Recensie: De jaren tachtig waren geweldig

29 november 2018 , door Helen Westerik
| | | | | |

Het is lastig om objectief terug te kijken op je eigen coming of age. De mijne was in de jaren tachtig. Toen was alles veel radicaler en interessanter dan nu. De vleesjurk van Lady Gaga? Pff, wij hadden installaties met slachtafval en paardenpiemels in de gekraakte galerie Aorta en torenhoge vuurspuwende robots op het voormalig Rijkskledingmagazijnterrein. Nu worden de laatste vrijplaatsen aangeharkt en is kunst iets voor keurige dames en heren in daarvoor bestemde gelegenheden. Maar is dat wel echt zo? Is mijn beeld van mijn jeugd niet geromantiseerd? Gelukkig heb ik nu een stevig boek in handen om te testen. The Long 1980s. Een collectie essays over de jaren tachtig, in kunst, politiek, activisme en maatschappij.

Microgeschiedenissen in samenhang

Constellations of art, politics and identities, a collection of microhistories. Zo luidt de ondertitel. En microgeschiedenissen zijn het. In telkens een bladzijde of twee, drie, worden gebeurtenissen, ideeën en contexten geschetst. Dat loopt uiteen van een essay over krakersblaadjes in Berlijn en Amsterdam tot zwarte cinemacollectieven, en van feministische initiatieven tot de nieuwe filosofie in Ljubljana. Bij een eerste keer doorbladeren is dat nogal overweldigend, mede door de stevige zwart-witte opmaak die een hedendaagse typografie combineert met bronmateriaal: posters en ander drukwerk uit de jaren tachtig die rechtstreeks uit de stencilmachine lijken te zijn gekomen.

Bij een nadere inspectie blijkt dat het boek een logische en dwingende samenhang herbergt van vier hoofdstukken, die uit twee sub-delen bestaan met daarin rond de acht essays. Ieder deel wordt voorafgegaan door een iets langer duidend essay. En als je alles bij elkaar optelt, heb je een goed overzicht van wat er in de jaren tachtig gebeurde en waarom dit decennium nog steeds van grote invloed is op maatschappij en cultuur.

Het tegengeluid

De keuze voor de jaren tachtig wordt in de inleiding toegelicht door de enorme mondiale verandering die in dat decennium zijn ingezet: Ronald Reagan en Margaret Thatcher ontwikkelden hun neoliberale ideologie; het einde van de Koude Oorlog werd gevolgd door het ineenstorten van de USSR; de geboorte van het World Wide Web en de opkomst van de personal computer staan nog goed in ons geheugen. Spanje en Portugal werden van dictaturen kapitalistische democratieën, Turkije begon de jaren tachtig  met een militaire coup en de dood van Tito betekende de desintegratie van Joegoslavië.

Op een ander vlak gebeurde er ook van alles: de opkomst van identiteitspolitiek, feministische studies, queer studies en latent multiculturalisme onder veel meer. Met zo’n zeventig case studies uit de kunstpraktijk en uit activistische kringen, kijken we mee met het tegengeluid. Want Fukuyama kon toen wel roepen dat we het einde van de geschiedenis hadden bereikt, maar dan was dat toch een wereld waar niet iedereen zich in kon vinden. Dus de kleine, lokale initiatieven die in deze bundel bijeengebracht zijn, vormen een soort atlas van alternatieve mogelijkheden.

Basic hrng

Het eerste essay is van filosofe Rosi Braidotti. Zij kijkt terug op de aardverschuivingen in de filosofie van toen. Een aantal van de hele grote namen overleed: Marcuse, Sartre, Lacan, Barthes. Foucault en Derrida werden juist in Amerika ontdekt. Parijs was een vrijhaven voor radicale denkers, of in de woorden van Braidotti, Parijs was simpelweg de spannendste plek op aarde. Ze volgde als post grad student colleges bij Foucault en bij Irigaray, die op geïmproviseerde plekken doceerde omdat ze door Lacan uit diens Freudiaanse School gegooid was vanwege haar al te onafhankelijke geest. Feministische filosofie kwam op en werd in de jaren negentig weer verketterd in de ‘theory wars’, waarin met name Amerikaanse faculteiten zich afzetten tegen de veel te liberale denkbeelden van de Franse poststructuralisten. Braidotti vertelt dit met zoveel schwung (ik heb dat haar eens in een workshop over Deleuze horen uitleggen als ‘basic hrng’), dat je bijna het gevoel krijgt erbij aanwezig te zijn geweest.

‘Intellectual, even theoretical meetings took place in cafes, at conferences, in feminist collectives, at gay and lesbian political meetings, anti-war rallies and demonstrations, in editorial boards, bars, community radio stations, in music and film festivals. Often framed by transnational contexts, philosophical thinking moved beyond the specific ‘sites’ of legitimate institutionalization to produce the possibility of thinking critically and creatively, brining philosophy into the world. Although it was formatted and framed by reason, thinking was outward-bound and affects that acted independently of the rational will. This was important to us, both as philosophers and as feminist and gay and lesbian activists.’

Atlas van een periode

Diane Franssen moet het met veel minder bladzijden doen (twee, om precies te zijn) om de kunstenaarsinitiatieven in Nederland te schetsen. Er was in het begin van de jaren tachtig een grote overlap tussen de kraakscene en de kunstscene. In Amsterdam leverde dat de Appel op, in Den Bosch V2_. Utrecht had BAK en Casco. Deze galerieën kwamen in een spagaat tussen hun ‘Doe-het-zelf’-oorsprong en de fondsen die het allemaal wat officiëler wilden. Uiteindelijk zijn die vier initiatieven allemaal doorgegaan, met subsidie en bestaansrecht. V2_ is naar Rotterdam vertrokken en heeft daar lang een voortrekkersrol gespeeld in mediakunst en digitale kunst (onder de noemer van Instituut voor instabiele media).

De samenstellers noemen dit boek een atlas van deze periode. En dat is een adequate omschrijving. Het is geen reisgids, je zult veel zelf moeten invullen. Maar wat prikkelt het de verbeelding en wat wil ik graag meer weten. Eén ding is wel duidelijk: de jaren tachtig waren inderdaad zo radicaal als ik meende me te herinneren.

Helen Westerik is filmhistorica en schrijver. Ze koopt de filmboeken in voor Athenaeum en Eye.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum