Recensie: Verontrustende dystopie, maar iets te snel

24 september 2019 , door Fleur Speet
| |

Het is een heerlijk gevoel, helemaal ingesponnen te raken door een boek. In een compleet andere wereld te verkeren, levend in een cocon. Voor je kopje koffie, de boodschappen of je werk wurm je je met tegenzin uit die cocon. Zo is het om de nieuwe Margaret Atwood, The Testaments (De testamenten, in de vertaling van Tjadine Stheeman en Lidwien Biekmann) te lezen: je kunt er helemaal in op gaan.

Vervolg op The Handmaid's Tale

The Testaments is het door fans lang gevraagde vervolg op de dystopische roman The Handmaid's Tale (1985), waar een opera, theater en inmiddels ook een populaire Amerikaanse televisieserie van vier delen van is gemaakt. De televisieserie is vanaf het tweede deel een eigen invulling van de scenarioschrijvers. Atwood gaf carte blanche, al moest het personage Aunt Lydia blijven leven.

The Handmaid's Tale is een soort Plot Against America van Philip Roth: what if? In Amerika is een coup gepleegd. Het heet nu Gilead en is een misogyne theocratie. Vrouwen moeten er dienstbaar zijn aan de man, alles draait om hun onderdanigheid. Dus ze mogen geen auto besturen of een baan hebben. Door een natuurramp kunnen nog maar weinig vrouwen kinderen krijgen. Daarom zijn er vruchtbare vrouwen aangesteld voor die taak: de handmaids, 'forced to get pregnant like cows', die vervolgens hun baby's moeten afstaan of er staat de doodstraf op.

Het verhaal leek toen vergezocht, maar Atwood benadrukte dat alles wat gebeurde gebaseerd is op de werkelijkheid. Alle beschreven horror en wandaden zijn al door de mensheid gepleegd. Tegenwoordig is de kleding van de handmaids (een witte kap met rode mantel) wereldwijd een protestgewaad voor de rechten van vrouwen.

Atwood besloot, met name door het presidentschap van Trump, maar ook door andere dreigingen in de wereld voor vrouwen, een vervolg te schrijven. Het verhaal van Gilead gaat vijftien jaar na de gebeurtenissen in The Handmaid's Tale verder.

Drie vrouwenstemmen

De fans zullen heel wat namen herkennen, waaronder Aunt Lydia, een van de drie vertellers in The Testaments. De andere twee vertellers zijn de opstandige Daisy, die opgroeit in Canada en de dreiging van de staat Gilead voelt, en het acht jaar oudere meisje Agnes, dat volledig is opgegroeid in Gilead en dus ook volledig is geïndoctrineerd. Het is een mooi contrast: twee jonge vertelstemmen die zo volstrekt anders zijn en een oudere stem die nagenoeg alwetend is en die met morele vraagstukken stoeit terwijl niemand dat aan haar ziet.

Aunt Lydia is de 'Moeder Overste' van Gilead. Haar afbeelding hangt overal; zij heeft het meeste te zeggen van alle vrouwen in het land. Het is volstrekt duidelijk waarom Aunt Lydia, die een succesvolle vrouwenrechter was voordat de staat Gilead werd gesticht, haar onderdanige positie inneemt. Degradeer een mens tot dier, zaai angst met dagelijkse executies en ziedaar: het duurt niet eens zo lang of je kunt het onmogelijke van haar vragen. Lydia is als Eichmann gaan heulen met de vijand.

De beklemmende sfeer, het vrouwonterende dat volstrekt normaal is, vooral in de ogen van Agnes ('The adult female body was one big booby trap as far as I could tell.'), is fenomenaal. Het toont natuurlijk precies wat we níet willen met z'n allen, maar wat in 'mildere' mate wel voortdurend aan de hand is (#metoo).

Ironie verontrust

Atwood beschrijft het dodelijk serieus, maar ook met een flinke portie ironie. Juist daarom is het zo overtuigend en verontrustend. De personages zijn allesbehalve makke schapen. Lydia: 'But, Aunt Lydia, you must drink this mint tea, it will do wonders for your digestion! Keep your nose out of my digestion.' Lydia heeft zo haar eigen plannen. Agnes: 'We looked at her, making our eyes as round as possible as a sign of our innocence, and nodding to show we agreed with her. No rebellious flowers here!' De Gilead-meisjes worden op hun dertiende uitgehuwelijkt, mannen komen weg met incest en pedofilie: de meisjes zitten gevangen in een web waartegen ze slechts lichtjes kunnen duwen. Daartegenover staat de Canadese 'smartypants' Daisy: 'I was the age at which parents suddenly transform from people who know everything into people who know nothing.' Zij laat zich inderdaad niets meer vertellen.

Kroon

Atwood heeft een wijze stem en weet in een paar snedige zinnen een volledig inkapselende wereld op te roepen, door behendig literaire trucjes in te zetten, zoals het direct aanspreken van de lezer, levensechte dialogen en originele opmerkzaamheid ('elephant-knee eyelids'). Wat dat betreft is het boek een kroon op haar werk. Je voelt haar eerdere romans in The Testaments zinderen. Zoals Alias Grace, over een vermeende moordenares in de negentiende eeuw, waarin Atwood sluipende horror oproept van mannen die een vrouw beschuldigen en waaruit bijna hele zinnen overgenomen lijken in The Testaments. Of Penelope, waarin Atwood de mythe hervertelt vanuit een dode Penelope die door Hades zwerft en zo eindelijk vrijuit kan spreken, zelfs door tijdslagen heen. Atwoods basisthema blijft de door het systeem verdrukte vrouwen.

Wat wel veranderde is de snelheid van het verhaal. Atwood schreef al geregeld in korte hoofdstukken, maar nu zitten aan het einde ervan steeds cliffhangers. Daardoor drijft een enorme spanning het verhaal voort, alsof je een Netflix-serie zit te kijken. Aan het einde van de roman ontwikkelt alles zich ook nog eens razendsnel, compleet met de ooit door Renate Dorrestein beschreven paukenslag. Geen gedraal meer, maar páts, bam.

De val van een tirannie?

Als je daarna uit de cocon stapt, vraag je je af wat dit boek nou eigenlijk wilde zeggen. Stelt The Testaments vragen bij de reden waarom we willen geloven? Of waarom we niet in opstand komen als we eenmaal met mensonterende ideeën zijn besmet? Atwood beweert dat ze de val van een tirannie wilde verbeelden. Hoewel de (gruwelijke) getuigenissen van Aunt Lydia, Agnes en Daisy inmiddels een stuk geschiedenis zijn, blijft toch een wat onbeduidend gevoel achter. Gilead is geen Afghanistan of Irak geworden, ondanks de vluchtelingenkampen over de grens. De val is zelfs helemaal niet beschreven en de gang er naartoe is niet heel overtuigend.

Het probleem zit hem denk ik in de vele vaagheden en de snelheid. Atwood is karig in haar beschrijvingen van de omgeving. Ze vertelt weinig over de natuur bijvoorbeeld, of andere tastbare zaken (wel eten ze kaas-surrogaat in Gilead en wordt er vis binnen gesmokkeld). Gilead blijft zweven, het is niet verankerd in de werkelijkheid. Er lijkt wel bijna een hele staat gepropt in één gebouw (Ardua Hall). Had Atwood haar oren wat minder laten hangen naar de moderne snelle tijd en dus wat meer ruimte genomen, dan had het boek misschien de impact kunnen hebben die je het gunt. Want aan haar stijl en intelligentie ligt het beslist niet.

Fleur Speet is literair recensent.

pro-mbooks1 : athenaeum