Recensie: Het leven als obstakel voor zelfbevrijding: Antonio di Benedetto’s roman Zama vertaald

06 maart 2017 , door Maarten Asscher

Over de schrijver Antonio di Benedetto hoorde ik voor het eerst in een prieeltje in de tuin van het Museo Nacional de Arte Decorativo in Buenos Aires. Achteraf beschouwd was de buitenissige setting van dat gesprek volkomen in lijn met de gedachtewereld van Don Diego de Zama, de hoofdpersoon van Di Benedetto’s belangrijkste roman uit 1956. Na vorig jaar eindelijk in het Engels vertaald te zijn, verschijnt het boek binnenkort ook in Nederlandse vertaling. Waarom duurt zoiets zo lang? Di Benedetto (1922-1986) is al meer dan dertig jaar geleden overleden en al die jaren lag het boek klaar voor vertaling. Er waren al wel edities in het Frans, Duits, Italiaans en Pools, maar nu ineens wordt zijn werk internationaal gelijktijdig verder ontdekt, met als voorlopig hoogtepunt het uitgebreide en indrukwekkende artikel dat Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee ter gelegenheid van de publicatie van de Amerikaanse editie in de New York Review of Books aan de schrijver wijdde.

Wachten

Don Diego de Zama is het soort hoofdpersoon dat een hele roman vult, op de wijze waarop ook Don Quijote of Oblomov volledig samenvallen met de naar hen genoemde romans. De lezer van de roman Zama verneemt alles via de observaties, de herinneringen en de gedachtenspinsels van de gelijknamige hoofdpersoon. De roman is gesitueerd diep in de Argentijnse provincie in het laatste decennium van de achttiende eeuw. Don Diego de Zama is een hooggeplaatste koloniale ambtenaar, gestationeerd in Asunción, tegenwoordig de hoofdstad van Paraguay, op onoverbrugbare afstand van Buenos Aires, om nog maar te zwijgen van het Spaanse moederland dat zich voor Don Diego op een andere planeet bevindt.

Hij wordt dan ook verteerd door twee alleszins invoelbare verlangens. Zijn eerste verlangen is om naar de hoofdstad overgeplaatst te worden, weg uit het achterlijke niemandsland van een oerwoudprovincie. Het tweede is dat hij hunkert naar een Europese vrouw. Niet zo’n zwetende, slecht geklede mulattin, maar een wufte, blanke vrouw, met zachte manieren. Zijn eigen echtgenote Marta woont met de kinderen in Urugay, een afstand in plaats die ook een afstand in tijd is geworden. ‘Thuis’ voor Don Diego is synoniem geworden met het verleden, en zijn gedachten gaan juist voortdurend uit naar de toekomst, naar zijn hoop, zijn verwachtingen. Zama is een roman waarin het leven zich in zijn meest pure essentie voordoet: een mens maakt in zijn hoofd allerlei plannen en terwijl we wachten op de uitvoering daarvan verstrijkt de tijd en vermeerderen onze herinneringen.

Dromen

De Argentijnse literatuur tapt in essentie uit twee vaten. Het ene is de koloniale, kosmopolitische immigratiecultuur, het andere de inheemse cultuur van de gaucho’s, de oorspronkelijke, creoolse bewoners van de regio. Don Diego droomt van het eerste, maar zit hopeloos vast in het tweede. Daarin schuilt wel een parallel met de tweespalt in het schrijverschap van Antonio di Benedetto zelf, die enerzijds, bijvoorbeeld door de uitvoerige historische, regionale research die hij voor Zama verrichte, diep wilde wortelen in de eigen Argentijnse geschiedenis, maar die anderzijds ook niets liever wilde dan in de Spaanse en zelfs de Engelstalige literaire wereld voet aan de grond krijgen.

            Wat er zij van die tegenstelling, tegen het einde van zijn leven kwam Di Benedetto heftig in aanraking met de politieke geschiedenis van zijn eigen land. Luttele uren na de militaire staatsgreep van generaal Videla in maart 1976 werd hij gevangengezet. De enige reden voor die gevangenisstraf kan zijn gelegen in Di Benedetto’s werk als journalist, want in zijn tot dan toe verschenen literaire werk had hij zich eerder een verbeeldingsrijke schrijver in het fantastische genre betoond dan een politiek gemotiveerde auteur.

Dat die twee ook samen kunnen gaan bewijzen zijn in de gevangenis geschreven verhalen. Het was Di Benedetto niet toegestaan in zijn cel literair werk te schrijven, maar hij mocht wel corresponderen. Die merkwaardige paradox zette hij naar zijn hand door in brieven naar huis over zogenaamde dromen te vertellen, die na zijn vrijlating een verhalenbundel opleverden onder de titel Absurdos (1978). Dankzij de hulp van collega-schrijvers als Heinrich Böll en Ernesto Sabató kwam Di Benedetto in september 1977 vrij, in een lichamelijke en geestelijke gezondheid die nogal te lijden had gehad van de achttien maanden opsluiting, de martelingen en de nep-executies die hij had moeten ondergaan.

In het gezicht

In haar uitstekende en verhelderende voorwoord bij de Amerikaanse editie van Zama vermeldt vertaalster Esther Allen dat Antonio Di Benedetto na zijn uitvoerige voorbereidende research het manuscript van Zama grotendeels tijdens een achttien dagen durende vakantie schreef. Daarna werkte hij nog een week lang in de ochtenduren aan het boek, alvorens zich aan zijn journalistieke werk van de dag voor de krant te zetten. Misschien dat die enorm snelle ontstaansgeschiedenis heeft bijgedragen aan de lichte en soepele stijl van de roman, die de lezer moeiteloos naar de jaren 1790-1799 verplaatst, terwijl de existentiële en seksuele observaties en frustraties van Don Diego tegelijkertijd op de lezer anno 2017 een volstrekt universele indruk maken.

In een van de laatste van de vijftig korte hoofdstukken waaruit deze roman bestaat, peinst de hoofdpersoon bij zichzelf: ‘One horseman can ride next to another at a trot, without either ever looking at the other’s face.’ De zelfbevrijding waar Don Diego de Zama naar gezucht heeft is dan niet ver meer, al verloopt die heel anders dan hij het zich al die jaren had voorgesteld. En de lezer? Die voelt zich op de slotpagina’s van deze roman keihard in het gezicht gekeken.

Maarten Asscher is directeur van de Athenaeum Boekhandel. Op 7 april 2017 houdt hij de zevende Rudy Kousbroeklezing in De Rode Hoed. In 2015 verscheen zijn studie Het uur der waarheid. Over de gevangenschap als literaire ervaring.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum