Recensie: Saladin: de man, zijn tijden en de legende die hij werd

01 april 2016 , door Tim de Wit
| | | | |

Salah-ad-Din Yusuf ibn Ayyub (ofwel Saladin), de twaalfde-eeuwse heerser van Egypte en Syrië en de man die in 1187 Jeruzalem heroverde op de kruisvaarders, is een van de weinige middeleeuwse moslimleiders die een langdurende positieve indruk heeft achtergelaten in de culturele geschiedenis van christelijk Europa als een eerbiedwaardige, barmhartige sultan. De Franse historica Anne-Marie Eddé probeert in haar prachtige biografie Saladin (vertaald naar het Engels door Jane Marie Todd) een evenwichtig, historisch accuraat beeld te schetsen van deze belangrijke man en erachter te komen wat hem zo'n geliefd figuur heeft gemaakt in zowel Europa als de Arabische wereld.

N.B. In april 2016 ontvangt u 20% jubileumkorting op geselecteerde titels van Harvard University Press (kortingscode AB50HARVARD), waaronder Eddés Saladin.

De legendarische sultan

Toen Saladin in 1137 werd geboren was de moslimwereld in een staat van chaos. De soennitische kalief van Bagdad had zijn rol als de enige wereldlijke machthebber van de moslims allang verloren en diende slechts als geestelijk leider. Ook het rijk van zijn sjiitische rivaal in Caïro was in verval, de Turkse Seldsjoeken vochten meer met elkaar dan met de 'ongelovigen' en de heilige stad Jeruzalem en de andere belangrijke kuststeden van de Levant waren dankzij deze chaos in handen van de christelijke kruisvaarders - door de moslims Franken genoemd - gevallen. Toen Saladin in 1193 overleed was Jeruzalem islamitisch en waren Egypte en Syrië verenigd onder één machthebber - hijzelf.

Maar Saladins invloed hield niet op met zijn dood. Sommigen beschreven hem al tijdens zijn leven als een duister figuur die aan de macht kwam door middel van verraad: eerst van de sjiitische kalief van Caïro die hij namens zijn meester, de Syrische heerser Nur ad-Din, als vizier was gaan dienen. En later, na Nur ad-Dins dood, keerde hij zich tegen diens opvolgers, waardoor hij zich meester wist te maken van zowel Egypte als Syrië. Anderzijds werd zijn optreden tijdens de jihad tegen de christenen, eerst tegen de kruisvaarderstaten en later tegen de Derde Kruistocht onder leiding van Koning Richard I van Engeland, juist als buitengewoon positief ervaren:

'Having appeared as the sworn enemy of Christendom at the time of his ascent, beginning in the 1220s he takes on the features of the "chivalrous" sovereign, which epic and romantic literature subsequently seized on to construct the legendary history of Saladin.'

Een evenwichtig en neutrale biografie

Eddé benoemt de elementen van de mythische Saladin allemaal in haar boek, maar waar zij echt waarde aan hecht is het onthullen van de historische Saladin. Hierbij komt de politieke geschiedenis van Saladins heerschappij aan bod, maar Eddé gaat verder:

'The reader will of course find in this book an account of the events, known or less well known, that constituted the framework for the existence of this unique sovereign. Above all, I wished to shed light on the aspects of the individual which have been little studied by historians until now: the influences exerted on him, his conception of power, his attachment to Syria, his methods of governance, the application he intended to make of Islamic law, and his daily life.'

Eddé slaagt er zeer goed in om al deze elementen de revue te laten passeren, en maakt hierbij gebruik van een grote verscheidenheid aan primaire bronnen: van Saladin zelf, islamitische schrijvers uit Saladins nabije omgeving, islamitische schrijvers die in dienst waren van zijn vijanden en christelijke schrijvers (zowel kruisvaarders als oostelijke christenen). Bij het waarderen van deze bronnen maakt Eddé nauwkeurig gebruik van bronnenkritiek, aangezien de schrijvers in Saladins inner circle hun meester nogal verheerlijkten, terwijl zijn vijanden de neiging hadden om hem te demoniseren. Het resultaat van het kritische bestuderen van deze diverse bronnen mag er wezen, want Eddé blijft niet hangen in eindeloze lofprijzingen of continue veroordeling van de man, wat in vroegere bronnen over hem wel vaak gebeurde. Het portret dat zij van Saladin schetst komt hierdoor onpartijdig, plausibel en bovendien betrouwbaar over.

