Recensie: Iedere schijn van vrede is een volstrekte illusie

17 juli 2018 , door Diederik Burgersdijk
| | |

De titel La vita in tempo di pace is een provocatie. Meteen wordt een eventueel tevreden of behaaglijk gevoel weggenomen bij de eerste zin: 'Ivo Brandani era perseguitato dal senso della catastrofe.' Vaardig vertaald door Els van der Pluijm en Hilda Schraa als 'Ivo Brandani werd achtervolgd door een gevoel van naderend onheil'. Ivo Brandani is het alter ego van de auteur Francesco Pecoraro, die in de allereerste maanden na de Tweede Wereldoorlog in Rome werd geboren. Officieel heeft de auteur, en zijn personage, altijd in vrede geleefd maar het verhaal maakt duidelijk dat dat het leven niet beter maakt.

N.B. Dit is de laudatio voor Francesco Pecoraro Het leven in tijden van vrede bij de bekendmaking van de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2018. Eerder publiceerden we een fragment uit de roman.

Onophoudelijke gedachtestroom

Oorlog is altijd overal, tussen mensen onderling, tussen mensen en dingen, tussen dingen onderling, tussen lichamen, tussen gedachten, tussen lichamen en gedachten, tussen lichamen en dingen (lichamen zijn dingen), tussen dingen en gedachten (dingen zijn gedachten), tussen mensen en lichamen, tussen bacillen en bacteriën (bacillen zijn bacteriën), enzovoort. En iedere schijn van vrede is een volstrekte illusie. Eigenlijk is het enige dat goddelijke, tijdloze en vredige harmonie in zich kan dragen de civieltechnische constructie, het samenspel van materie, vorm en krachten. Daar kan de hoofdpersoon zich volledig mee vereenzelvigen, zowaar een vorm van geluk bij ervaren.

Een klassieke roman, of een reguliere auteur, maakt vaak en volledig gebruik van de beschrijving van een object, een landschap, een kunstwerk of persoon als literair middel, zo niet Pecoraro. Het boek kent eigenlijk maar één beschrijving, en dat is de onophoudelijke gedachtestroom van de hoofdpersoon, hoofdpersoon in de letterlijke betekenis van het woord, want de persoon bestaat alleen maar uit hoofd. Een hoofd vol van warrige gedachten die voortdurend met elkaar in oorlog verkeren en die een even fascinerende als poëtische brij opleveren onder de titel Het leven in tijden van vrede, dat precies de prosodie van het origineel volgt.

De stad waar de hoofdpersoon woont en altijd heeft geleefd is de Stad Gods. Als fysieke pendant in de ons bekende wereld is daarin makkelijk Rome te herkennen. Daarin bevinden zich De Grote Heidense Tempel, de Grote Ruïne, de Grote Rivier, de Kleine Rivier, aanduidingen die in onze wereld als Pantheon, Colosseum, Tiber en Almone te herkennen zijn. Het boek kent een mathematisch midden op pagina 247. Hier lijken we eindelijk houvast te krijgen bij het Japans cultureel instituut, de Accademia Brittannica het Museum voor Moderne Kunst (Museo dell' arte moderna, dat overigens in onze wereld de 'Galleria Nazionale' heet), nabij de faculteit voor architectuur. Eindelijk een ekphrasis, eindelijk houvast in de eigen wereld, zou je denken. Maar na twee zinnen gaat de gedachtestroom, vormgegeven door talloze steeds wederkerende gedachtenpuntjes, weer verder - de lezer krijgt een klap in zijn gezicht, want het is niet de bedoeling dat de wereld buiten de gedachten van onze Ivo de overhand krijgt.

De brug

Op één fenomenale uitzondering na. Op pagina 274, zonder nadere aankondiging slaan Ivo en zijn vriendin Clara plotseling de A90 in - te Edinburgh, Schotland - de Highlands tegemoet. Ze kiezen hun weg, pauzeren, en Ivo, ineens vanuit een ander standpunt gezien, gaat op een bankje zitten. Ze bevinden zich in de imposante schaduw van de brug over de Firth of Forth. Hierin slaat de gedachtestroom om in een eindeloze bewondering voor dit wonder van civiele techniek. Er wordt letterlijk uit een reisgids gelezen door Ivo, en geciteerd door Pecoraro, en het wonder van ingenieurskunst wordt niet alleen uitgelegd maar zelfs met foto's geïllustreerd. Het afdrukken van foto's in romans is een taboe dat in een jongere generatie auteurs, ook in Nederland, vaak zonder duidelijke aanleiding wordt doorbroken. Dat de echte wereld in Pecoraro's boek zo keihard doordringt, heeft literaire betekenis: plots lijkt Ivo in de derde persoon beschreven te kunnen worden, als een wezen van de wereld, een wezen in de wereld, en het maakt hem volmaakt gelukkig.

De brug, in het algemeen, is een belangrijk motief in het boek. De filosofische vraag die erachter schuilt, en die filosofie en techniek ook met elkaar in verband brengt, is hoe scheiding en tegelijkertijd verbinding gestalte kunnen krijgen. De ideeën die Pecoraro in allerlei gedaanten via de gedachten van Brandani tentoonspreidt maken het boek tot een ideeënroman van de allerhoogste klasse. De bouw van de eerste houten brug in de Grote Rivier in de Stad Gods in de zesde eeuw voor Christus vormde het begin van een beschaving die in de negentiende eeuw culmineert in de bouw van de Firth of Forth Bridge. Overstroming van de rivier in apocalyptische beschrijvingen, de eerder geciteerde catastrofe, vormen het tegendeel van deze overwinning van de mens op de natuur - en de bestudering daarvan het eigenlijke levensdoel van Brandani. Het doel van de reis was dan ook een synthetisch koraalrif te creëren in de zee bij Sharm el-Sheikh, een andere vervaging van de grens tussen mens en materie, gedicteerd door de geest.

Water is het element en techniek het menselijke antwoord op natuurrampen, die orde in de wereld kan scheppen, in elk geval in de gedachten van de hoofdpersoon. Het uitgangspunt is het wachten op het vliegtuig dat het sterfelijke lichaam van de hoofdpersoon vanuit Egypte naar de Stad Gods terugbrengt, met tien uur vertraging. Ieder uur levert een hoofdstuk op, waarin de hoofdpersoon verder terugkijkt in zijn eigen tijd, gespiegeld aan de grote etappes van de Europese beschaving. De hoofdpersoon voelt zich (in het eerste hoofdstuk) in hoge mate verantwoordelijk voor de val van Constantinopel, en het gat dat in de muur werd geslagen door de invallende Turken, dat vergelijkbaar is met een bacteriestroom die door etterende wonden het weerloze lichaam vernietigt. Brandani wist beter, maar hij leefde toen niet. Dergelijke sentimenten, de persoonlijke beleving gekoppeld aan de cultuurgeschiedenis, verluchtigd met ronduit agressieve en angstige gevoelens voor de directe omgeving, geuren, gezichten en vormen van medemensen, maken het boek groots.

Tussen de grote ideeënromans

In recensies is het boek vaak, terecht, in het licht van de groten der literatuur geplaatst. Mooi is dat de tekst zelf geen enkele moeite lijkt te doen die plaats ook daadwerkelijk op te eisen, door slechts mondjesmaat de voorgangers in het verhalende genre aan te halen, en er eerder, door vervormde namen voor terug te schrikken - geheel in de geest van Brandani. Zijn plaats tussen de grote ideeënromans in virtuoze stijl verdient het boek wel, en zal het ook zeker krijgen. De schitterende, pretentieloze vertaling van Van der Pluijm en Schraa sluit aan bij de warrige gedachten van mijn vriend Brandani.

Diederik Burgersdijk is docent klassieke talen aan het Cartesius Lyceum te Amsterdam, en docent Latijn aan de Radboud Universiteit. Hij schreef De macht van de traditie. Het keizerschap van Augustus en Constantijn [fragment] en De sluipwesp en de leliën [fragment].

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum