Recensie: Wanneer alle privacy verdwijnt

30 september 2019 , door Joeba Bootsma
| |

Wat gebeurt er wanneer je in je eigen huis geen privacy hebt, wanneer zelfs de meest intieme plek in huis geen bescherming meer biedt tegen de buitenwereld en in het bijzonder tegen je buren die andere normen en waarden hebben dan jij? Die vraag onderzoekt Julia Deck in haar nieuwe roman Propriété privée die zich afspeelt in een nieuwe ecowijk net buiten Parijs. Met subtiele ironie beschrijft Deck hoe de buren elkaar begluren en net als in haar laatste roman Sigma laat ze zien dat niemand elkaar écht kent.

N.B. Update 8 februari: Katrien Vandenberghe vertaalde Propriété privée als Een huis dat van ons isEerder bespraken we Decks roman Sigma en publiceerden voor uit de vertaling van Viviane Élisabeth FauvillePropriété privée figureerde ook in onze Franse nieuwsbrief. Ontvang je die al?

Net als in Decks eerste roman Viviane Élisabeth Fauville, word je in Propriété privée vanaf de eerste pagina’s met je neus op de feiten gedrukt. ‘J’ai pensé que ce serait une erreur de tuer le chat, en général et en particulier, quand tu m’as parlé de ton projet pour son cadavre,’ luidt de allereerste zin. In Viviane Élisabeth Fauville was het de psychoanalist die wordt vermoord, in deze nieuwe roman is het de kat van de buren. Wat er precies met de kat gebeurt krijgen we pas aan het einde van de roman te weten, maar wat al wel snel duidelijk wordt is dat er weinig privé is aan het nieuwe Propriété privée waar Monsieur en Madame Caradec zich twee jaar lang op hebben verheugd.

De Caradecs zijn rond de vijftig en zijn al dertig jaar samen. Ze hebben altijd gehuurd en wonen in een groot en comfortabel appartement in Parijs, maar nu willen ze de stad uit en iets kopen. Madame Caradec, door wiens ogen het verhaal verteld wordt, is werkzaam in de stedelijke herinrichting en gelooft in stadsuitbreiding buiten de stad waar het groener en ruimtelijker is. Ze besluiten een huis te kopen in een ecowijk waar acht rijtjeshuizen zullen komen te staan, gebouwd met duurzame materialen, voorzien van zonnepanelen, een ondergronds afvalscheidingssysteem en een bak waar het organisch afval wordt verwerkt tot compost zodat alle bewoners een moestuin aan kunnen leggen.

Droomhuis wordt nachtmerrie

Twee jaar lang verheugen ze zich op hun nieuwe huis, dat een oase van rust en ruimte moet worden. ‘On s’éloignerait du bruit, de la pollution.’ Ze zullen de herrie van de stad achter zich laten en eindelijk een tuin hebben waar Eva’s planten alle ruimte hebben en waar ze de buitenlucht kunnen inademen zonder te denken aan de stadsvervuiling. Avondenlang fantaseren ze over waar hun meubels moeten komen te komen, maar de manier waarop Eva (Madame Caradec) vertelt, doet vermoeden dat het allemaal anders uitpakt dan ze hadden verwacht.

De bewoners van de nieuwe ecowijk hebben, behalve dat ze allemaal over het vermogen beschikken om een huis in die wijk te kopen, weinig gemeen. Maar het zijn vooral de Lecoqs, die een week na de Caradecs arriveren, die voor grote spanningen zorgen. In plaats van dat hun huis een oase van rust is, voelen de Caradecs de constante aanwezigheid van hun nieuwe buren, via de auto die voor hún deur staat, de geluiden die via de muren hun kamers binnenkomen, de kat die hun huis binnenglipt, het cementstof dat hun tuin inwaait wanneer de buren besluiten een terras aan te laten leggen in plaats van een moestuin. En zelfs in de badkamer, de meest intieme schuilplaats in huis, waar Eva denkt alleen te zijn, is ze niet alleen. ‘J’ai compris que je n’avais plus le droit de crier, qu’il faudrait ravaler ma rage jusque dans notre abri le plus intime, parce que rien de ce qui se déroulerait ici ne demeurerait caché.’

Absurd en hypocriet

Niets blijft geheim in hun nieuwe huis. De anonimiteit die ze in Parijs hadden is verdwenen en Monsieur Caradec, die aan angsten en depressies lijdt en alleen nog voor een bezoek aan zijn psycholoog het huis uitkomt, kan nu niet meer ongezien dagenlang in bed blijven liggen. De buren volgen elkaar op de voet en doen er tegelijkertijd alles aan om elkaar te ontwijken. De moord op de kat blijkt uiteindelijk een daad uit wanhoop te zijn, die moet voorkomen dat er menselijke slachtoffers vallen. Propriété privée doet daarmee denken aan de film Under the Tree van de IJslandse regisseur Hafsteinn Gunnar Sigurðsson, waarin de schaduw van een boom voor een extreme en absurde burenruzie zorgt. Met die ruzie wilde de regisseur laten zien hoe belachelijk en onzinnig oorlogen zijn, die in feite ook burenruzies zijn maar dan op veel grotere schaal. Via een kleine, menselijke context probeert hij die onzinnigheid duidelijk te maken.

In Propriété privée loopt het niet uit tot een extreme ruzie en neemt de spanning tegen het einde van het boek zelfs een beetje af. De ontknoping van wat er precies met de kat (en andere dieren) is gebeurd voelt niet als een ontknoping. Maar deze roman moet dan ook niet gelezen worden als een detective maar als een sociale kritiek waarin Deck aan de hand van een mini-gemeenschap en met een subtiele dosering ironie de absurditeit en hypocrisie van de mens observeert. Inderdaad: niemand kent elkaar écht.

Joeba Bootsma studeerde Franse Taal en Cultuur, rondde de master Literair Vertalen af aan de Universiteit van Utrecht en liep stage bij Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum