Geen enkel personage in Ottessa Moshfeghs nieuwe bundel Heimwee naar een andere wereld voelt zich ergens echt thuis. De verhalen, die uit het Amerikaans werden vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman, worden bevolkt door kleurrijke types uit het alledaagse moderne leven die worstelen met de leegte van het bestaan. De personages hebben allemaal één ding met elkaar gemeen: ogenschijnlijk functioneren ze normaal, maar als je beter kijkt is het slechts een dun laagje dat hen scheidt van de goot.
Moshfegh geeft in deze bundel een inkijkje in de verrassend labiele binnenwereld van schijnbaar gewone mensen. Hoe meer ze inzoomt op haar personages, hoe duidelijker het wordt dat in het universum van Moshfegh uiteindelijk niemand normaal is. Haar personages zijn allemaal verdwaald in een betekenisloze wereld. Waar niets vaste waarde heeft, is iedere actie zinloos. Niets maakt echt verschil. Dat is enerzijds deprimerend, maar biedt ook vrijheid.
Moshfeghs karakters zijn stuurloos en worden beheerst door drank of drugs, zieke dwanggedachten, een obsessieve verliefdheid of het verlangen naar ellendige seks. Hoewel het meestal nog lukt om een vorm van decorum te behouden tegenover de buitenwereld, weten de personages uit Heimwee naar een andere wereld zelf allang dat ze verloren zijn.
Toch is dit geen zwart boek, integendeel. Met haar oog voor precisie maakt Moshfegh zelfs het meest alledaagse, gestoorde en treurige nog komisch. Haar observaties zijn messcherp, haar stijl is doordrongen van cynisme en ironie. De kracht van Moshfegh ligt in het vileine. Ze fileert haar protagonisten tot op het bot. De personages uit Heimwee naar een andere wereld zijn mensen die je overal kunt tegenkomen en die balanceren op het randje van het normale bestaan. Hoewel: het normale bestaan? Als je Moshfeghs verhalen tot je laat doordringen, realiseer je je dat er eigenlijk niet zoiets bestaat als een normaal bestaan. Moshfegh leert ons dat als je maar goed genoeg kijkt, eigenlijk iedereen op z'n minst een beetje gek blijkt te zijn.
Die boodschap brengt Moshfegh luchtig. Relativerend en met humor tekent ze de tekortkomingen van de mens uit. Onder ieder verhaal in deze bundel sluimert de existentiële ontevredenheid en twijfel: de personages zijn verveeld, het leven doet hen niet veel. Het kost ze moeite om zich ergens toe te zetten, iets van hun leven te maken. Alleen in de roes van drugs, drank of seks krijgt het tijdelijk glans. Neem bijvoorbeeld de lerares wiskunde uit het eerste verhaal, 'M'n leven beteren':
'Meestal kocht ik, onderweg van school naar huis, twee of drie literflessen bier en een pakje sigaretten, en dan keek ik in bed naar Married… with Children en Sally Jessy Raphael op mijn kleine zwart-wit-tv. Ik dronk, rookte en soesde. Als het donker was, ging ik de deur uit om nog meer bier te kopen en heel af en toe iets eetbaars. Rond tien uur 's avonds ging ik op wodka over en deed net of ik mijn leven beterde door een boek te lezen of naar muziek te luisteren, alsof God me in de gaten hield. "Hier alles prima," verbeeldde ik me dat ik zei. "Bezig m'n leven te beteren, zoals gewoonlijk."'
Rode puisten met witte punten, etterende bulten, een stoma dat op knappen staat, verrotte tanden, kokhalzen door je eigen zieke dwanggedachten: in 'Heimwee naar een andere wereld' passeert dit alles veelvuldig de revue. 'Ze glimlachte breeduit, waarbij ze het lelijkste gebit onthulde dat ik ooit had gezien. Een fietsenrek van gele, zwarte en afgebrokkelde tanden.' Of: 'Op de middelbare school had hij ernstige cystische acne - grote rode puisten vol pus die hij nonchalant uitkneep als we voor de tv zaten.'
Verveeld pulken de personages van Moshfegh aan hun puisten. Overal openen zich monden vol verrotting. De mens is een ranzig wezen. In de wereld van Moshfegh is iedereen slechts luttele pasjes verwijderd van degeneratie. De personages zitten nooit lekker in hun vel, zijn immer ongemakkelijk en door kleine of grote gebreken geplaagd. 'Er is hier op aarde trouwens ook geen troost. Wel doen alsof, wel woorden, maar geen vrede. Niets is hier goed. Niets. Overal waar je op aarde bent is er alleen maar meer onzin.'
Als een kat met een muis speelt Moshfegh met haar personages. Met haar verhalen en het lot van de verschillende personages toont ze de complete willekeur van het leven aan. Daarin slaagt ze, maar het geheel doet op zijn beurt hier en daar zelf ook wat willekeurig aan. Soms voelt die willekeur bijna iets té sterk aangezet, en vraag je je af wat de urgentie van een verhaal is als dat zich duidelijk net zo goed geheel anders had kunnen voltrekken.
De bundel vindt zijn kracht dan ook niet in de plots, maar in de intieme blik die de verhalen werpen op de levens van een optocht aan intrigerende gekke mensen. Moshfegh zet met deze bundel een luchtige, komische kritiek neer op de dolende millennial en de existentiële leegte van het moderne bestaan. Tegelijkertijd is het op een verknipte manier ook een ode aan de onbeholpen gekkigheid van de mens: Moshfegh toont ons met een valse doch liefdevolle glimlach hoe iedereen het tóch maar steeds probeert. Niemand slaagt, maar ook dat maakt in de leegte van onze wereld gelukkig helemaal niets uit.
Marij de Wit (1989) is programmamaker en redacteur. Ze werkt bij academisch-cultureel podium SPUI25 en als acquirerend redacteur bij de Nederlandse Boekengids.