De 'echte' Saladin

Eddé betreurt het dat er geen eigentijdse schilderijen van Saladin te vinden zijn (waardoor Saladin altijd een 'faceless king' zal blijven) maar zijn persoonlijkheid komt uitgebreid aan bod. Belangrijk hierbij is zijn vaak gemythologiseerde barmhartigheid tegenover vijanden. De conclusies die Eddé hierover trekt bevestigen doorgaans de positieve eigenschappen die men Saladin toebedeelt:

'Attesting to his clemency are the many accounts that mention his sense of honor, his compassion toward the weak, and his desire to avoid, as much as possible, pillaging, gratuitous violence, and bloodbaths.'

Naast de aard van zijn karakter komen Saladins persoonlijke leven en interesses ook aan bod. Zo bestudeerde Saladin geschiedenis, theologie en poëzie, hield hij van jagen en spendeerde hij graag tijd met zijn vrouw, concubines en kinderen.

Eddé besteedt ook aandacht aan Saladins naaste familie. Voorbeelden hiervan zijn zijn vader Ayyub en zijn oom Shirkuh, die ervoor zorgden dat hij in dienst kwam bij Nur ad-Din, en zijn vele broers en neven die hij inzette voor het besturen van zijn rijk.

Aan de andere kant schroomt Eddé er ook niet voor om de wat meer ontluisterende aspecten van Saladin te bespreken. Zo kon hij vervuld zijn van woede, heeft hij zijn meest gehate christelijke rivaal (de edelman Reginald de Chatillon) hoogstpersoonlijk onthoofd nadat deze krijgsgevangen werd gemaakt bij de slag bij Hattin in 1187, en verkocht hij een deel van de bevolking van Jeruzalem als slaaf nadat hij die stad innam (de rest kon zich vrijkopen voor een schappelijke prijs). Ook vervolgde Saladin 'ketters' die afweken van de soennitische versie van de Islam, zoals sjiieten.

Een meesterwerk met kleine imperfecties

Dit boek is een waar plezier om te lezen, maar er is ook wel wat op Saladin aan te merken. Zo herhaalt Eddé zichzelf. Een citaat van ad-Fadil, een ambtenaar die namens Saladin de financiën in Egypte in de gaten hield, komt een aantal keer terug in verschillende hoofdstukken. Ook zijn er inconsequenties in de tekst te vinden. In de hoofdstukken over Saladins persoonlijke leven wordt diens (goede) relatie met zijn vrouw 'Ismat al-Din benoemd en hierbij is aangegeven dat zij overleed in 1186 en dat Saladin nooit hertrouwde. Maar Saladins doodsbed in 1193 werd wel omringd door 'his wife and concubines'. Daarnaast staan er helaas ook een aantal spelfouten in het boek.

Dat laat onverlet dat Saladin een prachtige studie is, en een voorbeeld van grondig, objectief historisch onderzoek. Door middel van een grote assemblage aan bronnen, die zij met een kritisch oog geanalyseerd heeft, is Eddé erin geslaagd om een plausibel en realistisch portret van de sultan te schetsen dat een verklaring biedt voor zijn legendarische postume carrière in de literatuur. Voor geïnteresseerden in de geschiedenis van de kruistochten en het middeleeuwse Midden-Oosten, of zelfs liefhebbers van de hoofse cultuur waarin Saladin een prominente figuur is, is dit boek een must-read.

Tim de Wit volgt een onderzoeksmaster geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en is redacteur van Skript Historisch Tijdschrift.

pro-mbooks1 : athenaeum