Recensie: De valkuilen van de menselijke interactie

20 juni 2019 , door Miriam Piters
| | | | | |

De Schotse schrijfster Ali Smith vertrekt in haar nieuwste romans vanuit de onweerstaanbare continuïteit van de seizoenen. Ieder jaargetijde kent eigenaardigheden, vastgeklonken feestdagen en jaarlijks terugkerende veranderingen in de natuur. Met de op zichzelf staande delen van haar tetralogie laat Smith ons het cyclische van het leven ondergaan.

N.B. Dit is de laudatio voor Ali Smiths Winter tijdens de bekendmaking van de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2019. Lees op Athenaeum.nl een fragment, Miriam Rasch' bespreking, en de boekverkopersbespreking van Harm Hendrik ten Napel. En Herfst en Rasch' bespreking. En een fragment uit Lente en Fleur Speets bespreking.

Winter, het tweede deel in de reeks, prijkt op de shortlist van de Europese Literatuurprijs. Dat seizoen symboliseert een periode van introspectie, van de balans opmaken en van hoop op een nieuw, beter leven. Maar het bevat ook een maand vol met familiefeestdagen die gemengde gevoelens oproepen: van gevreesde eenzaamheid tot harmonieuze saamhorigheid. Smith paart in haar novelle Winter op sublieme wijze het tragische van die existentiële eenzaamheid aan het komische van misverstanden tussen mensen. Zelfs al is het buiten 26 graden, de kerstsfeer bekruipt je spontaan bij het lezen. ‘Middenin de zomer is het winter.’ Smith neemt ons moeiteloos bij de lurven, een uitgekiend universum in dat de valkuilen van de menselijke interactie thematiseert.

We brengen de kerstdagen door bij de zeventigjarige, gepensioneerde Sofia, in haar veel te grote huis in Cornwall, met de welluidende naam Chei Bres, Psyche’s huis. Het is de dag voor Kerstmis en Sofia voelt pijn door zich heenspelen als ‘verfijnde fijnsnarige muziek waarbij zij het instrument’ is. En dat terwijl ze al tijden niets heeft gevoeld. Maar een klein stipje in de hoek van haar oog heeft langzaamaan steeds grootsere vormen aangenomen, tot het is verworden tot een zwevend kinderhoofd dat haar de hele tijd volgt, een soort heliumballon, een geest.

Maar ho, wacht even! Nog geen pagina daarvoor hebben we het volgende te verstaan gekregen van Smith: ‘Vergeet geesten, zet ze uit je hoofd, want dit is geen verhaal over geesten, hoewel het zich midden in de winter afspeelt. Het is een verhaal over echte dingen die echt gebeuren in de echte wereld met echte mensen op de echte aarde.’ Doelbewust zet Smith ons vanaf de allereerste pagina op het verkeerde been. Speelt ze een literair spel met ons, een spel dat ze tot in de puntjes beheerst. We moeten ergens niet in geloven, maar doen dat dankzij haar magische schrijfkunst de volgende bladzijde al vol overgave.

Vervolgens leren we Sofia’s zoon kennen: de held op sokken van dit verhaal, de vriendelijke, bedachtzame, gulle, lyrische, gevoelige Art. Hij voelt zich een egoïstische bedrieger die mensen in de luren legt met zijn hobbyblog Art in nature. Het is net uit met Charlotte en uit wraak heeft zij de macht over zijn blog overgenomen. Ze vernedert hem door in zijn naam allerlei idiote berichtjes de wereld in te sturen. In een opwelling vraagt Art een meisje dat hij bij een bushalte ziet zitten om tegen betaling stand-in voor Charlotte te zijn voor de drie dagen dat hij naar zijn moeder gaat. Zijn moeder heeft zijn vriendin toch nooit gezien en hij houdt liever de schijn op dan dat hij zijn moeder de waarheid vertelt. Jarenlang al voelt hij zich een bijrolletje op het podium van zijn moeders leven. Dit meisje, Lux, heeft het uiterlijk van een geknakt vogeltje, maar ze bezit een krachtige persoonlijkheid. Ze is gevlucht uit haar land en via Canada naar het Verenigd Koninkrijk gekomen vanwege haar liefde voor Shakespeare en dan vooral voor het kluchtige stuk Cymbeline. Zij heeft het geld dat ze van Art zal krijgen hard nodig. Ook Iris, Sofia’s zus komt naar het huis. Al jaren is er geen echt contact meer geweest, maar Art vraagt haar, op aandringen van Lux, om ook te komen. Sofia lijkt er namelijk slecht aan toe en er is geen eten in huis. Iris is in alles het tegenovergestelde van haar zus: als doorgewinterde activist tegen de gevestigde orde zet ze zich sinds haar jeugd in voor het milieu, voor vrouwenrechten en verzet ze zich tegen kernwapens. Zij brengt verhalen het huis in, heroïsche verhalen over de politieke strijd tegen kernwapens uit de jaren tachtig en mythische verhalen over het mens-zijn.

Smith weet ons te betoveren met haar organisch krimpende en uitdijende romanwereld. Alles wat buiten in de maatschappij aan controverses speelt komt in de microkosmos van dit huis samen (de Brexit, de macht van het internet, Trump, de vluchtelingencrisis). Smiths personages van vlees en bloed vertegenwoordigen verschillende visies en het is hun metamorfose die ons stilletjes doet stilstaan bij onze eigen levens als vormen van fictie. Daarbij schuwt Smith het grote gebaar of voor de hand liggende symboliek niet: het gezin heeft een onbevangen buitenstaander met de naam Lux nodig om nader tot elkaar te komen, om gevoelens te kunnen delen. Zij verzinnebeeldt het principe dat verzet niet begint met grote woorden maar met kleine daden, zoals met een gewoon gesprek, een vraag, interesse in de ander, een open houding.

Nu lijkt het wellicht om een zware, complexe, dogmatische ideeënroman te gaan, maar niets is minder waar. Winter stroomt over van de luchtige, geraffineerde woordgrapjes, voert je meanderend mee door verschillende tijdgewrichten en kent een fijnzinnig gelaagde intertekstualiteit met literatuur van Shakespeare, Dickens, Woolf en de door mij zo geliefde Arturepiek. Ondanks de onderliggende mondiale onverkwikkelijkheden gloort er steeds hoop en het is dát gevoel van vertrouwen dat beklijft als je het boek dichtslaat. Er zal een nieuwe lente komen, met een nieuw geluid.

Ali Smith mag zich gelukkig prijzen met de excellente, ambachtelijke kunst van beide vertaalsters van haar werk. Karina van Santen en Martine Vosmaer, bekend onder de geuzennaam Santemaer, hebben een weergaloos poëtische en subtiele vertaling verwezenlijkt die leest als een origineel. Zeker voor zo’n stilistische roman vol uitgekiende taalspelletjes over al te eenvoudige misverstanden in de menselijke communicatie verdient dat hulde. Geeft u hen alstublieft een warm applaus terwijl ik hen beiden uitnodig naar het podium te komen.

Miriam Piters doceert Nederlands op het Montessori Lyceum Rotterdam.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum