Recensie: Beter dan de alternatieven

20 maart 2017 , door Bastiaan Schoolmann
| | | |

Het zijn roerige tijden voor Europa. De samenwerking tussen Europese natiestaten die na de Tweede Wereldoorlog steeds intensievere vormen aannam, staat op losse schroeven. Verschijnselen die het vooroorlogse Europa kenmerkte zoals populistisch nationalisme, antisemitisme en fel grensbeleid beperken zich niet langer tot de geschiedenisboeken en zijn terug van weggeweest. Maar wat is er nou precies aan de hand met dit continent dat in een 'crisis' terecht is gekomen en hoe heeft het zo ver kunnen komen? In The End of Europe: Dictators, Demagogues and the Coming of the Dark Age (nu vertaald door Herman Meester als Het einde van Europa. Dictators, demagogen en de komst van duistere tijden) werpt de Amerikaanse journalist James Kirchick zijn blik op deze onheilspellende vragen.

De factor geschiedenis

Ondanks dat Kirchick van Amerikaanse komaf is, heeft hij door zes jaar journalistieke ervaring in Europa binding gekregen met het continent en diens politieke spanningen. Tijdens zijn werk in landen als Tsjechië en Duitsland besefte hij hoe de geschiedenis nog altijd van belang is op de huidige politieke ontwikkelingen in Europa:

'One cannot comprehend German outrage over the NSA scandal without understanding the country's status as a postwar American protectorate. Hungary's descent intro "illiberal democracy" is an echo of its authoritarian past. […] Such appeals may cynically distort history for political gain, but they draw on lived experiences. Explaining why these histories, real and imagined, remain so resonant is one of the reasons I wrote this book.'
'De Duitse verontwaardiging over het NSA-schandaal valt niet te begrijpen zonder de status van het land als naoorlogs Amerikaans protectoraat. In de neergang van Hongarije in de richting van een "onliberale democratie" weergalmt haar autoritaire verleden. [...] Dergelijke oproepen verdraaien dan misschien op cynische wijze de geschiedenis voor politiek gewin, ze baseren zich wel op doorleefde ervaringen. Uitleggen waarom die geschiedenissen – werkelijk en ingebeeld – zo blijven doorklinken is een van de redenen waarom ik dit boek heb geschreven.'

Kirchick beschrijft de spanningen in Europa in acht casussen - het huidige Rusland, Hongarije, Duitsland, de Europese Unie, Frankrijk, Groot-Brittannië, Griekenland en Oekraïne - en legt zo de verschillende facetten van de problematiek binnen Europa bloot. Hoewel het wat triviaal lijkt om slechts zeven landen te gebruiken om het gehele continent Europa te beschrijven, werkt dat opvallend goed voor een beknopt overzicht. De landen die hij in korte essays bespreekt, geven een divers beeld van de problemen waar Europa mee kampt. Zo weet hij herhaling te voorkomen, wat de leesbaarheid van zijn boek ten goede komt. Met name voor de lezer die politiek minder goed op de hoogte is blijft het overzichtelijk.

Het wordt snel duidelijk dat Kirchick een echte journalist is en geen historicus. Hoewel hij het belang van geschiedenis erkent, richten zijn casussen zich met name op de eenentwintigste eeuw. Het gros van zijn bronmateriaal bestaat naast zijn eigen ervaringen dan ook uit kranten en websites. Dit leidt ertoe dat zijn analyses, ondanks zijn interesse voor geschiedenis, soms niet erg sterk historisch onderbouwd zijn. Maar door zich juist te richten op de actuele omgang met deze geschiedenis schetst hij een interessant beeld van hoe geschiedenis tegenwoordig wordt gebruikt als legitimatie in de hedendaagse politieke arena in Europa. Dat komt het best naar voren in zijn bespreking van het huidige debat in Hongarije, waarin de revisionistische historische visie van het Orbánregime, op zowel de Tweede Wereldoorlog als het communistische verleden, het huidige autoritaire beleid legitimeert.

Een Amerikaanse perspectief

Ondanks zijn lange verblijf in Europa lijkt Kirchik in The End of Europe toch vaak door een Amerikaanse bril naar het continent lijkt te kijken. Door zijn focus op de gedeelde democratische waarden van Europa en Amerika als bescherming tegen autoritaire machten als Rusland doet zijn argumentatie op momenten denken aan anticommunistische Koude Oorlog-retoriek uit de vorige eeuw. Boeiend is daarom hoe Kirchick deze gedachten terecht actueel maakt in de casussen van postcommunistische landen als Duitsland, Hongarije, Rusland en Oekraïne. Vooral het hoofdstuk over Duitsland laat zich, door de vele afluisterschandalen door zowel het Oosten als het Westen, lezen als een spionageroman. Deze stellingname maakt ook inzichtelijk waarom Duitsland zich tegenwoordig aan de ene kant wil losmaken van Westerse allianties maar aan de andere kant ook niet geheel wil toegeven aan de opnieuw opkomende Ostpolitik ondanks recente, twijfelachtige, energieafspraken met Rusland.

Naast het benadrukken van de overeenkomsten in de Westerse liberale waarden tussen Europa en de Verenigde Staten, is het fascinerend om te lezen over de Europese zaken die Kirchick verbazen. Voorbeelden hiervan zijn de hoofdstukken over Frankrijk en de Europese Unie die op felle toon het immigratiebeleid en het opkomende antisemitisme, dat hij aan het immigratiebeleid toeschrijft, benoemen. Dit Europese immigratiebeleid vormt volgens Kirchick dan ook een grote bedreiging die door Europa onvoldoende serieus wordt genomen:

'Despite growing support for populist, xenophobic, anti-European parties, many elites hesitate to address valid worries about immigration and national identity. And too often when they take up these concerns, they brand them as motivated solely by racism or anti-Islamic hysteria.'
'Ondanks de groeiende steun voor populistische, xenofobische, anti-Europese partijen aarzelen veel elites om in te gaan op de valide zorgen over immigratie en nationale identiteit. En als ze deze zorgen dan toch oppakken, brandmerken ze die maar al te vaak als louter ingegeven door racisme of anti-islamitische hysterie.'

Hoopvolle toekomst?

De titel The End of Europe wekt de indruk dat Kirchick een weinig rooskleurig toekomstbeeld schetst. Toch straalt er hoop uit de conclusie van Kirchick en zijn pro-Europese agenda. In zijn uiteenzetting geeft hij geen concrete oplossingen, maar wel een voorbeeld hoe Europa zich kan wapenen tegen de huidige spanningen. Europeanen zouden zich af moeten vragen in hoeverre ze vast willen houden aan het idee van Europa, en welke prijs ze hiervoor willen betalen. Een kwestie waarin de hoofdrolspelers uit zijn casussen, zoals de boze Brexit-stemmer en de jonge generatie Oost-Europeanen, die snakken naar democratie en traditionele Europese liberale waardes, lijnrecht tegenover elkaar staan.

Hoewel een echt duidelijke these in The End of Europe ontbreekt en de keuzes van Kirchick voor de casussen op het eerste gezicht wat triviaal lijken, is zijn doel om de crisis in Europa inzichtelijk te maken goed geslaagd. De combinatie van zijn heldere en toegankelijke schrijfstijl, zijn politieke kennis en praktijkervaring als journalist maakt zijn waarschuwing effectief: hij toont hoe het continent steeds meer haar eigen waardevolle grondslagen dreigt te verliezen en daardoor langzaam weer een losse groep autoritaire staten wordt. Dit zou volgens Kirchick een desastreus einde van het grootste experiment van politieke samenwerking ooit zijn. Een experiment dat tot nu toe misschien wel het best valt te illustreren aan de hand van Kirchicks parafrase van Churchill: 'The EU may be the worst system of governing Europe, but it is better than any of the alternatives'.

Bastiaan Schoolmann volgt de Onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is hoofdredacteur van Skript Historisch Tijdschrift.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum