Recensie: Het leven komt ertussen

31 juli 2018 , door Gerwin van der Werf
| | |

Wie wil er tegenwoordig nog een boek van meer dan duizend pagina's lezen? Ik heb een ambivalente houding ten opzichte van vuistdikke boeken. Scepsis en gretigheid vechten om voorrang. Scepsis, omdat de schrijver die denkt mij veertig uur te kunnen gijzelen maar beter kan zorgen dat ik die uren niet als weggegooid beschouw. Gretigheid, omdat ik geen groter genoegen ken dan mij volledig uit te leveren aan een leesavontuur waar geen einde aan lijkt te komen. Pak mij maar bij mijn oor en sleep mij mee. Welnu, ook een boek van duizend pagina's begint gewoon met de eerste zin.

'De dag begint.
Niets aan te doen. Niets, door niets en niemand niet. Dat is nog wel het ergste, geen ochtend zonder deze allesverslindende teleurstelling: weer een dag. Altijd en eeuwig van voren af aan, godallemachtig nog aan toe. Nooit gaat een dag verder waar de vorige is opgehouden, een dinsdag die een dinsdag blijft tot de sneeuw komt, maar steeds begint alles opnieuw, pedant en zonder uitzondering, iedere vierentwintig uur, tot op de minuut en de seconde nauwkeurig, als een vervelend, voorlijk kind dat indruk probeer te maken met zijn abnormale gevoel voor punctualiteit. Ze hadden best eens kunne experimenteren met een week die twee keer zo lang was, zodat je tenminste niet de ene na de andere maandag voor je kiezen kreeg. De dagen en de week zijn nog niet om of daar zijn ze alweer, identiek en altijd van dezelfde matige kwaliteit, keurig aan huis afgeleverd, door de brievenbus geschoven, door open ramen en deuren naar binnen gegooid, door de schoorsteen gedonderd, je door de strot geduwd, als aan abonnement dat je niet kunt opzeggen, terwijl het bedrijf erachter maar niet snapt waarom je ervan af wilt.'

Wat een geweldige opening. En wat uitstekend vertaald. Het is puur ritme, muziek. Ik hoorde er Shakespeare in, Macbeth. En W.F. Hermans, en Knut Hamsun. En iets heel eigens. Alleen, wie kan 1.200 pagina's lang zo'n moorddadige cadans volhouden? Dat gebeurt ook niet. Harstad wisselt van tempo en register, als een jazzsaxofonist. Die ook zwierig klassiek speelt. En hoekige soul. En die soms lui is, soms hyperactief.

Kunstenaarscollectief

In Max, Mischa & het Tet-offensief maken we kennis met theaterregisseur Max Hansen, op tournee door de VS. Hij is 35 jaar, eenzaam, hij verplaatst zich met zijn auto van stad naar stad, hij slaapt in die auto, en blikt terug op zijn leven-tot-nu toe. We lezen hoe hij als dertienjarige met zijn ouders van Stavanger in Noorwegen naar Long Island New York verhuist. Hij voelt zich ontheemd, uiteraard. Max bloeit op als hij Mordecai leert kennen, een mooie jongen, een larger-than-life-type met wie hij zijn fascinatie voor film en toneel deelt. Op vakantie ontmoeten ze Mischa, een kunstenares die lijkt op Shelley Duvall, let wel: de jonge SD, niet de wat verlopen, tobberige moederde uit The Shining.

Max krijgt als puber een innige relatie met de zeven jaar oudere Mischa. Dan is er ook nog een wat geheimzinnige oom Owen - eigenlijk Ove - die in Vietnam heeft gediend om een green card te bemachtigen. Tussen Max en zijn oom, die muzikant is, ontstaat en hechte band. Ze gaan bij elkaar inwonen in een flat in Manhattan, vormen een heus kunstenaarscollectief: een componist, een regisseur en een schilderes, maar artistiek gezien gaat ieder zijn weg, en dat leidt tot onbegrip en verwijdering. Het leven komt ertussen, zou je kunnen zeggen.

De opeenvolging van dagen

Harstad wil met deze monumentale roman een 'Gesamtkunstwerk' maken van taal, beeldende kunst, muziek en theater. Iedere kunstvorm moet er een wezenlijke rol in spelen. Ook geen toeval: iedere hoofdpersoon vertegenwoordigt zo'n kunstvorm. En dan is er ook nog de wereld die zich altijd opdringt en die inwerkt op de levens van deze mensen, en op hun kunst: Vietnam, de val van de Muur, 11 september, orkaan Sandy die over New York raast.

De mens beweegt mee met het leven, maar heeft uiteindelijk weinig invloed en kan één ding in ieder geval nooit: aan zichzelf ontsnappen. Wat hij wel kan: verbintenissen aangaan, anderen aanraken. Dat is waar dit boek over gaat. Niet een uitgestippeld plot, maar het leven zelf drijft het verhaal voort. De opeenvolging van dagen. Er is chaos, toeval, mazzel, pech, er zijn verkeerde keuzes, verlies, spijt, en altijd maar die wereld die inwerkt op alles wat je doet en denkt, en altijd maar die dagen die doorgaan. De hoofdpersonen proberen manmoedig in al die zaken betekenis te vinden, om grip te krijgen, om door te kunnen gaan. Harstad slaagt erin deze thematiek zichtbaar en voelbaar te maken in dit boek. Met de eerste regel, ritmisch en hamerend, doet hij dat al: 'De dag begint. Niets aan te doen. Niets, door niets en niemand niet.'

Gerwin van der Werf is musicoloog, docent muziek en vaste columnist bij Trouw. In 2010 debuteerde hij met de roman Gewapende man, daarna volgden Wild (2011) en Luchtvissers (2013). In zijn nieuwste boek Stampen en zingen volgt hij een jaar lang zijn eindexamenklas in muziek.

N.B. Dit is Gerwin van der Werfs laudatio voor Johan Harstads Max, Mischa & het Tet-offensief bij de bekendmaking van de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2018. Eerder publiceerden we een fragment uit de roman, een bespreking door Fleur Speet en een toelichting bij de vertaling door Edith Koenders en Paula Stevens.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum