Recensie: De Bourgondische hertogen als nieuwe vaders des vaderlands

05 maart 2019 , door Roel Salemink
| | |

Bart Van Loo kennen we als de enthousiasteling die zich vol overgave stort op Franse thema’s zoals het chanson en Napoleon, daar mooie boeken over schrijft en er vervolgens het liefst bij DWDD zeer breedsprakig en in volzinnen over spreekt. Met De Bourgondiërs, zijn nieuwste project, wil hij ons laten zien hoe de Bourgondische hertogen tijdens de veertiende en vijftiende eeuw de basis legden voor wat later de Verenigde Nederlanden zouden worden: niet Willem van Oranje maar Filips de Goede moet gezien worden als onze stamvader.

Het Siliconvalley van de Middeleeuwen

Het succes van de Bourgondiërs begint met het steeds weer oplaaiende conflict tussen Frankrijk en Engeland tijdens de Honderdjarige Oorlog. De Engelse koning vond dat zijn vorstenhuis meer recht had op de Franse troon dan de nieuwe Franse koning, en een conflict was geboren dat op en af zou duren van 1337 tot 1453. Ondanks enkele zware militaire nederlagen bij Poitiers, Crecy en Azincourt bleven de Fransen op de been, niet in de laatste plaats door de hulp van de Hertog van Bourgondië. Vooral tijdens het bewind van koning Karel VI, ook wel de Waanzinnige genoemd, kon Filips de Stoute veel invloed uitoefenen op Franse staatszaken en zichzelf daarvoor royaal belonen met geld uit de koninklijke schatkist. Niet alleen verrijkte de hertog zich, ook wist hij op diplomatiek vlak een belangrijke slag te slaan door de dochter van de Vlaamse graaf in 1369 te huwen en daarmee die noordelijke territoria toe te eigenen.

Vlaanderen is in deze periode, in de woorden van Bart Van Loo, het Siliconvalley van de Middeleeuwen. Dat kwam met name door de lakenhandel met Engeland, die de drijvende kracht was achter het succes van rijke steden als Gent en Brugge en een belangrijke basis vormde voor de macht van de Bourgondiërs. Met het verhaal van de Bourgondische hertogen Filips de Stoute, Jan zonder Vrees, Filips de Goede en Karel de Stoute vertelt Van Loo ons niet alleen over de opkomst van een belangrijke speler op het politieke toneel van de veertiende en vijftiende eeuw, maar ook over de grote rol die de Hollandse, Brabantse, Zeeuwse en vooral de Vlaamse graafschappen hierin hebben gespeeld.

Opkomst, bloei, verval

Om niet middenin de geschiedenis van de Bourgondiërs te vallen begint Van Loo bij de eerste keer dat hun naam viel, in de vijfde eeuw na Christus, toen zij zich als Germaanse stam verplaatsten vanaf het tegenwoordig Deense eiland Bornholm over het vasteland richting de Rijn. Bornholm stond vroeger bekend als Burgundarholm en gaf het volk haar naam. Het eerste, korte hoofdstuk van De Bourgondiërs omvat het millennium na hun vertrek van Bornholm, tussen de jaren 406 en 1369. Daarna volgt het lange, tweede hoofdstuk dat strekt van 1369 tot 1467, de periode die Van Loo aanduidt als de Bourgondische eeuw. Daarin groeit de macht van de hertogen dusdanig dat ze mee beginnen te tellen op het hoogste politieke niveau. Het derde hoofdstuk gaat over het decennium tussen 1467 en 1477 waarin het hertogdom onder Karel de Stoute haar vooraanstaande positie kwijtraakt, het vierde over het jaar 1482 waarin de Habsburgers de plaats innemen van de Bourgondiërs op het politieke toneel.

Dit model van opkomst, bloei en verval doet wat ouderwets aan, maar werkt perfect in het geval van het Bourgondische hertogdom: het verhaal van de opkomst van de Bourgondische dynastie onder hertogen Filips de Stoute en Jan zonder Vrees, de hoogtijdagen onder Filips de Goede, de neergang onder zijn zoon Karel de Stoute en het uitdoven van het geheel door de komst van de Habsburgse keizer Karel V, ook wel de laatste Bourgondiër genoemd (want dat was hij).

Toch besteedt Van Loo het grootste deel van het boek aan de successen van de Bourgondiërs, waarvan Filips de Goede de exponent was. Hij zou bijna vijftig jaar regeren en het hertogdom naar grote hoogten stuwen. Onder zijn bewind voegde hij een aantal belangrijke ‘Nederlandse’ graafschappen aan zijn rijk toe waardoor de Bourgondische Nederlanden vorm kregen. Bovendien stichtte hij de Staten-Generaal, een volksvertegenwoordiging waarin representanten van alle graafschappen bijeenkwamen. Maar ondanks de Staten-Generaal schikten die gebieden zich nooit helemaal naar de centrale Bourgondische macht en de hertogen moesten veel moeite doen om de verschillende graafschappen en stadstaten bijeen te houden door middel van diplomatie en geweld.

Theatermonarchie

We kennen de term ‘Bourgondiër’ vooral als verwijzing naar iemand die van het goede leven en van lekker eten en drinken houdt. Dat is direct afkomstig van de manier waarop de Bourgondische hertogen, en met name Filips de Goede, zich presenteerden: als extravagante heersers die kosten noch moeite spaarden om hun onderdanen en hun vijanden te tonen hoe succesvol ze waren, bijvoorbeeld tijdens Filips’ huwelijk in 1430:

‘De uit alle windstreken aangewaaide gasten hulden zich in de meest diverse uitdossingen. Zelfs het kleurenpalet waarmee Jan van Eyck de kersverse bruid had geschilderd, moet pover hebben afgestoken bij de bont geschakeerde massa die op 8 januari door Brugse straten schreed. Kroniekschrijvers werkten zich achteraf uit de naad en serveerden eindeloze beschrijvingen van de belangrijkste genodigden, die lezen als who’s who in 1430. Een enthousiaste chroniqueur telde 5000 deelnemers, een andere schreef over 150.000 toeschouwers – al moeten we het triomfantelijk jongleren met cijfers in kronieken altijd met een korrel zout nemen. Heel wat huizen werden aan het oog onttrokken door speciaal opgetrokken stellingen waar bewoners plaatsen verhuurden aan wie de huwelijksstoet wilde aanschouwen. De kersverse hertogin was lang niet de enige die zich de ogen uit het hoofd keek. Filips had zijn economische hoofdstad getransformeerd in een grote theaterzaal.’

Niet alleen investeerden de hertogen van deze theatermonarchie veel geld in luxueuze banketten, ook werden enorme bedragen neergelegd om de beste kunstenaars onder hun patronage te hebben. Kunstschilders als Jan van Eyck, Hugo van der Goes en Rogier van der Weyden werkten voor de hertogen en hun werk kan gezien worden als het beste dat op kunstgebied is voortgekomen uit de Late Middeleeuwen in Noord-Europa.

Meeslepende wordingsgeschiedenis

De Bourgondiërs maakt een belangrijk deel van onze geschiedenis inzichtelijk door de Bourgondische hertogen als uitgangspunt te nemen en hun verhaal te vertellen. Veel van de inhoud zou ons in Nederland bekend moeten zijn, maar omdat er hier zoveel nadruk ligt op de Opstand (of Tachtigjarige Oorlog) is deze geschiedenis in de vergetelheid geraakt. De wordingsgeschiedenis van de Lage Landen van een collectie losse graafschappen en provinciën in een federatie met dezelfde belangen vond plaats in de Bourgondische periode, dat maakt Bart Van Loo helder. Nu staat het op een rijtje in dit prachtige, meeslepende boek.

Roel Salemink is archeoloog en als boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel onder andere verantwoordelijk voor de afdeling Middeleeuwen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum