lezer wil hebben. Laten we het citaat nogmaals bekijken.

Waar kun je tegen protesteren als man? De riante salarissen op de universiteit door inmenging van de Saudi’s, de mogelijkheid tot polygamie, het wegvallen van de hoge werkloosheidcijfers doordat de vrouwen thuisblijven bij hun kinderen? Tegen kleurige vrolijke verpakkingen... er viel geen greintje kwade wil in te bespeuren. We bewegen ons uit het individualisme naar een egalitaire, collectieve ervaring. Een collectieve ervaring in de beleving van het geloof. Teleurstellend, maar iets om gedeeltelijk in te berusten, er is immers een, opgelegd, gevoel van samenhorigheid. Deze invulling van het leven is te accepteren. Rubberachtig, soms met pijnlijke kaken van het kauwen met weerstand, maar uiteindelijk correct. Niet overtuigend juist, maar simpelweg correct.

De magnetronmaaltijd als belichaming van de politieke en maatschappelijke verandering in Frankrijk. De ironie druipt er vanaf. Als er Libanese wijn gedronken wordt op de Sorbonne, en die als 'absoluut niet slecht' geaccepteerd wordt, blijkt zelfs het Franse chauvinisme naar de achtergrond verdwenen.

Vrouwen weer kansloos

Is er dan geen verwarring over de nieuwe situatie? Natuurlijk. Maar het enige wat wij als lezer zien is een glimp van onrust tijdens de verkiezingstijd. Wanneer François de verkiezingsuitslagen bekijkt merkt hij op: 'Toen de persconferentie eindigde begreep ik dat de moslimkandidaat me precies had waar hij wilde; in een soort algemene twijfel, het gevoel dat er niets was om je ongerust over te maken, en eigenlijk ook niets nieuws.'

Deze berusting, deze vertwijfeling, net niet groot genoeg om tot actie over te gaan, is voor de lezer frustrerend. Misschien nog wel meer, we kunnen er wederom niet omheen bij dit boek van Houellebecq, omdat de vrouwen er toch weer enigszins bekaaid vanaf komen.

Ik neem aan dat u het understatement verstaat in dezen.

Wanneer de hervormingen in rap tempo ingevoerd worden, is polygamie een van de eerste verworvenheden waar grif gebruik van gemaakt wordt:

'Onder een islamitisch bewind hadden vrouwen- of nou ja, vrouwen die knap genoeg waren om de begeerte van een rijke echtgenoot te wekken- in feite de mogelijkheid om heel hun leven kinderen te blijven. Kort na het verlaten van de kindertijd werden ze zelf moeder en doken ze weer onder in de kindersfeer. Hun kinderen werden groter, vervolgens werden ze grootmoeder, en zo ging hun leven voorbij. Er was maar een korte periode van een paar jaar waarin ze sexy ondergoed kochten en de kinderspeeltjes voor seksspeeltjes verruilden- die in wezen ongeveer op hetzelfde neerkwamen. Natuurlijk verloren ze hun autonomie, maar fuck autonomy...'

Treurig manspersoon

Je kunt je, als lezer met feministische inborst, verbazen en boos maken om deze wederom kleinerende weergave van vrouwen door Houellebecq. En dan heb ik de term ‘stoofpotjesvrouw’ nog achterwege gelaten. Maar de kern en kracht van de roman ligt juist in een treurig manspersoon als François die deze woorden in zijn mond gelegd krijgt. Een man als personificatie van de massa, die bij de lezer het gevaar van onverschilligheid zoals hier over het lot van de vrouw, maar ook onverschilligheid over zijn eigen lot schrijnend duidelijk maakt. Voorwaarden om moedwillig alle individualiteit te laten varen en je te onderwerpen aan een allesomvattend geloof als systeem blijken niet spectaculair. Voldoende zijn: timing, wanbeleid, een dosis twijfel, berusting, eenzaamheid, een mislukte liefde, wat jaloezie.

<[p>Opstand behoeft grotere middelen.

Michel Houellebecq weet dat zijn privé- en publieke leven de gemoederen bezighoudt. Hij speelt met de opinie en maakt het steeds moeilijker zijn persoon los te koppelen van zijn creaties. Tegelijkertijd lijkt hij een helder oog te hebben, een klaar beeld waarmee hij in zijn werk kan verontrusten en activeren. Hij creëert dat moment waarop je buiten loopt en alles overziet. Het is waar literatuur om draait.


Een vriendin van mij zei laatst over het lezen van Houellebecq: 'Ik heb er geen zin in, maar ik wil het wel.' Een waarheid bij de boeken van Houellebecq, maar in het geval van Onderworpen zou ik bijna zeggen: het is geen kwestie van willen, maar van moeten.

Maartje Kroonen is rubrieksbeheerder Bellettrie bij Athenaeum Boekhandel.​

pro-mbooks1 : athenaeum