Recensie: In de ban van een Robinson van honderd jaar geleden

24 december 2018 , door Ilja Velthuis
| |

De dochter van Crusoe van Jane Gardam is een boek dat je nog lang na lezing met je meedraagt. Hoewel het in zekere zin een trage vertelling is, en het verhaal zeker in het begin wat op gang moet komen, krijgt het je gaandeweg steeds meer in zijn greep. Eenmaal in de ban van dit boek, is het moeilijk het nog weg te leggen.

We lezen over Polly Flint, een meisje dat geen moeder meer heeft, en door haar vader wordt achtergelaten bij twee tantes in een groot geel huis aan de oostkust van Wales. Het kind is overgeleverd aan het gezelschap van deze vrouwen, hun dienstmeisje en mevrouw Woods, een norse oude dame die ook in het huis woont. Ze heeft geen andere kinderen om mee te spelen en neemt noodgedwongen haar toevlucht tot de personages in de boeken die ze leest. Vooral in Robinson Crusoe vindt ze een held, met wie ze zich vereenzelvigt en die haar helpt de eenzaamheid het hoofd te bieden.

‘Hij was de laatste ter wereld die gevangen wilde zitten op een eiland, maar hij leerder ermee te leven. Hij werd niet krankzinnig. Hij was dápper. Hij was geweldig. Hij zat geïsoleerd, net zoals bijna alle vrouwen. Hij zat vast op dat eiland Gevangen. Zoeits overleef je alleen als je jezelf voorhoudt dat het de wil van God is.’

Hoe het leven voor deze jonge vrouw zich ontvouwt wordt door Gardam - die dit boek baseerde op het leven van haar moeder en haarzelf - op een prachtige manier beschreven. Nergens oordelend, haar volstrekt in haar waarde latend. Het speelt zich af tegen de achtergrond van het begin van de twintigste eeuw, waarvan de gebeurtenissen soms doordringen in het leven van Polly Flint. Maar het is vooral een portret van een een volstrekt autonome, soms zonderlinge figuur, die in staat is in barre omstandigheden het hoofd boven water te houden. Net als Robinson Crusoe.

Ilja Velthuis is boekverkoper bij Athenaeum Haarlem en blogt over eten op de Smaak van Marie.

pro-mbooks1 : athenaeum