Recensie: Verplicht licht in sombere tijden

30 oktober 2019 , door Christine de Jong
| |

De meeste mensen deugen: de titel van Rutger Bregmans boek klinkt naïef, ongegrond optimistisch. Maar ik las het als een pleidooi voor nieuwsgierigheid en een kritische blik. Klopt het wel wat ik voorgeschoteld krijg? Die omkering van het perspectief is belangrijk. En als je zijn boek, zoals ik dat deed, naast dat van Olaf Koens leest, Paarden vliegen businessclass, dan krijg je een ander beeld van menselijk gedrag. Koens, Midden-Oosten-correspondent, doet dat door te laten zien dat ook als het over leven en dood gaat, een dolfijn of vogeltjes ertoe kunnen doen. Een boekverkopersbespreking door Christine de Jong.

N.B. We publiceerden eerder voor uit De meeste mensen deugen.

Olaf Koens laat zien hoe mensen op de bizarste plekken dieren blijven houden, en ván dieren blijven houden. Hij bezoekt dierentuinen in oorlogsgebied en ziet hoe paarden in gekoelde aircohallen worden gehouden. En als het daar te warm wordt, dan worden ze naar Europa gevlogen. Dat is misschien eerder een illustratie van hoe gek mensen kunnen zijn, maar in het algemeen nuanceert hij met kleurrijke anekdotes mijn beeld van het Midden-Oosten en de mens in het algemeen.

Koens zet in op anekdotiek, en Paarden vliegen businessclass is dan ook vooral een vermakelijk boek. Bregman heeft een stelling te verdedigen, en heel pregnant bleef me dit verhaal bij: een meisje wordt neergestoken in een dichtbevolkte wijk. 38 mensen horen het, zien het, niemand doet iets.

‘“O my God, hij heeft me gestoken! Help! Help!”
Het is 03.19 uur. De hele buurt moet zijn wakker geschrokken. Er gaan wat lichten aan. Ramen worden opengeschoven en stemmen klinken door de nacht. “Laat dat meisje met rust”, roept iemand.
Maar dan komt de man met het mes opnieuw op Kitty af. Hij steekt nog een keer. Ze gilt en strompelt de hoek om. “Ik ga dood! Ik ga dood!”
Niemand komt naar buiten. Niemand schiet te hulp. Niemand belt de politie. Tientallen buren verschuilen zich achter hun ramen, alsof ze naar een realityshow kijken. Eén stel pakt er stoelen bij en dooft het licht voor beter zicht.
Als de aanvaller voor de derde keer terugkomt, vindt hij Kitty aan de voet van een trap in haar appartementencomplex. Boven ligt Mary-Ann nog te slapen.
Hij steekt haar nog een keer. En nog een keer.
Pas om 03.50 uur krijgt de politie het eerste telefoontje, van een buurman die lang heeft getwijfeld. Twee minuten later zijn de agenten ter plaatse, maar dan is het al te laat. “Ik wilde er niet bij betrokken raken”, verontschuldigt de beller zich.’

Het werd een wereldnieuwsverhaal, Malcolm Gladwell schreef erover, en Rutger Bregman las het als student. Maar klopte het? Hij zocht door. Het omstanderseffect ('Niemand schiet te hulp.') blijkt mee te vallen, en ook bij Kitty viel het mee. Ze stierf, ja, maar de politie is tweemaal gebeld (en reageerde niet, want ze dachten aan een echtelijke ruzie), de meesten van die 38 waren helemaal geen ooggetuige, en de persoon die er niet betrokken bij wilde raken, was zelf homoseksueel - wat voor hem net als voor Kitty strafbaar was.

Blijkbaar willen wij, of wilden de journalisten die dit nieuwsverhaal optekenden, het tegenovergestelde geloven. Als er een foto wordt gedeeld van een vrouw die gisteren in  Pakistan in brand is gestoken, volgens het onderschrift, en kort daarop wordt duidelijk dat het  een jarenoude foto is van een ongeluk op een heel andere plek - waarom krijgt de ware toedracht dan geen aandacht? Hebben we het te vaak gehoord? Bregman zet aan tot nadenken. Deugen de meeste mensen? Nee, maar er deugen er meer dan we aanvankelijk geloven.

Eén boek met een boodschap, één boek met vooral veel anekdotes, maar allebei boeken voor in de schoen en onder de boom van diegenen die er niet meer in geloven, voor de somberen. Verplichte kost, optimistische boeken voor sombere mensen.

Christine de Jong is commercieel manager bij Athenaeum Boekhandel.

pro-mbooks1 : athenaeum