Leesfragment: Over hiphopcultuur en hoe het iedereen kan boeien 

27 maart 2019 , door Elly Ooms
| |

Ok, ik ben over de vijftig, ik ben wit, mijn muziekinteresse is tot stilstand gekomen in de jaren negentig en ik heb On the Come Up van Angie Thomas gelezen (de Nederlandse vertaling van Aimée Warmerdam heet Niet te stoppen - de raps vertaalde Akwasi). Ik woon in de Baarsjes en doe soms stoer over de schietincidenten die om de hoek plaatsvinden, maar ik heb nog nooit een pistool in het echt gezien en ben ook zeker nog nooit staande gehouden om mijn tas te laten doorzoeken. Mijn Spotifylijst staat vol met Sister Sledge, Prince, Madonna en de muziek van Saturday Night Fever. Kortom: ben ik wel het publiek voor dit boek? Een boekverkopersbespreking door Elly Ooms. 

Want On the Come Up, geschreven voor en over jongvolwassenen, is een eerbetoon aan de hiphopcultuur. Maar het is veel breder dan dat: er zijn vriendschapsproblemen, er is #MeToo, er is familie, geweld en dood. En dit alles verwerkt in een meeslepend verhaal dat heerlijk leest, bijvoorbeeld over de liefdesperikelen: 

‘“Um, you asked me if Curtis is cute. The only odd one is you, Bri.”
Touche. That question has been bugging me since Sunday. I mean, maybe he is a little bit cute? He’s short and kinda thick, which I like, can’t lie, and he’s got these really full lips that he bites a lot, especially when he’s smiling. His eyes are softer than you’d expect, like even though he talks a lot of shit, he’s really a teddy bear. He’s not a pretty boy but I can’t stand pretty boys.
But it’s Curtis, Curtis.
“Eh, jíj vroeg míj of Curtis knap was, Bri. Wie is hier nou raar?”
Oké. Die vraag zat me al vanaf zondag dwars. Ik bedoel: misschien is hij wel een klein beetje knap? Hij is klein en een beetje mollig, wat ik juist wel leuk vind, en hij heeft van die volle lippen, waar hij heel vaak op bijt, vooral als hij lacht. Zijn blik is liever dan je zou verwachten. Ik bedoel, zelfs al kraamt hij allerlei shit uit, hij is eigenlijk net een teddybeer. Hij is niet knap, maar ik kan knappe jongens toch niet uitstaan. Ze weten namelijk zo goed dat ze knap zijn. Curtis is eigenlijk precies leuk genoeg.
Maar het is Curtis. Cúrtis.’

De Bri uit het citaat is de zestienjarige hoofdpersoon Brianna, dochter van een doodgeschoten rapper, die het ook wil gaan maken in de muziek. Ze heeft het raptalent van haar vader. Maar het gezin van Bri heeft het niet makkelijk: er is weinig geld, moeder raakt haar baan kwijt, ze worden afgesloten van gas en licht en er is soms geen eten waardoor ze aan de voedselbonnen moeten. Op school is Bri afgeleid en juist door de beveiliging krijgt ze te maken met discriminatie. Er gebeurt zoveel in dit verhaal, je zou haast zeggen te veel, ware het niet dat Thomas het geloofwaardig over laat komen doordat de verhaallijn overal klopt.

Tijdens het lezen en na het uitlezen bleven mijn gedachten hangen bij de loyaliteit die op verschillende manieren in het verhaal verweven zit. De vrienden die elkaar al vanaf de wieg kennen. De band tussen moeder, kinderen en grootouders. Hoe lastig het leven ook is, ze blijven bij elkaar en komen voor elkaar op. De tante van Bri, Auntie Pooh, is de belichaming van deze trouw. Ze is op allerlei vlakken anders dan de doorsneetantes uit onze vinexwijken, maar wat ze ook uithaalt, de familie blijft haar steunen en vice versa:

‘Aunt Pooh pulls me into her arms. As much of a hard-ass my aunt is, her hugs are the best. They somehow say “I love you” and “I’ll do whatever for you” all at once.’

Tante Pooh trekt me tegen zich aan en slaat haar armen om me heen. Mijn tante is een harde, maar haar armen zijn zacht. Op de een of andere manier zeggen ze: “Ik hou van je” en “Ik doe alles voor je”.’

Ook toont Auntie Pooh haar kracht aan de mannen van de rivaliserende gang in The Garden (een prachtige naam voor een ghetto) door duidelijk te maken dat ze niet met haar familie moeten rotzooien. Maar in het verhaal van Auntie Pooh laat Thomas ook zien hoe het verleden je kan schaden: door de gewelddadige gebeurtenissen in The Garden kampt Auntie Pooh namelijk met veel problemen.

On the Come Up is een heftig boek, maar vooral ook prachtig. Ik kijk alvast uit naar de Nederlandse editie en ben benieuwd hoe de straattaal in de vertaling overkomt. Misschien moet ik in de tussentijd toch maar wat meer gaan luisteren naar rapmuziek

Elly Ooms is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum