Recensie: Levenslessen en leesplezier

01 juli 2019 , door Jerker Spits
| |

In Het veld laat de Oostenrijkse schrijver Robert Seethaler doden iets over hun leven zeggen. Negenentwintig personen, begraven op het kerkhof van het Oostenrijkse plaatsje Paulstadt, vertellen over hun angsten, dromen en verlangens. Deze originele invalshoek pakt goed uit. Seethalers schijnbaar eenvoudige stijl is beeldend en ontroerend.

N.B. Eerder publiceerden we een fragment uit Seethalers roman De Weense sigarenboer en een toelichting door Liesbeth van Nes bij haar vertaling van Een heel leven.

In Het veld spreken de doden van achter de kerkhofmuur, waar het naar vochtige aarde en vlierbloesem ruikt. De meesten zijn gewone burgers van het plaatsje Paulstadt. Het zijn ambachtslieden, zakenmensen of bedienden die in een van de winkels aan de Markstraße of een zijstraatje ervan werken.

Alleen uit volle zakken kun je scheppen

Ze komen allemaal aan het woord. De corrupte burgemeester blijft vanuit zijn graf van zich af bijten: 'Hoe had ik kunnen geven zonder ooit vooraf eens te hebben genomen. Alleen uit volle zakken kun je scheppen.' De priester twijfelt aan zijn roeping: 'Vader, sta me bij, laat me niet vertwijfelen in het aanschijn van de duisternis, leid mijn voeten, sterk mijn handen.' Fruithandelaar Navid Al-Bakri herinnert zich een detail uit zijn winkel, waar hij meer dan veertig jaar elke dag stond: 'Op mijn plaats achter de weegschaal veroorzaakte mijn gewicht op den duur een kleine holte in de vloerplanken, een putje waarin ik me zeker voelde.' Een vrouw die er steeds verzorgd uit zag, laat weten: 'Mijn elegantie was het resultaat van hard werken, maar voor Paulstadt kon het ermee door.'

Ouderdom is een vaak terugkerend thema in het relaas van de doden. De burgemeester zegt: 'Het lichaam begint te rotten en af te brokkelen als een oud houten vat'. Een vrouw die honderdvijf werd, deelt haar wijsheid: 'Met honderdvijf sterf je net zo goed als met vijfentachtig of met tweeëndertig, en de prijs voor zo'n lang leven is de eenzaamheid.'

Leg je hand tegen haar wang

In het ene verhaal is de toon berustend, in het andere boos of gefrustreerd. Je ruikt en voelt ook veel als je dit boek leest. Neem de volgende herinnering van een man die zijn vader twee jaar na de Tweede Wereldoorlog thuis ziet komen:

'Ik was drie toen de oorlog was afgelopen en vijf toen vader op een dag in november thuiskwam. Bleek en met een leren zak over zijn schouder stond hij in het deurkozijn en keek op me neer. Hij droeg een zware, open jas en daaronder een trui vol gaten, en toen hij me optilde en tegen zijn borst drukte, voelde ik de vochtige wol.'

Zo beeldend beschrijft Seethaler hier een Kriegsheimkehrer. De vader blijkt een tirannieke man te zijn. Schijnbaar onaangedaan beschrijft de zoon zijn dood:

'Weer op een zondag, nog geen veertien jaar later, stierf vader aan de longaandoening waar hij sinds zijn thuiskomst aan had geleden. Op het laatst ging het snel, hij hoefde van niemand afscheid te nemen en werd nog voor de middag het huis uit gedragen, dor en licht als een bundel droog rijshout.'

Een andere dode roept er juist toe op je ouders lief te hebben: 'Ga naar je moeder en leg je hand tegen haar wang. Laat die daar even liggen. Ik heb dat nooit gedaan en dat was fout.'

Neem er nog eentje

De hoofdstukken zijn kort en bondig. Seethaler heeft vaak niet meer dan een paar bladzijden nodig om een overtuigend portret van een heel leven te schetsen. Niet alleen het uitgangspunt - doden laten vertellen over hun eigen leven - is origineel. Ook de uitwerking verrast. Zo heeft een van de verhalen de vorm van vijftien geboden. In een ander vertelt iemand er gewoon op los en begint bij zijn jeugd. De verschillen in toon en stijl, die ook goed doorklinken in de Nederlandse vertaling van Liesbeth van Nes, zorgen voor veel leesplezier.

Seethaler heeft personages verzonnen die tegen je praten als mensen van vlees en bloed, met hun frustraties en levenslessen. Het veld is een boek over doden met tal van tips voor ons, de achtergeblevenen: 'Als je aan de bar zit en de wandbetimmering begint te leven en er glippen allemaal beestjes onder de barkrukken door, bestel er dan nog eentje.'

Jerker Spits is germanist. Hij schrijft voor Athenaeum.nl en De Groene Amsterdammer en schreef een korte cultuurgeschiedenis van Duitsland.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum