Recensie: Portretten van de priesters van de moderne maatschappij

23 mei 2016 , door Bastiaan Schoolmann
| | | |

‘Historians are Very Important People.’ Dat zijn de eerste, veelzeggende woorden van Daniel Snowmans opnieuw uitgebrachte bundel Historians. Tussen 1998 en 2005 interviewde de Britse sociaal-culturele historicus en programmamaker Snowman, tegenwoordig zelf werkzaam aan de University of London, voor het tijdschrift History Today verschillende grote namen uit de historische wereld. Vervolgens heeft hij 27 interviews verwerkt tot de essays die de kern vormen van Historians. Aangevuld met korte CV's en bibliografieën vormen deze essays overzichtelijke hoofdstukken, die telkens een blik werpen op de levens van deze ‘priesters van de moderne maatschappij’ en hun onderwerpen uit de meest uiteenlopende tijdperken en plaatsen. Door bekende biografen als Antonia Fraser, Ian Kershaw, David Starkey, Roy Forster en Peter Stansky te plaatsen naast Felipe Fernández-Armesto, die zich bezighoudt met wereldgeschiedenis, laat Snowman niet alleen zien hoe divers het werkgebied is – maar ook de geschiedschrijvers zelf.

Priesters? Ja. Volgens Snowman zijn mensen sinds het laatste decennium van de twintigste eeuw zich steeds meer gaan interesseren in geschiedenis. Door nostalgie, in een zoektocht naar identiteit of simpelweg voor het lezen van een goed verhaal. Maar geschiedenis is niet hetzelfde is als het verleden. Het verleden omvat volgens Snowman alles wat er ooit is gebeurd, en geschiedenis dat wat is verteld, geschreven of op een andere manier werd doorgegeven om het verleden te schetsen. In elk tijdperk hebben mensen de behoefte gehad om op deze manier het verleden te gebruiken voor hun eigen geschiedenis, een eigen versie van het ‘onveranderlijke’ verleden. In dit proces van gebruik en misbruik van het verleden voor het heden en de toekomst is een belangrijke taak weggelegd voor historici.

De mensen achter de boeken

Een van de interessantste elementen van Historians is het gedetailleerde beeld van de achtergrond van de historici. Door in te gaan op het leven van de historici vóór hun loopbaan als historicus maakt Snowman duidelijk hoe en waarom zij gekozen hebben voor een carrière als historicus. Soms is dat hun met de paplepel ingegoten – bijvoorbeeld bij Eric Foner, wiens vader en oom ook historici waren. Of bij John Brewer, die op jonge leeftijd voor het eerst in aanraking kwam met geschiedenis door de antiekverzameling van zijn vader en diens enthousiasme voor het verleden. Voor andere historici zoals Niall Ferguson bleek er toch een moment van verlichting nodig om te beseffen wat zijn roeping was:

‘Then, one night, he suddenly decided he was wasting his time. This Damascan moment occurred while Niall was sitting on a toadstool smoking a hookah – playing the Caterpillar in a student production of Alice in Wonderland. After the performance he went back to his rooms and resolved to pull out of all his extracurricular activities and settle down to the one thing he was any good at, which was history’.

Minstens even boeiend is om te lezen hoe hun interesse uiteindelijk heeft geleid tot hun specialisatie. Snowman stelt in zijn inleiding dat steeds meer historici meer weten over minder dingen, wat een onvermijdelijk gevolg is van de academische specialisatie in de meest uiteenlopende onderwerpen. Uit de essays in Historians blijkt dat dat vaak een toevallige keuze was. Een goed voorbeeld hiervan is Orlando Figes, die als student geïnteresseerd was in Centraal- en Oost-Europese geschiedenis. Hij kreeg van het zijn supervisor Norman Stone een waardevol advies: ‘You need something you can get on with even when distracted by love or a hangover … something practical, like counting peasants.’ Een advies dat resulteerde in Figes’ gevierde debuut Peasant Russia, Civil War.

Uiteraard komen ook de alledaagse bezigheden van historici aan bod in dit boek. Naast de verhalen van ellenlange dagen in archieven en de academische omgeving waarin de historici zich begeven lezen we ook over de meer publieksgerichte kant van geschiedenis. Een deel van de historici die geïnterviewd zijn door Snowman kent hij uit zijn tijd als programmamaker bij de BBC, zoals Simon Schama, Ian Kershaw en Laurence Rees. Je kunt uit het stuk over Jeremy Black wel halen dat de tv-historici nog wel eens een simpele en eendimensionale interpretatie van complexe gebeurtenissen geven, maar Snowmans keuze is gerechtvaardigd: groeide geschiedenis niet in populariteit?

Ouwe jongens krentenbrood?

Snowman zegt geprobeerd te hebben om de belangrijkste zaken in de huidige historiografie op te nemen in zijn boek – maar hij geeft toe dat er toch wel wat onderwerpen missen. Zo bekent hij dat hij graag meer aandacht aan antieke, Aziatische, Noord- en Zuid-Amerikaanse geschiedenis had willen bestedenD. Terecht: de auteurs in Historians richten zich vooral op Angelsaksische en Europese geschiedenis. Die is misschien wel het bekendst bij Snowmans publiek, maar het heeft er de schijn van dat hij zich in zijn interviews heeft beperkt tot zijn eigen old boys – en enkele girlsnetwork. Veel van de historici zijn verbonden aan de grote Britse universiteiten, andere kent hij van zijn tijd bij de BBC. Als Snowman er voor had gekozen om auteurs met meer diverse achtergronden en nationaliteiten te interviewen dan was Historians ongetwijfeld een afwisselender en verrassender boek geworden.

Het is opmerkelijk dat deze recente heruitgave van Historians wat betreft de inhoud gelijk is aan de oorspronkelijke uitgave van 2007. Snowman geeft in het zeven pagina’s tellende voorwoord van de nieuwe editie in sneltreinvaart een korte update van wat de 27 historici na de eerste uitgave hebben gedaan maar in de rest van het boek ontbreken aanpassingen in de bibliografieën én van de persoonlijke informatie van de hoofdrolspelers.

Maar de essays zijn over het algemeen vermakelijk om te lezen. Het is wel jammer dat hij in deze omgeschreven interviews vooral zelf aan het woord is, en des te interessanter zijn dan ook de korte epilogen die een aantal geïnterviewden schreef bij de essays. Daarin vertellen ze waaraan ze sinds het interview, soms vele jaren, werkten en zetten ze het essay in een actueel perspectief. Omdat de stukken van Snowman erg lovend en weinig kritisch zijn is het verfrissend om ook de historici zelf te lezen.

Een toegankelijke kennismaking

Dat Historians bijna tien jaar oud is, betekent niet dat het boek achterhaald is. Veel van de boeken van deze historici zijn nog steeds van grote waarde. Ja, er staat een nieuwe generatie historici klaar, en ja, de historische debatten blijven zich ontwikkelen. Maar deze wetenschappers zijn nog steeds ijkpunten in de geschiedschrijving, ze doen nog steeds mee en hebben onze perceptie van het verleden vormgegeven. Historians mag als opeenstapeling van korte essays dan geen spannende pageturner zijn, maar het biedt voor de geïnteresseerde lezer een boeiende kennismaking met enkele van de grootste historici van de afgelopen decennia.

Bastiaan Schoolmann volgt de onderzoeksmaster geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is redacteur van Skript Historisch Tijdschrift.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum