Recensie: Blijf spelen

08 juli 2019 , door Fleur Speet
| |

Je moet je ideeën aan de mensen kunnen uitleggen. Dat is wat de Italiaanse filosoof, schrijver en schooldirecteur Alessandro Baricco de lezer voorhoudt in zijn literaire essaybundel The Game. En terwijl ik al lezend rond getost wordt van Space Invaders naar Windows 95, van augmented humanity naar de nevenwereld van de apps, denk ik: kanonne, zo eenvoudig als dat klinkt, zo onmogelijk is die opdracht voor mij geworden.

Geen jonkie meer

In hart en nieren ben ik een recensent. Ik schreef voor NRC nog stukken van 2.500 woorden, voor het Financieele Dagblad leverde ik wekelijks minimaal 1.500 woorden, ik kon fladderen, maar ook graven en in brede alinea's uiteenzetten hóé een schrijver mij bij de kladden vatte. Ik probeerde de techniek bloot te leggen, dat wat achter de woorden zat. Ik interviewde auteurs voor De Standaard en De Morgen en ook daar had ik volop de ruimte om met schrijvers al meanderend langs verduidelijkende en kritische paden tot de kern te komen. De lengte had een functie: de essentie werd er beklijvend door.

Kortom: ik had er veel plezier in en geregeld kreeg ik enthousiaste reacties terug van lezers, die dat plezier aanstekelijk vonden. Dus dat uitleggen lukte wel, dacht ik. Tot de maatschappij veranderde. En de journalistiek zoekende werd. De stukken moesten korter, sneller en vooral eenvoudiger. Opeens waren er ballen om uit te delen, of moest het met meer seks en sjeu (in HP/De Tijd bijvoorbeeld). Ik was plotsklaps te serieus. Voor de radio gold hetzelfde. Toen ik begon bij Nachtlicht kon ik lekker los, bij BNR Nieuws Radio werd het al hijgeriger, en een paar jaar later bij de TROS Nieuwsshow kreeg ik het simpelweg niet meer voor elkaar om mijn bevlogen betoog door de (digitale) ether te krijgen. Onderweg begon ik mij afgeknot te voelen, gereduceerd tot een machine die er snel stukjes met soundbites uit moest poepen. Ik voelde me kort gezegd oud.

Nu ben ik ook geen jonkie meer, laat ik daar geen doekjes om winden. En ik heb zonder het te merken de boot gemist. Baricco legt mij uit wat er gebeurd is. Ik ben geschokt door zijn duizelingwekkende inzichten, eigenlijk zoals ik dat al was toen ik De barbaren las (2006). Hij omarmt de nieuwe ontwikkelingen in plaats van er bang voor te zijn. Hij ruikt de kansen in plaats van te (ver)oordelen. In De barbaren liet hij zien dat er een nieuwe generatie is opgestaan die surft op de golven van de wijsheid en die slechts aan de oppervlakte raakt, zonder behoefte om nog de diepte in te duiken, te weten wat eronder schuilt. Baricco voorzag tien jaar geleden de effecten van de digitale opstand en de nieuwe beschaving die toen in wording was.

De macht is verdeeld onder iedereen

Baricco noemt de tijd waarin wij nu leven de Game. In zijn nieuwe essaybundel beschrijft hij onze mentale geschiedenis via een archeologisch onderzoek naar de ruggengraat-wervels (de backbone) van de digitale ontwikkeling - van de Playstation naar MP3, naar Amazon, Google, Youtube, Facebook, Instagram, Spotify, iCloud, richting kunstmatige intelligentie. 1990 is een van de belangrijkste jaartallen, toen opende Tim Berners-Lee gratis en voor niets zijn archieflades via het World Wide Web. 'Zeker de helft van de wereld waarin wij nu leven ontstaat op dat moment.' Het tweede belangrijke jaartal was 2007, toen Steve Jobs geen theorie uiteenzette, maar een tool toonde: de touchscreen Iphone.

Alles draait om spelletjes, de homo ludens. Eigenlijk heeft de mensheid nog nooit zoveel lol gehad als nu. Het leven met een smartphone is vooral leuk, we raken in de roes van de zijwaartse verplaatsingen (de augmented humanity), en daarbij: de nieuwe wereld is democratisch. De macht is verdeeld onder iedereen, voor iedereen een computer of smartphone. En de massa wijst de weg: waar de meeste mensen naartoe gaan, is de beste plek. En niets hoeft nog ingewikkeld te zijn, want vrolijke icoontjes met afgeronde hoeken verbergen complete computerprogramma's. Mens en apparaat zijn volledig gefuseerd. 'Stay hungry, stay foolish,' zei de Californische hippie Stewart Brand, een van de grondleggers van onze moderne beschaving. Blijf dus spelen.

Wat er ondertussen veranderde, is immens. Er is massa-individualisme gekomen, elites (waaronder recensenten) zijn machteloos geworden terwijl nieuwe, veel ongrijpbaardere elites zijn opgestaan, er heeft dematerialisatie plaatsgevonden (we koloniseerden onze levens in de nevenwereld, die toegankelijker, genialer en idealer is dan het werkelijke leven), de intelligente versie van multi-tasking waarbij de oppervlakkigheid gebruikt wordt als terrein van betekenis (de post-ervaring) en de onnauwkeurige waarheid zijn in de mode geraakt (feiten doen er niet meer toe, het gaat om een tijdelijke snel-waarheid) en er is een herontdekking gekomen van het alles (degenen die doorgeefluiken naar het alles maken verdienen het meeste, niet de makers zelf).

Beperk je tot de essentie

Alles draait nu om snelheid, de moderne beschaving heeft een obsessie met beweging. Alles draait om het basisschema probleem/oplossing, en dat meerdere keren achter elkaar. Alles draait om onmiddellijke beschikbaarheid, zonder omwegen, tussenstappen of knoppen. En alles draait om punten scoren. Ziedaar de logica van het computerspel. Baricco zegt zelfs: 'als je iets aan het doen bent wat niet minstens de helft van deze kenmerken heeft, ben je iets aan het doen wat al heel lang dood is. Je mag nerveus worden.'

Nerveusmakend is The Game wel ja. Er buitelt zoveel over elkaar heen, wat allemaal raakt aan het veranderde dagelijkse bestaan en tegelijk voortkomt uit verlangens van de mens zelf, dat je er de zenuwen van krijgt. Nog afgezien van de lollige stijl van Baricco, die soms betuttelend is. Hij heeft verdorie wel gelijk, wat maakt dat je het boek na lezing opnieuw wil lezen om het te begrijpen (maar dat is dus heel old fashioned). De enige, grote makke van het betoog van Baricco vind ik dat hij geen antwoord geeft op het innerlijke conflict dat ontstaat tussen de oude beschaving en de nieuwe. Hij laat bijvoorbeeld vlijmscherp zien waar de linkse politieke partijen de plank mis slaan, en waarom Trump en Baudet hoogtijdagen vieren, maar hoe je snel, oppervlakkig, onnauwkeurig en ongrijpbaar moet zijn zonder jezelf als erfgenaam van het verleden te verliezen, dat vertelt hij niet.

Eigenlijk is dat de tweede stap die gezet moet worden. Nu duidelijk is dat je omgekeerd moet denken - simpel, simpel, simpel, beperk je tot de essentie - hoe kun je dan afleren om die eenvoud te schragen op denkkracht en complexe wijsheid, op nuance? Baricco lijkt het op te geven: het is aan de mensen die met een smartphone in hun wieg geboren worden om de maatschappij verder te ontwikkelen (terwijl het onderwijs daar nog op achterloopt, zo pepert hij steeds in). Dat is een makkelijke constatering. Maar dat was het dus juist: we moeten allemaal wat oppervlakkiger gaan denken in de Game. Ik zie sterren en begin opnieuw in dit zoveel overhoop halende boek, dat de sleutel biedt voor de deur van de toekomst.

Fleur Speet is literair recensent.

pro-mbooks1 : athenaeum