Recensie: Een diepmenselijk document van de reis en de vlucht

19 maart 2019 , door Daan Stoffelsen
| |

Valeria Luiselli doet het opnieuw. De Mexicaanse schreef een indrukwekkende road novel, die even denkend als spannend is, even intiem als maatschappelijk: Lost Children Archive (de geslaagde vertaling van Molly van Gelder en Nicolette Hoekmeijer heet Archief van verloren kinderen - hij verschijnt vrijdag). Een gezin is op weg naar dat deel van de Verenigde Staten waar de kindervluchtelingencrisis de herinneringen van de laatste Apaches doorkruist, en valt uit elkaar. Luiselli vermengt ook in haar vijfde boek het grote en het kleine en slaagt erin zowel een scheiding als de ervaringen van vluchtelingen invoelbaar te maken.

N.B. Lees ook de laudatio door Nicolette Hoekmeijer, en besprekingen van De gewichtlozen en Valse papieren, en onze voorpublicaties uit De geschiedenis van mijn tanden en De gewichtlozen. Valse papieren was een van de tien favorieten van Niña Weijers, en we publiceerden een verhaal van Luiselli, 'De theorie van het haar'.

Denkend

‘I don’t know what my husband and I will say to each of our children one day. I’m not sure which parts of our story we might each choose to pluck and edit out for them, and which ones we’d shuffle around and insert back in to produce a final version—even though plucking, shuffling, and editing sounds is probably the best summary of what my husband and I do for a living. But the children will ask, because ask is what children do. And we’ll need to tell them a beginning, a middle, and an end. We’ll need to give them an answer, tell them a proper story.’

Plucking, shuffling, editing en asking. Telling. Of, in de vertaling: bij elkaar zoeken, husselen, monteren en vragen. En vertellen.

‘Ik weet niet wat mijn man en ik op een dag tegen elk van onze kinderen zullen zeggen. Ik weet niet welke delen van ons verhaal we er ieder voor zich uit zullen pikken en voor hen zullen monteren, en welke delen we door elkaar zullen husselen en weer zullen invoegen om tot een definitieve versie te komen – al is bij elkaar zoeken, husselen en monteren van geluiden misschien wel de beste samenvatting van het werk dat mijn man en ik doen. Maar de kinderen zullen het vragen, want dat is wat kinderen doen – vragen stellen. En we zullen ze een begin, een midden en een einde moeten vertellen. We zullen ze antwoorden moeten geven, met een goed verhaal moeten komen.’

De moeder is de verteller van Lost Children Archive. Een vrouw in wie we veel van Luiselli herkennen, met een Mexicaanse achtergrond in een samengesteld gezin. Een vrouw ook die zich vragen stelt, nadenkt over vertelstructuur en argumentatie, die inzichten uit boeken plukt en situaties analyseert. De Luiselli van haar debuut Valse papieren en haar eerste roman De gewichtlozen, niet met het absurdisme van die roman en die van De geschiedenis van mijn tanden, maar niet alleen met de dodelijke ernst van haar migratiepamflet Vertel me het einde. Minihoofdstukjes met terugkerende titels als ‘Acoustemology’ en ‘Inventory’ geven het verhaal een academische smaak.

Het gezin is dus op een reis gegaan naar de plek waar de vader een audioproject over de Apaches wil maken, ‘omdat ze de laatsten van iets waren’. Hij wil daar lang blijven, en de moeder heeft een eigen project en leven dat zich vooral in New York afspeelt - dus een breuk is onafwendbaar. Voor de projecten hebben ze archiefdozen bij zich, gevuld met boeken over geluidsopnames, Apaches, archivering en documentatie, fotoboeken, krantenknipsels, aantekeningen, dagboeken, romans - en Elegies for Lost Children, van Ella Camposanto. Want dat is háár project: de kindercrisis documenteren, in New York waar de rechtzaken zich afspelen, en aan de grens, waar kinderen aankomen, vastgezet worden, of alsnog omkomen.

Dat is de actualiteit van het moment. In de auto luisteren ze naar het nieuws, leggen het uit aan de tienjarige jongen en het vijfjarige meisje op de achterbank, ze zetten audioboeken op - telkens start eerst Cormac McCarthy's The Road in, om na veel té volwassen boeken uit te komen op Lord of the Flies - en luisteren muziek, van alles, en blijven hangen in Bowies ‘Space Oddity’. Maar vooral denkt de vertelster na: over hoe om te gaan met de breuk, met de kinderen, met haar project. Ze is slapeloos, pakt boeken uit de dozen, vraagt zich af: mag ik me wel met die verhalen bemoeien?

Spannend

‘This whole country, Papa said, is an enormous cemetery, but only some people get proper graves, because most lives don’t matter. Most lives get erased, lost in the whirlpool of trash we call history, we said.’

Net iets over de helft komt een andere stem aan het woord. De zoon. Hij begrijpt wat er speelt, hij voelt ook dat dit hun laatste reis als gezin is, hij ziet ook hoe de kindercrisis zijn moeder aangrijpt. En omdat hun ouders heel veel met ze delen - een opvoedingsprincipe dat nog een stap verder gaat dan Daan Roovers' keukentafelopvoeding in Mensen maken - kent hij de gruwelijke details ervan.

‘When Pa stopped talking, I finally put on his hat, and whispered to you like I was some old Indian-cowboy, said, hey you, hey Memphis, imagine we had got lost here in these mountains. And you said, just you and me alone? And I answered, yes, just you and me alone, do you think we'd join the Apaches and fight against the white-eyes. But Mama heard me, and before you could answer me, she turned around from her seat and asked me to promise that if we ever got lost, I would know how to find them again.’

Hij belooft het. Maar hij blijft een tienjarige. Zijn toon is lichter, een welkom contrast bij de aaneengesloten, ineengeklonken overwegingen van zijn stiefmoeder, ook al zijn die in luiselliaanse korte paragrafen gevat. (Het kinderspel is sowieso vanaf het begin een prettige tegenstroom bij het moederlijke gesomber.) En hij brengt actie in het boek, op een ijzingwekkende manier, want een kind kan de consequenties niet overzien, hij ziet niet hoe groot de afstanden zijn, wat de risico's dat je gescheiden van elkaar, verdwaald raakt in de woestijn.

Intiem

‘The next morning, I wake up, pee, and notice the small-scale nuclear mushrooms of menstrual drops expanding in slow motion in the bowl of the toilet. So many years of this montly experience and - still - I gasp at the sight.’

We zijn weer even terug bij de moeder, die net over Marguerite Duras' Hiroshima mon amour gelezen heeft, en die het grote trieste met het kleine ongemak verbindt. Dat moederschap als een keuze neerzet - haar stiefzoon is ook haar zoon - maar ze realiseert zich dat ze niet alleen moeder is, maar ook een individu dat een eigen pad bewandelt. Dat is mijns inziens de enige zinnige manier om over het Boekenweekthema te spreken: over hoe een moeder ook een vrouw is en veel meer dan dat. Over moed en twijfel en keuzes. Over hoe een vrouw een denkend wezen is, iemand die kiest en ondergaat, leidt en lijdt, iemand die baart en bloedt.

Luiselli verbindt dus niet alleen menstruatie met de vernietiging van kernwapens, maar ook de breuk in het gezin met die op wereldschaal, de details in de levens van de kinderen in de auto rijmen met die van de kinderen die vanuit Midden-Amerika de Verenigde Staten proberen te bereiken. In haar Gids-lezing, met fragmenten uit een eerdere versie van deze roman, viel meermalen ‘no toys’ (ik schreef daarover voor De Revisor), nu zijn het speelgoed, en de reisbenodigdheden van de kinderen, verloren of niet, nog steeds iets verbindends, zij het minder nadrukkelijk. Dat is knap - door de roman heen zijn er echo's, van McCormack, Bowie en deze kleine objecten die Lost Children Archive zowel echt als compleet maken.

Maatschappelijk

‘Under the desert sky, they wait. The train moves in perfect parallel to the long iron wall, forward yet somehow also in circles, and they do not know that the next morning, the train will come to a final halt. Caught in repetition, trapped in the circular rhytm of the train wheels, tucked under the umbrella of the invariable sky, non suspect that it will finally happen the next day: they will arrive somewhere, and get off the train at the first sight of dawn.’

Vlak voor de helft begint de moeder te lezen in Elegies for Lost Children - een fictief boek, realiseer ik me later. Sobere beschrijvingen, met westerse literatuur doorweven, van hoe zeven kinderen vanuit Midden-Amerika met groot gevaar voor eigen leven naar de Amerikaanse grens reizen. Als in een eigen kinderkruistocht. Heel akelig is dat. Ze gaat ze ook aan haar zoon voorlezen, en brengt hem op ideeën, maar deze derde verhaallijn geeft op een indrukwekkende manier weerwoord aan de twijfels van de moeder. Zo geeft Luiselli stem aan de verloren kinderen, waarvan er uiteindelijk vier op een verrassende manier in een andere verhaallijn opduiken.

De moeder stelt op enig moment vast dat de eufemismen die voor de kindvluchtelingen gebruikt worden, al jaren geleden voor de Apaches golden. Dat gevangenschap en genocide niet benoemd worden, maar feitelijk beleid zijn. Zoals Linda Polman in Niemand wil ze hebben [fragment] betoogt voor de regeringen tijdens Hitler-Duitsland en nu, zo stelt Luiselli in deze roman dat de Amerikanen een mensonterende politiek navolgen. Nog steeds, weer.

Toch is dit geen politieke roman. Het is een diepmenselijk boek over waarom mensen vluchten, vertrekken, en dat ze nooit echt aankomen, zoals een van Luiselli's motto's stelt. Het verbindt ons comfortabele leven met dat van kinderen als de onze die niet anders kunnen dan vooruit - of vallen. Lost Children Archive, Archief van verloren kinderen, is een document van onze tijd en onze menselijkheid, en een aanklacht tegen onmenselijkheid.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van Revisor.

pro-mbooks1 : athenaeum