Recensie: Begrip en onbegrip

02 april 2019 , door Arjen van Meijgaard
| | |

David Foenkinos bereikte in Nederland het grote publiek met Charlotte, een prachtige ode in dichtvorm aan de kunstenares Charlotte Salomon waarin hij haar tragische en turbulente leven in de Tweede Wereldoorlog beschrijft. Dat hij ook luchtiger romans kan schrijven, bewees hij met Le mystère Henri Pick (vertaald als Het geheime leven van Henri Pick), een verhaal dat draait om het oplossen van een raadsel, meer dan het tentoonstellen of ontrafelen van het innerlijk van de hoofdpersoon. Met Deux Soeurs bewijst David Foenkinos nogmaals dat hij een veelzijdig schrijver is. Nu kruipt Foenkinos in de huid van een jonge vrouw wier leven overhoop komt te liggen. Zonder grote woorden en zwaar aangezette emoties te beschrijven, laat hij zien hoe zij zich afsluit van de wereld en niet accepteert wat er gebeurd is.

N.B. Eerder besprak Arjen van Meijgaard Charlotte  en Les Souvenirs van David Foenkinos, waarvan de vertaling Herinneringen door de vertaalster Liesbeth van Nes ook werd toegelichtMarjolein Corjanus recenseerde Het geheime leven van Henri Pick. Ook publiceerden we voor uit Foenkinos' La délicatesse.

Scheiding

Het gegeven is eenvoudig: Mathilde en Étienne vormen al een paar jaar een gelukkig koppel en hebben tijdens hun laatste vakantie in Kroatië besloten te gaan trouwen. Mathilde werkt op een middelbare school en verdiept zich met haar leerlingen in L'éducation sentimentale van Flaubert. Ze legt haar hele ziel en zaligheid in het overbrengen van de schoonheid van de literatuur en is bovengemiddeld betrokken bij het wel en wee van haar leerlingen. Dat kan alleen als je zelf goed in je vel zit natuurlijk. Maar wanneer ze merkt dat Étienne wat afwezig is en hij bovendien aangeeft dat het niet zo goed met hem gaat, begint haar wereld af te brokkelen.

In korte hoofdstukken, soms maar van één alinea, beleeft de lezer de impact van de naderende scheiding tussen de twee geliefden. Zolang Mathilde niet weet wat er aan de hand is, blijft ze hoop houden dat het nog goed komt. De schrijver heeft er op dit moment voor gekozen de lezer eerst deelgenoot te maken van de reden van de definitieve breuk, Étienne heeft namelijk zijn vorige grote liefde weer ontmoet, die vijf jaar in het buitenland gewoond heeft. Het effect is dat je dan gaat invullen hoe Mathilde zal reageren. De lezer heeft door dat ze enigszins labiel en op zichzelf is - ze heeft nagenoeg geen contact met collega's - en daardoor wordt er een onderhuidse spanning opgebouwd die pas in het laatste hoofdstuk wordt ingelost.

Na de perspectiefwisseling zijn we weer in het hoofd van Mathilde en zien we haar langzaam aftakelen terwijl ze probeert de woede een plek te geven.

'Avec les jours, la colère augmentait. Jamais elle n'avait ressentie une telle haine ; cela lui faisait presque mal dans la poitrine ; c'était effroyable. (…) elle était incapable de comprendre cette force noire qui la happait et la plongeait dans des pensées morbides. C'était absurde. Il n'y avait rien à faire. Le cœur de l'autre est un royaume impossible à gouverner. Il faut se taire et accepter. Ou, éventuellement, mourir.'

In een paar treffende zinnen wordt geschetst hoezeer deze situatie haar leven heeft overgenomen. Ze wil het accepteren, maar dat lukt allerminst. Ze meldt zich ziek op school met een smoes, zoekt hulp bij een buurvrouw die psychiater is, maar ze kan haar hart niet uitstorten. Alles kropt ze op, zeker wanneer ze na een incident op school tijdelijk op non-actief wordt gezet.

Zus

Pas halverwege het boek komt Agathe, haar zus, in het verhaal. Zij ontfermt zich over Mathilde en neemt haar in huis omdat Étienne vertrokken is en Mathilde de huur niet meer kan betalen. Agathe is net moeder geworden en woont met haar man en dochtertje in een klein appartement. Hier laat Foenkinos zien dat altruïsme ook haar grenzen kent. Agathe neemt Mathilde namelijk onder haar hoede omdat dat nu eenmaal verwacht wordt van naaste familie, waardoor hun relatie meer bestaat uit schuldgevoel dan uit werkelijke betrokkenheid. De zussen zijn te verschillend en leiden een te verschillend leven om nader tot elkaar te komen. Ook de dankbaarheid van Mathilde is niets meer dan een oppervlakkig laagje beschaving. Daaronder wordt haar afkeer van alles en iedereen die wel gelukkig is alleen maar groter.

Wanneer Agathe een poging doet om haar zus aan een man te koppelen en daarvoor een etentje organiseert, ontstaat er een ongemakkelijke en daardoor humoristische situatie. En dan blijkt dat alles wat je voor anderen bedenkt averechts werkt als je er zelf niet een beetje in kunt geloven.

Onderhuidse spanning

Je voelt als lezer dat er iets gaat gebeuren en Foenkinos geeft verschillende vooruitwijzingen waardoor de spanning wordt opgebouwd en vastgehouden. Door de dreiging van een naderend onheil, maar ook door de sfeer en de verklaringen die plausibel lijken voor dat onheil, doet het boek denken aan Chanson douce van Leïla Slimani [recensie | fragment]. Hoe anders kunnen mensen zich voordoen dan ze zich werkelijk voelen. Eenzelfde eenzaamheid van de hoofdpersoon, eenzelfde onbegrip van de omgeving voor haar situatie, eenzelfde onderhuidse spanning. Het verschil is dat Chanson douce begint met de ellende, en Deux Soeurs ermee eindigt. In de epiloog doet Foenkinos er nog een schepje bovenop waarmee hij het verhaal mooi rond maakt. Je begrijpt Mathilde, en tegelijkertijd blijf je vol onbegrip achter.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion, Tzum en Eenboekrecensie.blogspot.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum