Recensie: Caesar, overwinnaar en auteur

06 april 2018
| | |

Als vandaag, op de tweede dag van de Week van de Klassieken, aan willekeurige voorbijgangers op het Spui zou worden gevraagd de naam van iemand uit de Oudheid te noemen, wil ik wedden dat de naam Julius Caesar het meest genoemd zou worden. Wat schrijft deze Romeinse celebrity over zijn eigen militaire campagne tegen voorouders van sommige van de huidige inwoners van Frankrijk? Over de inname van het stadje Avaricum staat het volgende in The Landmark Julius Caesar:

‘None of the soldiers were distracted by the thought of plunder; they were in a frenzy (...) and did not spare even the aged, women, or babies. In the end, out of the town’s entire population, which numbered about forty thousand, scarcely eight hundred made it through unharmed to Vercingetorix; they had dashed out of the town when they first heard shouting.’ (Gallic War 7.28)

Zo is het te lezen in de nieuwe, uitstekende vertaling van Caesar-academicus Kurt Raaflaub. Tevens is de passage terug te vinden in de index van personen, volkeren en zaken van deze magistrale publicatie, die niet alleen Raaflaubs vertaling bevat, maar bovendien voldoende informatie om een tien te halen voor elke mogelijke aan Caesar gewijde cursus zonder ooit naar college te gaan. We vinden de slachting in Avaricum terug onder het kopje atrocities of war, subkopje, by Caesar and his troops.

Wat moeten wij met een genocidaire, die zelfs geen poging doet zijn eigen misdaden te verzwijgen in een zelfgeschreven verslag van zijn oorlog?

Caesar historicus – en overwinnaar

The Landmark bevat Caesars verslagen, die lezen als een goede krant en die misschien werden voorgelezen aan grote groepen mensen thuis in Rome. Soms is het moeilijk niet te vergeten dat het heldere proza door een zeer partijdige verslaggever geschreven, of waarschijnlijker tijdens een paardrit gedicteerd is. Dat geldt zeker voor de zeven hoofdstukken Gallische oorlog, maar ook voor de drie hoofdstukken burgeroorlog in Italië. In die oorlog onderwierp Caesar zijn politieke tegenstanders met militair geweld en tegen de Romeinse regels in, om ze daarna grotendeels weer te bevrijden, hopend op dankbaarheid.

In Caesars verslag wordt geen teerling geworpen, zoals de conservatieve Romeinen dat graag wilden doen lijken. Caesar reageert slechts op misstanden en trok als vanzelf met zijn leger naar het zuiden uit zijn Gallische provincie. De boodschap ‘Caesar, redder’ zette hij niet alleen met geschriften kracht bij, maar ook met schilderijen van zijn Gallische veldslagen en een tempel gewijd aan zijn als godin gepersonificeerde Vergevingsgezindheid.

Naast Caesars eigen werk zijn hoofdstukken van mensen uit zijn entourage opgenomen, zodat al Caesars oorlogen van A tot Z in de Landmark staan. Het geheel is voorzien van een gedetailleerde tijdlijn met locaties, betrokken personen en verwijzingen naar de tekst. Er zijn illustraties van relevante standbeelden, munten en reliëfs; overzichtskaarten en detailkaarten van veldslagen met troepenbewegingen. In de kantlijn is elke alinea handzaam samengevat voor wie de draad kwijt was of snel doormoet.

Zo ontstaat tevens de indruk van een geschiedwerk over de eerste eeuw voor Christus waarvan een verwaarloosbare eigenaardigheid is dat het door de belangrijkste protagonist en overwinnaar is geschreven. De redacteurs zijn zich daar echter grondig van bewust. De Landmark is bijzonder genoeg voorzien van honderden pagina’s informatieve en interpreterende essays die iedereen op internet kan inzien – ze staan in de inhoudsopgave van het boek. In de vele voetnoten op elke pagina wordt verwezen naar deze essays en naar alternatieve bronnen over de beschreven historische gebeurtenissen, als die er zijn. Al met al krijgt Caesar’s propagandistische ambitie niet vrij spel, zoals past in een geschiedenisboek.

Caesar retoricus – en literator        

Toch blijft het Caesars boek over Caesar. Daarom is secundaire literatuur onontbeerlijk en de recent verschenen Cambridge Companion to the Writings of Julius Caesar is een enorme verrijking voor de lezer die niet alleen wil wegzinken in de avonturen en militaire details van Caesars ondernemingen.

Dit boek bespreekt in 23 geleerde, bondige essays Caesars schrijverschap. Want ook daarom had hij een beroemde Romein kunnen worden. We kunnen in deze Companion lezen over zijn gepubliceerde werk zoals dat in de Landmark vertaald staat, maar ook over zijn verloren gegane essayistische werk, brieven en redevoeringen. Caesar gold als een groot schrijver, spreker en democratiseerder van de taal. Dat was een van de belangrijkste motoren van zijn succes.

De taal die hij gebruikte was voor iedereen goed te begrijpen en niet te intellectueel – een vaardigheid die juist ook weer de nodige intelligentie moet hebben gevergd, in een wereld van onderwijs op retoricascholen en een elite die een kunsttaal schreef en gebruikte. Als Caesar en Cicero het spreekgestoelte waren opgeklommen, was het nog maar de vraag of de grote redenaar het niet zou afleggen tegen de grote generaal.       

In een van die essays, over Caesars literaire techniek wijst auteur Luca Grillo ons op de typische eigenschappen van een sappige episode over een Gallische overwinning op een doorgedraaide Romeinse commandant en diens leger in hun winterkamp. Hoe wist Caesar eigenlijk zo precies wat daar gebeurde, als hij zelf in Italië zat? En wat te denken van de opvallende gelijkenissen met andere oorlogsverhalen over Romeinse helden en teleurstellende commandanten, die zo mooi tegen elkaar afsteken? Deze vragen zenden je op gerichte wijze terug naar Caesars tekst en gedachten. En natuurlijk naar een aansprekend verhaal dat zo in de Landmark is teruggevonden.

Wij ervaren zo langzamerhand een gebrek aan een betrouwbare, gedeelde nieuwsbron. Zou een politicus met zowel de ambitie als het intellect van Caesar vandaag de dag van dat gebrek kunnen profiteren en de verslaglegging over de politiek in eigen persoon kunnen kapen? Aan het begin van deze Week van de Klassieken is er reden genoeg Caesar niet alleen bij naam te kennen, maar hem ook opnieuw te lezen en te bestuderen.

Jacob Zwaan is leraar Latijn op het Barlaeusgymnasium in Amsterdam. Hij studeert psychologie.

pro-mbooks1 : athenaeum