Recensie: Liefde en bewondering

25 november 2019
| |

Hoewel op en top Brits, hebben de psychologische portretten van Jane Gardam universele betekenis. In Op de klippen, gesitueerd in een Engels kustplaatsje, geeft zij weer een staaltje weg van haar onverbiddelijke inzicht, dat door de humor en de beeldende kracht van haar proza nooit koel wordt en niet koud laat: met zijn wisselende perspectieven, kleurrijke personages en langzaamaan onthulde plot is de roman een bescheiden pageturner.

N.B. Eerder brachten we een fragment uit Op de klippen en uit Een onberispelijke man. Ook bespraken we De dochter van Crusoe.

Had de schrijfster van Een onberispelijke man, Een trouwe vrouw en Laatste vrienden drie boeken nodig om het verhaal van ‘Old Filth’, zijn vrouw en hun omstanders in alle subtiliteit te vertellen, in Op de klippen brengt zij binnen één band de verschillende gezichtpunten van een verwant gemeenschapje over het voetlicht. In een perfecte, klassieke vorm: de gebeurtenissen worden in gang gezet door de introductie van een vreemde in het stadje, de wulpse Lydia die is ingehuurd om op de achtjarige Margaret te passen. Of liever: haar aandacht en afleiding te bezorgen, nu haar liefdevolle moeder Ellie het druk heeft met Terence, de pasgeborene. Aan vader heeft Margaret weinig, die is bij de religieuze sekte van de Eerste Heiligen en zijn roeping ligt elders.

Onderstaande passage illustreert de handigheid waarmee Gardam een personage als Ellie typeert en de soepelheid van de vertaling, van de hand van Gerda Baardman en Kitty Pouwels:

‘Mevrouw Marsh, Margarets moeder, was een fervent borstvoedster in een tijd waarin dat uit de mode was. Haar haar had ze van achteren niet laten opknippen noch had ze op haar taille gelet. Ze was een vrij forse, lenige, nog jonge vrouw met een sterke hang naar God en mededogen en boordevol liefde voor baby’s. Uur na uur zat ze in haar slaapkamer, wijdbeens in een mooi gemaakte maar ouderwetse rok, terwijl haar golvende bruine lokken slordig rond haar gezicht vielen. Toen Margaret de kamer binnenkwam hief ze met een lange, begrijpende blik haar hoofd.
“Ga je op stap, lieverd?”’

Door de ogen van een achtjarige

Margaret, de officieuze hoofdpersoon van het boek, houdt van haar mama maar is de moederlijke omhelzing ontgroeid; ze zoekt steviger inspiratie. De wereldwijze Lydia neemt haar mee op avontuur, in het boemeltreintje naar zee, de boulevard en de bossen daarachter, waar Lydia rendez-vous belegt en Margaret alleen op onderzoek uitgaat. Als in een klassiek kinderboek raakt het meisje verzeild op een verwaarloosd landgoed met mythische, groteske figuren. Maar die verborgen plek en zijn vreemde bewoners blijken in onverwacht verband te staan met haar eigen omgeving, in het bijzonder met haar moeder, die er als jong meisje te gast was.

De voormalige kinderen des huizes wonen nu bij de familie Marsh in de buurt; de sympathieke broer en zus gaan een toevluchtsoord voor Margaret vormen, al heeft haar scherpe blik ook hun zwakheden snel ontdekt. Bijvoorbeeld in deze scène, waarin scones bij de thee worden geserveerd:

‘“Zelfgemaakt,” zei ze over de jam. “Neem, kijk niet zo teleurgesteld.”
“Ik ben niet…” maar Margaret realiseerde zich dat ze dat wel was. En ook geschokt. Bij hun eerste ontmoeting had Binkie haar vervuld met kracht – iemand die precies wist wie en wat ze was en zich niets aantrok van de mening van een ander, in de hemel of op aarde. […] Zij was iemand die heel koel, op haar gemak over de waarheid nadacht.
Maar die Binkie was vandaag in alle staten geweest, ingestort, uit haar evenwicht en helemaal niet bijzonder. Margaret had niet geweten dat haar bewondering voor Binkie zo troostrijk was geweest totdat die was verdwenen.”’

Liefde en bewondering

Niet alleen Margaret, vooral haar moeder heeft aanleg voor bewondering. Dat maakt haar tot een prettige aanwezigheid voor verschillende mannen in haar leven, totdat ook haar de ogen opengaan. Toch brengen de barsten in andermans vermeende grootheid niet altijd afhaken met zich mee; liefde kan wel wat ontluistering verdragen.

In de Old-Filth-trilogie heeft Gardam het door elkaar lopen van liefde en bewondering – en het verwarren van bewondering met liefde – gethematiseerd, en ook in Op de klippen speelt het gegeven een grote rol. Waarbij de mannen eerder gegrepen zijn door Gods almacht, de wet of (de geschiedenis van) de krijgsmacht, en vrouwen individuele mannen of vrouwen bewonderen. Waar vrouwen willen bewonderen, willen mannen vooral bewonderd worden – en bewonderen zij op hun beurt degenen die worden bewonderd. Maar de vrouwelijke bewondering moet ook een stut vormen tegen het veeleisende leven, of een veeleisende moeder.

De broer en zus van Gardam doen denken aan Sebastian en Julia Flyte uit Somerset Maughams Brideshead Revisited: een gevoelige zoon die verdrukt wordt door de leefregels van zijn prachtige, strenggelovige, standsgevoelige moeder (en troost zoekt bij de nanny, die hem aanbidt), een dochter die schijnbaar autonoom door de wereld gaat en de regels aan haar laars lapt, maar minder stoer blijkt dan ze zich voordoet en zich uiteindelijk laat leiden door de geloofsvoorschriften. In de liefde zijn ze allebei ongelukkig – en ook Gardams duo blijft ervan verstoken.

Gardams werk brengt ook het fabuleuze Cazelets-quintet van Elisabeth Jane Howard in gedachten, maar dan in compacte vorm. De levendigheid van de afwisseling in de gezichtspunten van verschillende generaties, het mengsel van de wat excentrieke hogere standen en de ‘gewone’ mensen die ertussendoor lopen, en de speciale aandacht voor de beleving van vrouwen en kinderen: wat decor(um) betreft as British as can be, maar ook voor ons continentals verslavend.

Esther Wils is freelance recensent en hoofdredacteur van Indies tijdschrift.

pro-mbooks1 : athenaeum