Recensie: Het nut van Latijn als pad naar de literatuur

26 september 2019 , door Diederik Burgersdijk
| |

Eens in de zoveel tijd verschijnen er boeken waarin wordt uitgelegd waarom de klassieke talen leuk of belangrijk zijn om te leren. Andrea Marcolongo schreef vorig jaar nog zo’n boek voor Grieks, je hebt de taalboeken van Peter Jones, Tore Janson en Jan Bloemendal schreven cultuurgeschiedenissen. Nicola Gardini doet het anders: hij benadrukt dat we de klassieke talen, in het bijzonder het Latijn, leren voor de literatuur. Latijn actief gebruiken is grappig en schadeloos, en ja, de taal leent zich voor het scherpen van analytisch vermogen en geheugentraining, maar dat bepaalt de waarde er niet van. Latijn is belangrijk omdat het de drager van een enorm rijke literatuur is geworden, waarop steeds weer wordt gereflecteerd, en waaraan nieuwe werken worden ontleend.

N.B. Deze recensie kwam tot stand in samenwerking met het Nederlands Klassiek Verbond. Eerder brachten we een fragment uit Leve het Latijn.

Taal is literatuur

Taal, of liever Latijn, is in de beleving van Gardini literatuur. In zijn argumenten daarvoor hanteert hij een organische opbouw, waarbij hij persoonlijke beleving mengt met de ontwikkelingsgang van het Latijn. Het leren van het eerste Latijn op school wordt vluchtig afgewisseld met het ontstaan van het Latijn uit het Indo-Europees, het alfabet, de naamvallen. Terzijdes over etymologie en herkomst van woorden blijven beperkt tot curiositeiten, aardige illustraties van taalontwikkeling. Gardini wil er zo snel mogelijk af zijn, en haast zich naar een behandeling van wat hem werkelijk lief is: auteurs en hun werken, met een voorkeur voor de laat-republikeinse en vroeg-imperiale auteurs, kortweg de tijd van Caesar en Augustus.

De tijd inderdaad waarin de klassieke traditie zich heeft gevestigd, en waaraan al het latere Latijn schatplichtig is. Van Catullus, Cicero, Lucretius tot Vergilius, Horatius en Propertius - kortweg de auteurs die gymnasiasten van Italië tot Nederland tegen zouden kunnen komen. Maar ook uitstapjes naar de Latijnse roman, de eenvoudige filosofie van Seneca of de geleerdheid van Augustinus of, goed gekozen, het Evangelie van Lucas in de Latijnse versie. In de behandeling van prozapassages is er eerder een voorkeur voor zeggingskracht en muzikaliteit dan voor de inhoud te bespeuren. De methode is close reading aan de hand van goed geselecteerde voorbeelden.

Ideale inleiding?        

Wie het boek helemaal doorneemt verwerft een citatenapparaat dat niet misstaat op feesten en partijen. Maar maakt het Leve het Latijn de ideale inleiding tot de Latijnse literatuur? Dat is de vraag. Voor de Nederlandse lezer kan de voortdurende verwijzing naar Italiaanse auteurs als Manzoni, Levi of Gadda (om de bekendere te nemen) een belemmering voor het begrip zijn, terwijl het tegenovergestelde de bedoeling is, althans voor het Italiaanse publiek. Ook humanisten als Petrarca, Boccaccio of Machiavelli worden regelmatig in het voorbijgaan geciteerd om de lectuur te veraangenamen, terwijl voor de ‘bluf your way into Latin’-lezer deze auteurs juist extra uitleg vereisen. Maar voor wie dat geen angst aanjaagt, bieden deze uitstapjes naar de receptiegeschiedenis aangename verstrooiing.

Vlekkeloze vertaling

Dat dit boek in het Nederlands desondanks geslaagd is, komt voor een groot deel voor rekening van de vertaler, Emilia Menkveld. De verhalende gedeelten van de tekst lezen alsof het Nederlands de bron- in plaats van doeltaal is, zo vlekkeloos in ritme en dictie. De meeste vertalingen van de geciteerde Latijnse fragmenten komen uit gepubliceerde vertalingen van kwaliteit, en waar dat niet zo is, voegt de vertaler proeven van eigen hand in. Cicero’s aanklacht van de corrupte gouverneur op Sicilië Verres geeft de beschrijving crudelissimum carnificem civium sociorumque, de allitererende c’s vervangen door nog meer b’s: ‘de bruutste beul van burgers en bondgenoten’. Cicero naar de kroon gestoken; het vertaalplezier spat ervan af. 

Kunsttaal        

Als Gardini’s selectie op esthetische keuzes is gebaseerd, blijven die binnen de lijnen van het veilige. Geen zilveren epiek, geen biografie of grande histoire uit de late oudheid, of iets anders dat de aan de canon gewende blik kan verbreden. De voorbeelden zijn dus weinig verrassend. Ook Gardini’s oordeel over literatuur en het nut daarvan is traditioneel, maar daarom niet minder juist: we leren de taal voor de literatuur, die de Europese identiteit heeft gevormd, doordat steeds weer op diezelfde teksten terug is gegrepen. Gardini presenteert deze in een synthese van de hoogtepunten van het Latijn, dat hij als kunsttaal zonder praktisch nut presenteert. Toen de huidige emeritus-paus Benedictus XVI zijn abdicatie in het Latijn proclameerde, ging hij er al te makkelijk van uit dat de mensen wel zouden begrijpen wat hij zei, zo wil Gardini maar zeggen. Spreken heeft niet zoveel zin, lezen des te meer.

Zonder in hoogdravende beweringen te vervallen, stelt Gardini dat bij het lezen van Latijn (lees: literatuur) niet vervallen moet worden in goedkope actualisering, of de verleiding het heden te proberen herkennen in het verleden. ‘De betere lezers van klassieke werken zoeken die historische kloof juist op en proberen telkens te meten hoe groot de afstand is ... als een landschap in de verte dat je steeds uit een andere hoek bekijkt.’ Literatuur leeft door lezers, en wordt daardoor deel van het heden. Tegelijk uit Gardini zijn zorgen over de teloorgang van het literatuuronderwijs, juist om die reden. Voor wie dat even negeert, levert Gardini’s zeer geïnformeerde blik op de oudheid een mooie verzameling van tekstkritieken op, die verder geen nut in zich dragen dan wat de lezer er aan toekent. In de optiek van deze lezer is Leve het Latijn een ronduit nuttig boek, en een aanwinst voor het genre.

Diederik Burgersdijk is voorzitter van het NKV, docent klassieke talen aan het Cartesius Lyceum te Amsterdam, en docent Latijn en oude geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij schreef De macht van de traditie. Het keizerschap van Augustus en Constantijn [fragment] en De sluipwesp en de leliën [fragment].

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum