Recensie: Toch nog een nieuw hoofdstuk

03 september 2018 , door Tim Wagemakers
| | |

In zijn nieuwe boek Identity toont Francis Fukuyama hoe identiteitspolitiek een steeds belangrijkere rol in onze samenleving is gaan spelen. En hoewel Fukuyama de emanciperende werking looft, waarschuwt hij ook voor het wegvallen van een universeel idee van waardigheid en erkenning. Zolang we onze identiteit blijven reduceren tot die ene groep waartoe we denken te behoren, ligt voortdurende strijd op de loer.

Identiteit en het innerlijk

De schokgolven van het presidentschap van Donald Trump zijn nog lang niet gaan liggen in intellectueel Amerika, waar denkers over elkaar heen buitelen om het succes van Trump te verklaren. Nieuwste loot aan de stam is het boek Identity van socioloog en politicoloog Fukuyama, waarin hij begint met de opmerking dat hij het boek niet zou hebben geschreven als Trump geen president was geworden. Hoe kan het dat Trump zoveel mensen aanspreekt?

Centraal in zijn zoektocht naar antwoorden staat identiteit en de strijd om erkend te worden. Deze strijd mobiliseert grote groepen en duwt ze naar de extremen van het politieke spectrum. Nationalisme en religieus fundamentalisme bieden antwoorden voor hen die niet gehoord worden én vormen een bedreiging voor de liberale democratie.

Geen opzienbarende analyse, maar Fukuyama doet een dappere poging te onderzoeken hóe die strijd om identiteit precies in het centrum van onze samenleving is gekomen. Daarbij gaat hij terug naar Plato en betoogt hij, via Locke, Rousseau en Hegel, dat het historisch gezien onvermijdelijk is dat identiteitspolitiek anno nu voor conflict zorgt. Waar identiteit lang onlosmakelijk verbonden was met de buitenwereld, met religieuze of tribale regels en normen, is sinds de moderniteit identiteit subjectief en gekoppeld aan het dan ontdekte innerlijk. Niet de mens moet zich vasthouden aan de wereld om hem heen om zichzelf te kennen, nee, de samenleving moet veranderen naar het innerlijk van de mens en hem of haar erkennen en waardigheid bieden. Dat geldt voor zowel Donald Trump, als een jonge LGBTQ'er of een migrant.

Daarbij hanteert Fukuyama een negatieve opvatting van identiteit. Hij ziet identiteit niet als een vaststaand iets, maar als iets wat ontstaat vanuit een tegenstelling.

'Identity is something that grows out of a distinction between one's inner true self and an outer world of social rules and norms that does not adequately recognize that inner self's worth or dignity.'

De strijd om identiteit draait bij Fukuyama dan ook om maatschappelijke groepen die ijveren om de samenleving te veranderen op een manier die correspondeert met hun innerlijke identiteit. Hij roemt de emancipatoire werking hiervan, voor vrouwenrechten, minderheden en migranten. En hij ziet hoe menselijke waardigheid en de strijd tot erkenning vaak belangrijkere beweegredenen tot handelen zijn dan economische motieven.

Een kader voor de huidige debatten

Maar Fukuyama heeft in Identity ook forse kritiek op identiteitspolitiek, al voegt hij weinig toe aan de kritieken die we al kennen van bijvoorbeeld Ewald Engelen in Het is klasse suffie, niet identiteit!, of Mark Lilla in The Once and Future Liberal. Kort gezegd: links heeft de afgelopen decennia rechts in de kaart gespeeld met de focus op identiteit (en waardigheid) bij gemarginaliseerde groepen. Rechts heeft daarvan geprofiteerd door in te spelen op het gevoel van identiteitsverlies bij de witte ontevreden kiezer, die het gevoel heeft tweederangsburger te worden. Religieuze fundamentalisten hebben ook geprofiteerd door wél een alomvattend verhaal van identiteit te kunnen bieden. En de politiek schiet danig tekort door zich te richten op identiteitsdebatten, terwijl de economische ongelijkheid binnen landen groeit.

Dat Identity toch interessant is, komt omdat Fukuyama in amper tweehonderd bladzijden een filosofische ontstaansgeschiedenis of genealogie probeert op te bouwen van identiteitspolitiek en daarmee huidige debatten van een kader voorziet. Zo wijst hij op het door onder anderen Walter Benjamin en Simone de Beauvoir uitgedragen idee van lived experience, het idee dat subjectieve ervaringen niet deelbaar zijn, ten opzichtig van deelbare ervaringen. Fukuyama ziet hoe lived experiences het maatschappelijke debat bemoeilijken, omdat niet-overdraagbare ervaringen amper bediscussieerbaar zijn. Dat is gevaarlijk voor een liberale democratie.

De enige manier om identiteitspolitiek uiteindelijk een positieve vorm te geven in de samenleving is door op zoek te gaan naar gedeelde ervaringen en een gedeelde identiteit, die boven verschillende groepen uitstijgen. Niet door je af te zetten tegen de ander, maar door gedeelde cultuur en waarden te vieren op een manier zoals in Nederland het CDA voorstelt. Fukuyama pleit voor een nationale sociale dienstplicht, en een versterkte inburgering waarbij meer gevraagd wordt van migranten. Anders, vreest hij, zullen anti-liberale populisten als Orban en Trump alleen maar aan invloed winnen.

Een correctie

Daarmee lijkt hij zijn eigen ideeën van zesentwintig jaar geleden, toen hij het Einde van de Geschiedenis aankondigde, te herzien. Het einde van de geschiedenis was Fukuyama's idee dat van alle ideeën over hoe een samenleving te besturen slechts de liberale democratie zou overblijven. Ook al vindt hij dat zijn critici dat boek verkeerd begrepen hebben, toch leest Identity als een correctie op zijn eerdere denken, waarbij Fukuyama moet toegeven dat identiteitsstrijd een grote bedreiging kan vormen voor elke liberale democratie.

Hij moet zelfs schoorvoetend toegeven dat Donald Trump in zekere zin zijn ogen heeft geopend.

'I actually mentioned Trump in The End of History as an example of a fantastically ambitious individual whose desire for recognition had been safely channelled into a business (and later an entertainment) career. Little did I suspect then that, twenty-five years on, he would not be satisfied with business success and celebrity, but would go into politics and get elected president. […] Demand for recognitions of one's identity is a master concept that unifies much of what is going on in world politics today.'

Identity is een fascinerend boek waarin Fukuyama aan de hand van het begrip identiteit zijn eigen denken opnieuw probeert te vormen én tegelijkertijd probeert vast te houden aan het idee dat ook de huidige debatten een noodzakelijke uitkomst van de geschiedenis zijn. Al lijkt het erop dat Fukuyama er met elk nieuw boek opnieuw achter komt dat hij een extra hoofdstuk aan de geschiedenis moet toevoegen.

Tim Wagemakers studeerde Wijsbegeerte en Journalistiek en Media aan de Universiteit van Amsterdam en liep stage bij Athenaeum.nl. Hij is programmamaker en moderator bij De Balie.

pro-mbooks1 : athenaeum