Recensie: Robert Capa: Terugblik door een fotograaf

28 juli 2016 , door Martin Smit
| | |

'Als je foto's niet goed genoeg zijn, sta je te veraf,' was het motto van de legendarische oorlogsfotograaf Robert Capa, vermaard geworden door zijn vele iconische foto's. Met collega-fotografen vormde hij het beroemde fotoagentschap Magnum. Zijn foto's worden nog steeds tentoongesteld en afgedrukt en er verschenen twee biografieën over zijn leven. Nu is van zijn levensverhaal ook een stripalbum gemaakt. Door daarin niet een anonieme verteller op te voeren, maar Capa zelf aan het woord te laten, geeft tekenaar Florent Silloray in Capa. De vallende ster diens levensverhaal een ongewone invalshoek.

Geen angst

Veraf stond Robert Capa nooit als hij aan het fotograferen was. Hij bevond zich in de voorste linies van de republikeinen tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939), maakte in 1943 de Amerikaanse opmars in Italië mee en was aan boord van een van de eerste landingsvaartuigen die op D-Day op 6 juni 1944 op Omaha Beach aan wal kwamen. Hij legde de bevrijding van Parijs vast, bevond zich in straatgevechten tussen Amerikanen en Duitsers in Duitsland in 1945, fotografeerde het Chinese verzet tegen de Japanse inval in 1938 en trok in 1954 met een Franse legereenheid mee in de strijd tegen de communistische Viet Minh in het door Frankrijk bezette Indochina.

'Capa kende geen angst,' schrijven zijn beide biografen, Richard Whelan in Robert Capa en Alex Kershaw in Blood and Champagne. Tijdens de Amerikaanse invasie van Sicilië in 1943 sprong hij met de tweede golf parachutisten mee hoewel hij nog nooit een sprong had gemaakt. Toen tijdens de bevrijding van Parijs Duitse sluipschutters het vuur openden op een feestende menigte, mengde hij zich daartussen in plaats van een goed heenkomen te zoeken.

Vallende soldaat

Wie bladert in boeken met verzameld werk van Capa staat inderdaad versteld van zijn gedurfdheid in oorlogssituaties. Duidelijk is dat Capa op het juiste moment de knop van zijn Leica wist in te drukken. De weliswaar onscherpe opnames die hij maakte in Normandië zijn de enige opnames van dichtbij die er bestaan van de landing. Onscherp omdat het niet mogelijk was de camera stil te houden maar ook omdat er bij het ontwikkelen iets mis ging, maar daarom niet minder van historisch belang.

De foto van de sneuvelende republikeinse soldaat die hij tijdens de Spaanse Burgeroorlog maakte aan het front bij Cordoba, is zijn bekendste foto: op het moment dat een soldaat wordt getroffen door een nationalistische kogel, achterover valt en daarbij zijn geweer loslaat, drukt Capa af. Door sommigen wordt getwijfeld aan de authenticiteit van deze opname, de foto zou in scène gezet zijn, maar echt bewijs daarvoor is er niet. Capa presenteerde de foto destijds niet als exceptioneel, maar de foto verscheen gewoon in een Frans tijdschrift in een serie over de burgeroorlog. Of er sprake is van doorgestoken kaart, laat Silloray in het midden.

Opdrachten

Behalve dat hij geen angst kende was Capa ook een rusteloos iemand. Stilzitten kon hij niet. Tussen de oorlogen door woonde hij altijd in hotels, een eigen woning heeft hij nooit gehad. Hij dronk graag, gokte op de paardenrennen, was een verwoed pokeraar en had talloze vriendinnen. Hij kon schrijver Ernest Hemingway en regisseur John Huston tot zijn vrienden rekenen en had een korte maar heftige verhouding met actrice Ingrid Bergman.

Hij werd in 1913 in Hongarije geboren als Endre Friedmann. Hij leerde in Berlijn fotograferen van de later in Nederland woonachtige fotografe Eva Besnyö. Later in Parijs werd hij verliefd op de jonge Gerda Taro, die eveneens ging fotograferen. Omdat tijdschriften nauwelijks belangstelling toonden voor de foto's van Friedmann, bedacht Gerda voor hem een andere naam, die Amerikaans klonk en koppelde daar de mythe van Capa als een bekende fotograaf aan. Al gauw kreeg hij daardoor opdrachten voor tijdschriften als het toonaangevende fototijdschrift Life, Collier's Weekly, waar ook Ernest Hemingway voor schreef, en het Franse blad Vu. Het leven van Capa lijkt op het eerste gezicht een succesverhaal, maar het zou overschaduwd worden door een persoonlijke tragedie die hij zijn verdere leven met zich mee zou dragen.

Deelnemer van levensverhaal

Hoe Capa dacht over zijn leven, zijn werk en liefdes, daarover is niet veel bekend. Capa hield niet van schrijven. Een filmscenario wat hij zou schrijven kwam nooit af en zijn met moeite op papier gezette memoires over zijn belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog, Slightly Out of Focus, zijn hier en daar nogal aangedikt. Des te opmerkelijker is de tekstvariant die tekenaar Silloray toepast in Capa. De vallende ster. Silloray laat Capa terugblikken op de belangrijkste momenten in zijn leven. Als literaire kunstgreep is het vaker toegepast: een overledene met terugwerkende kracht zijn eigen levensverhaal laten vertellen. Het verhaal van Capa eindigt abrupt op het moment dat hij op 25 mei 1954 in Indochina op een landmijn stapt.

Silleray tekent in zijn stripalbum de bekende foto's van Capa niet na. Hij draait de situatie 180 graden om en laat juist Capa zien op het moment dat hij een foto neemt. Dat kan om redenen van copyright zijn - de erven Capa zien streng op zijn nalatenschap toe - maar het is zeker een originele vondst. Het plaatst de fotograaf in een ander perspectief, aan het werk in een steeds wisselende achtergrond, en het zet de lezer niet achter de camera op het moment van afdrukken, maar als toeschouwer bij het maken daarvan. Van neutrale kijker van foto's achteraf wordt de lezer deelnemer aan de belevenissen van Capa.

Noodlot

Na een moment van bezinning tijdens een skivakantie in 1954 - Capa vraagt zich af of hij weer een volgende oorlog moet gaan fotograferen, de Koreaanse oorlog heeft hij al laten schieten - volgen we Capa in een terugblik in het revolutionaire Barcelona op weg naar het front tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Silloray weet de overwinningsroes die in de stad heerst wanneer de anarchistische vakbond het bestuur van de stad en bedrijven in handen heeft genomen, treffend te verbeelden, vergelijkbaar met de sfeer die George Orwell beschrijft in Homage to Catalonia. Dit gedeelte spreekt erg tot de verbeelding, de lezer voelt zich bijna deelnemer. De sympathie van Capa ligt bij het republikeinse Spanje en hij ziet zijn foto's als een verdediging daarvan.

Capa maakt de reis met Gerda Taro, de liefde van zijn leven. Hoewel Silloray zich in het gehele album keurig aan de feiten houdt laat hij wat betreft de gebeurtenissen in Spanje toch een steekje vallen. Wanneer hij Capa en Gerda in september 1936 op de terugtocht van het front plaatst, spreken ze over het nationalistische bombardement van Franco op de stad Guernica. Het bombardement vond plaats op 26 april 1937.

Het noodlot in Capa's leven slaat toe wanneer hij tijdens een kort bezoek aan Parijs het bericht krijgt dat Gerda bij het fotograferen aan het front door een republikeinse tank is verpletterd. Zijn leven staat op zijn kop, zijn rusteloosheid neemt toe, aan een vrouw wil hij zich nooit meer voor lange tijd binden. Ook dit soort momenten voert Silloray in zijn verhaal op, en besteedt zo eveneens aandacht aan de dilemma's waarmee Capa worstelt.

Zwart-wit Normandië

Silloray tekent in een schetsmatige stijl, losjes uit de pols lijkt het, verre van de klare lijn, alsof hij met een schetsboek op zijn knieën als getuige bij de gebeurtenissen aanwezig is en in hectische momenten haastig de werkelijkheid heeft moeten vastleggen. Door als tekenaar zogenaamd de fotograaf tegenover zich aan het werk te zien, geeft hij aan een duidelijke verwantschap met diens werk te voelen.

Het kleurgebruik in het album is minimaal. De tekeningen zijn in inkt opgezet en als het ware overgoten met een laag van sepia, gecombineerd met diverse tinten bruin. Voor lichte gedeelten lijkt Silloray wit krijt gebruikt te hebben. Het geheel roept de sfeer van oude foto's op, opgedoken uit een vergeten archief, foto's uit een tijd waarin van kleurenfoto's nog nauwelijks sprake was. De enige pagina's waarop hij afwijkt van dit kleurgebruik zijn die waarop Capa zijn foto's van de landing in Normandië maakt. Tussen drijvende lichamen, braaksel en uitwerpselen baant hij zich een weg naar het strand terwijl de kogels om zijn oren vliegen en rondom hem soldaten worden getroffen. Deze onoverzichtelijke situatie tekent Silloray in zwart-wit, aangezet met lichte en donkere schaduwen als in een waterige mist. Rafelige randjes omlijsten de tekeningen, illustratief voor de chaos van dat moment.

Ondanks zijn wat losse tekenstijl verraadt de aanpak van Silloray wel een uitstekende documentatie. Hij weet auto's, gebouwen en locaties in Parijs en New York waarheidsgetrouw en herkenbaar neer te zetten.

Koffertje

Zijn documentatie voert zelf zo ver dat hij een scène invoert die niet voor iedere lezer direct betekenis zal hebben: wanneer Capa in 1939 Europa wil verlaten met het oog op een aanstaande oorlog, vertrouwt hij in Parijs een koffertje met negatieven van de Spaanse Burgeroorlog toe aan een vriend. In het stripalbum is geen verdere aandacht voor dit koffertje. Capa meende later dat het in de oorlog verloren was gegaan. De verloren gewaande inhoud werd door kenners beschouwd als de Heilige Graal in het oeuvre van Capa. Pas in 2008 dook het koffertje op in Mexico en kon bestudeerd worden welke foto's van Capa zijn en welke van Gerda Taro. Dat is in het album niet terug te vinden maar het haalde destijds wel de internationale pers.

Ook zo'n gegeven illustreert dat Silloray met Capa. De vallende ster niet zomaar een rechtlijnig verhaal heeft neergezet, maar een album heeft gemaakt met een biografische waarde.

Martin Smit is redacteur van het tijdschrift de As en medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum