Recensie: De Johan Cruijffbiografie: een feestje

24 december 2019 , door Marius de Smet
| | | |

Voor mij, Amsterdammer van 61 en fan, was het een feestje om Auke Koks Johan Cruijff. De biografie, te lezen. Een feestje van herkenning: die wedstrijden ken ik, ik heb er een aantal meegemaakt, veel uitspraken en anekdotes zijn klassiekers. En al schrijft Kok vooral over Cruijffs actieve voetbalcarrière, misschien wel 80% van het boek, hij belicht de mens Johan Cruijff wel van alle kanten, als briljante speler, succesvolle coach, benaderbaar mens - maar niet als heilige.

N.B. Eerder brachten we fragmenten uit Johan Cruijff. De biografie1936. Wij gingen naar Berlijn en De redding van de familie Van Cleeff, dat hij samen met Dido Michielsen schreef.

Dat is soms wat nadrukkelijk aanwezig. Als jongetje was Cruijff een etter, als voetballer soms onhandelbaar, manipulatief, hij was niet de ideale familieman. Kijk, ook voor mij was Cruijff god niet. Toen ik acht of negen was en voor het eerst met mijn peetoom naar De Meer mocht, een wedstrijd met Cruijff, Swart, Keizer, 2-0 tegen ADO, destijds een subtopper, toen was Cruijff mijn held. En ik denk nog steeds voor veel mensen. Was hij ook een held voor Kok, en dacht hij: maar dát mag ik niet opschrijven?

Dat had ik Auke Kok wel willen vragen. Wat ik ook wilde vragen: Kok maakt overtuigend duidelijk dat Cruijff onafhankelijk en eigenzinnig was, een pionier - maar werd hij zo succesvol dankzij die eigenschappen, of ondanks? En wat was Koks motivatie om na al die andere Cruijffboeken (de lijst bronnen op aukekok.nl is lang) nu 'de' biografie te schrijven? Want Jaap de Groot, Cruijffs ghostwriter voor De Telegraaf, stelde al vast dat Kok Danny en Cruijffs kinderen niet had gesproken (heel veel mensen wel trouwens), en hij had natuurlijk al samen met Cruijff zelf Mijn verhaal gepubliceerd.

Terug naar het feestje. Het geweldige is dus dat Cruijff van alle kanten belicht wordt. Kok maakt duidelijk dat hij als voetballer echt fantastisch was. En als coach - dat is misschien 15% van het boek - kon hij wel ongelooflijk ouwehoeren, en er zijn daarom ook mensen weggegaan (Rijkaard, in 1987, naar Sporting Lissabon), maar heel veel voetballers zijn door hem echt beter geworden. Hij was technisch sterk, en kon vaderlijk zijn: in zijn Amerikaanse tijd kon hij zo een nieuwe speler vier weken in zijn huis opvangen.

Hij was ook altijd bereikbaar voor iedereen die hem aansprak. Hij zei nooit nee. Dat zal te maken hebben met het feit dat hij nooit opzag tegen mensen boven hem - op Paleis Soestdijk sprak híj Juliana aan - maar evenmin neerzag op mensen onder hem. Hij bleef benaderbaar. Dus een heilige? Nee, maar wel een mooi mens. Ik las deze biografie, kortom, met heel veel plezier.

Marius de Smet is als boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel & Nieuwscentrum onder andere verantwoordelijk voor de sportboeken.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum