Recensie: Moord uit liefde

29 september 2016 , door Fabian Takx
| | |

In Een zaak van liefde (Trials of Passion, vertaald door Fred Hendriks) laat Lisa Appignanesi zien dat de berechting van de ‘crime passionel’ trendgevoelig is. In Frankrijk gold onbeheersbare hartstocht rond 1900 veel meer als een verzachtende omstandigheid dan in Angelsaksische culturen.

Lisa Appignanesi (Lódz, 1946) schreef met haar tweede echtgenoot John Forrester de bestseller Freud’s Women (1992) en was onder andere directeur van het Freud Museum in Londen. In veel van haar boeken speelt de geschiedenis van psychologie en emoties, en dan vooral die van de vrouw, de hoofdrol. Alles over de liefde (All About Love) beschrijft hoe de kijk op de liefde door de eeuwen heen is veranderd in literatuur, beeldende kunst en mythologie. Gek, slecht en droevig (Mad, Bad and Sad) gaat over de ‘geschiedenis van vrouwen en psychiatrie van 1800 tot heden’ aan de hand van casuïstiek uit Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten.

Sensationele rechtzaken

In het nu verschenen Een zaak van liefde hanteert Appignanesi een vergelijkbare aanpak om ‘misdaden in de naam van hartstocht en waanzin’ te beschrijven. Ze concentreert zich op vier rechtszaken, ook nu in Engeland, Frankrijk en de VS. In drie gevallen zijn vrouwen de aangeklaagde, in de vierde is het een man. Daarnaast komen nog talloze andere rechtszaken voorbij, de ene nog bizarder dan de ander.

Het gaat in dit forse boek (462 pagina’s) overigens niet alleen om de jurisprudentie, maar ook om de aanloop daarnaartoe. En die is meestal sensationeel. Appignanesi besteedt bovendien veel aandacht aan de verslaggeving door de sensatiebladen van die tijd, die ieder detail van deze zaken met smaak opdisten en zo en passant de stem des volks lieten horen (en beïnvloedden).

Giftige bonbons, moordpogingen en inrichtingen

Het eerste proces betreft een gifmengster in Victoriaans Engeland die probeert de vrouw van haar geïdealiseerde liefdesobject, een huisarts, een giftige bonbon in de mond te proppen. Als dat mislukt besluit ze veel meer met strychnine geïnjecteerde bonbons in omloop te brengen, om zo de verdenking van haarzelf weg te nemen. Als daaraan een vierjarig jongetje overlijdt, beweert deze Christiana Edmunds dat men heeft geprobeerd haar ook te vergiftigen en de verdenking op een snoepwinkel te laden, maar dat mag niet baten. Ze wordt veroordeeld tot de strop, maar dat oordeel wordt herroepen omdat bij nader onderzoek wel duidelijk wordt dat Christiana niet goed snik is. Ze slijt haar laatste decennia in een inrichting.

Meer begrip hebben de ingeroepen deskundigen in de Franse Belle Époque voor wat de ‘crime passionel’ zal gaan heten. Marie Bière probeert haar gefortuneerde ex-minnaar te vermoorden met pistoolschoten omdat hij haar te gronde heeft gericht en tot abortus heeft proberen te dwingen. Nadat haar geliefde dochter ook nog eens snel is gestorven, heeft hij zich schandelijk opgelucht betoond. Marie Bière roept zoveel medelijden op dat ze wordt vrijgesproken. En ook Henriette Caillaux, de vrouw van een politicus die een roddeljournalist vermoordt, wordt vrijgesproken omdat ze ten tijde van haar vergrijp ‘zichzelf niet was’.

De Amerikaanse miljonairszoon Harry K. Thaw is zichzelf nooit geweest. Hij vermoordt een beroemde architect omdat die zijn jonge, oogverblinde vrouw Evelyn Nesbit jaren geleden, toen ze vijftien was, heeft gedrogeerd en ontmaagd. Thaw wordt in een inrichting geplaatst, maar vervolgens weet hij, al dan niet met steekpenningen, vrij te komen. Maar Thaw wordt na herhaald obsessief gedrag weer opgesloten. Vreemd genoeg keert het volk zich eerder tegen Evelyn, die Stanford White, de de architect die haar heeft misbruikt naar de smaak van het publiek te welbespraakt en beheerst blijft verdedigen. Overigens komt ze ook op voor haar echtgenoot Harry, terwijl ook hij haar heeft verkracht en heeft mishandeld, maar desondanks kan ze op Appignanesi’s sympathie blijven rekenen.

Tussen feitelijk, opiniërend en literair

Deze met een indrukwekkend bronnenonderzoek tot leven gewekte ‘passiemisdrijven’ en processen illustreren hoe opvattingen over de rolpatronen van man en vrouw de rechtspraak beïnvloedden, waarbij ‘geestesartsen’ in de rechtszaal steeds vaker werden geraadpleegd. Soms is het voor de lezer wel even doorzetten. De auteur springt heen en weer tussen feitelijk, opiniërend en literair, met soms een iets te jofele uitdrukking (‘White was bepaald niet de enige die buiten de pot piste...’) als valse noot en het betoog is niet altijd glashelder. Bovendien lijkt het regelmatig alsof de Engelse zinsconstructies en uitdrukkingswijzen te letterlijk zijn vertaald. Dat neemt niet weg dat Een zaak van liefde intrigeert. Het boek maakt duidelijk dat opvattingen over toerekeningsvatbaarheid en ethiek historisch en cultureel bepaald zijn. Dat heeft altijd al aanleiding gegeven tot de nodige opwinding onder media en publiek. Maar gezien de commotie die veel gerechtelijke uitspraken tegenwoordig oproepen, is het onderwerp actueler dan ooit.

Fabian Takx is freelance journalist en auteur. Hij heeft een website, fabiantakx.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum