Recensie: In het land van Maas en Waal

25 januari 2016 , door Martin Smit
| | |

Dat 2016 het Jeroen Bosch-jaar is, zal nauwelijks iemand zijn ontgaan. Na de grote tentoonstellingen, overzichtsartikelen in kranten en kunsttijdschriften en analyses van Bosch’ werk is er nu ook een - Engelstalig - stripboek over deze middeleeuwse schilder: Hieronymus. Striptekenaar Marcel Ruijters brengt het leven van Bosch op eigen wijze in beeld: bij vlagen rauw, dan weer sentimenteel, geplaatst in de roerige tijden van de vijftiende eeuw. Het resultaat is een uiterst kakofonische weergave van de inspiratiebronnen en het werk van Bosch, waarbij het enthousiasme van de tekenaar van de pagina’s lijkt te spatten.

De opdracht voor Marcel Ruijters (1966) zal niet makkelijk geweest zijn. Want hoe maak je, na diverse stripalbums over schilders zoals die de afgelopen jaren zijn verschenen, nog een origineel boek wat ook recht doet aan het werk van weer een schilder? Na albums over Vincent van Gogh van Barbara Stok, Rembrandt van Typex en Caravaggio van Manara stortte Ruijters zich op Jeroen Bosch. Het werk van Bosch past prima in de stijl van Ruyters, middeleeuwse thema’s keren vaak in zijn tekeningen terug.

Eerder tekende hij onder andere de strips Dr. Molotow, All Saints en de serie Troglodyts. Zijn stijl ligt zeker niet in de buurt van de klare lijn. Ruijters tekent met grove lijnen, dik aangezet, expressionistisch van karakter. Bij zijn figuren geeft hij extra aandacht aan grote neuzen, spitse kinnen en andere opvallende menselijke kenmerken, zonder karikaturaal te worden. Zijn ervaring in het tekenen van merkwaardig ogende wezens in zijn eerdere werk, maakt hem een uiterst geschikte kandidaat voor het verbeelden van het zonderlinge universum van Jeroen Bosch.

 

Hieronymus 35

Vagevuur

Over het privéleven van Bosch (ca. 1450-1516) is niet veel bekend. Met familieleden en assistenten werkt hij in opdracht voor de kerk en rijke stedelingen in Brabant en Vlaanderen. Hoe Bosch precies naar de wereld om zich heen keek is niet meer te achterhalen, de invulling die Ruyters daaraan geeft zou een alleszins voor de hand liggende kunnen zijn. Ruijters vertelt het verhaal van Bosch in chronologische volgorde waarbij hij zich onvermijdelijke vrijheden toe-eigent maar die maken het verhaal juist geloofwaardiger. In Hieronymus is Bosch een man die op bijna laconieke wijze de samenleving bekijkt. Bosch is gelovig, hij ziet de goede kanten van het leven maar ook de ontsporingen die plaatsvinden. Beide kanten van het menselijk bestaan vertaalt hij in beelden, waarbij zijn werk gruwelijker is dan de werkelijkheid.

De weinige werken van Bosch die bekend zijn tonen zijn fascinatie voor de hel, het verwoestende vuur wat voor eeuwig brandt. Het is een inferno met gruwelijke taferelen, de altijd aanwezige dood, verdoemenis zaaiende fantasiewezens, half dier, half mens, in een wereld waarin de duivel tot in de eeuwigheid heerst. Het is het alledaagse middeleeuwse leven dat Bosch om zich heen ziet en projecteert als zijn eigen bedachte, sterk vergrote werkelijkheid: armen, hongerlijders, leprozen, bedelaars, openbare terechtstellingen, stank en vuil. De rijke medeburgers die hun aardse bezittingen verrijken ten koste van anderen, krijgen van Bosch een schampere blik, zo probeert Ruijters te schetsen. Zijn drieluik Het laatste oordeel is de verbeelding van dit valse paradijs en de hel die erop volgt: het eeuwige vagevuur in het hiernamaals als Gods straf voor persoonlijk gewin ten koste van anderen.

Uil

Ruijters introduceert heer Engelbrecht van Nassau, een fictief personage, dat model staat voor de charlatans en oplichters van wie Bosch en zijn broers soms een opdracht krijgen. Bosch kan het niet nalaten heer Engelbrecht, weliswaar onherkenbaar, in een schilderij te verwerken. Zo zijn bij Ruijters meer momenten te vinden waarop het werk van Bosch te herleiden is tot de werkelijkheid zoals Bosch die beleeft. Ruijters laat Bosch een studie maken van de uil. Bosch vergelijkt zich met een uil: deze zit onbewogen en observeert, de uil ziet alles. Het enige wat beweegt zijn de kop en ogen. Het is het enige dier dat de mens onaangedaan in de ogen lijkt te kijken. Bosch ziet de slechtheid in de mens en wil deze daarmee confronteren. Zijn onheilspellende verbeeldingen worden ervaren als gruwelijker dan de werkelijkheid en moeten in een samenleving vol van Godsbeleving en bijgeloof de nodige vrees hebben opgeroepen.

 

Hieronymus 150

 

Universum

Veel veertigers en vijftigers zullen voor het eerst gehoord hebben van Jeroen Bosch in het lied 'Het land van Maas en Waal' van Boudewijn de Groot als ‘het circus van Jeroen Bosch’. Dat ‘circus’ trekt in Hieronymus voorbij, het universum van Jeroen Bosch: duiveltjes, een lopende vissenkop, bloedende eenden en mensenetende insecten die van metaal lijken te zijn en zo uit een science-fictionstrip gehaald zouden kunnen zijn. Ruijters laat op overtuigende wijze zien hoe de dagelijkse realiteit Bosch geïnspireerd zou kunnen hebben. Bosch precieze gedachtegang blijft in de nevelen van de geschiedenis gehuld, maar Ruijters weet een mogelijke variant aannemelijk te maken.

In Manara’s Carvaggio zag de lezer hoe de schilderijen uit de handen van de schilder ontstonden, aan de hand van de modellen en hun omgeving. In Hieronymus zien we de uiteindelijke werken niet. Dat zou voor de tekenaar letterlijk een ondoenlijke klus zijn en dus volstaat Ruijters met het refereren aan ontstane werken of zien we dat eraan gewerkt wordt. Voor de lezer is het handig dat daarom achterin het boek afbeeldingen van de werken die genoemd worden, zijn opgenomen. Bovendien is een historische tijdlijn opgenomen en een schets van de familierelaties van Bosch.

Fantasie

Jeroen Bosch liet zijn fantasie de vrije loop, Ruijters kneedt die fantasie om tot een minstens even fantasierijke verbeelde middeleeuwse wereld. Hij schuwt daarbij niet de eveneens gruwelijke werkelijkheid van die tijd ruim uit te meten en gedetailleerd, soms paginabreed, voor de lezer neer te zetten. Het aardige is bovendien dat Jeroen Bosch in het verhaal ontdaan wordt van het mysterieuze rond zijn figuur en als een innemend karakter naar voren komt.

Martin Smit is redacteur van het tijdschrift De As. Hij publiceerde artikelen in De As, De Parelduiker en Leovardia en is medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum