Recensie: Allitererende beeldencollage

08 juni 2020 , door Daan Stoffelsen
| |

Alfabet, het nieuwe prentenboek van Charlotte Dematons, allitereert: het is veel, vol, en verrassend - en af en toe opeens heel leeg. Net als in De gele ballon (2003, Kinderboekwinkelprijs), Sinterklaas (2007, Gouden Penseel), Nederland (2012, Zilveren Penseel en Glazen Globe) staat het vol met grote prenten met minutieuze, geestige details, die ditmaal op alfabet geordend zijn (een bebrilde bever breit een boa die een bellenblazende beul bijt), maar soms wat kaal zijn - niet van elke letter zijn er zoveel woorden, en de eilanden van eigeel drijven in schier oneindig eiwit. Ook op dat metaniveau is Alfabet een ontzettend rijk boek, niet alleen voor kinderen - maar voor mensen.

N.B. Dematons werd al geïnterviewd door de mannen van de Grote Vriendelijke Podcast. Daarin licht ze een en ander toe. Daarnaast is er een website, Alfabetboek.nl, waarop alle namen en begrippen opgesomd worden, en een handige app voor thuisgebruik.

Die frase leen ik van Volkskrant-recensent Pjotr van Lenteren, die hij vorige week voor andere nieuwe prentenboeken gebruikte, maar ik moet hem meteen nuanceren: Dematons begon wel vanuit de belevingswereld van de jongste kinderen, met gebreide apen op een apenrots met een ark erop. De bebloede bijl van de beul is het gruwelijkst bij de B-plaat; bommenwerpers, BSM en de Belastingdienst ontbreken. Waar bijvoorbeeld Peter van den Endes Zwerveling soms wat sinister kon zijn, is Alfabet licht en toegankelijk. Maar het idioom blijft niet kleuterachtig: de quagga en de opossum duiken op, popart en Het puttertje van Fabritius, en de grote mensen in dit huis breken het hoofd over de bloemensoorten. Zo wil ik Van Lenterens frase gebruiken: het plezier dat de zoekplaten geven, is net zoals bij Dematons' eerdere boeken niet beperkt tot de kleuter.

Anders dan in haar vorige prentenboeken, zijn de illustraties (gemaakt met 'aquarelverf [maar] óók acrylverf', zegt Dematons zelf) niet altijd paginavullend, en waar ze bijvoorbeeld de platen voor B en de K (met dank aan de kabouters) tot in de hoekjes volkrijgt, is de E dus heel rustig, en de H strak geordend. Het geeft rust en ritme aan het boek, dat wel kleine anekdotes kent (twee boksende beren, één bang, één boos met buil en bloedneus; een hamerhaai die hengelt naar een harinkje; een kat krabt aan het krukje van de Kleine Kapitein), maar op één subtiele lijn na geen verhaal kent zoals in Dematons' drie grote voorgangers.

Uit Charlotte Dematons, Alfabet: de K

Geen gele ballon en blauwe auto dus, geen kinderliedjes, geen zwarte pietjes (maar wel Sinterklaas, in een zeer verrassende entourage), maar wel de letterdief, die de letters verzamelt én telkens iets pikt met die letter. Dat doet hij heel stiekem, waardoor je niet altijd doorhebt wát dan. (Kan iemand ons nog even vertellen wat hij met een X meeneemt?!).

Alfabet is dus niet verhalend, maar wel talig, en veel meer dan een zoekboek: het naast elkaar plaatsen van de dingen en dieren en planten (in totaal meer dan drieduizend) roept allitererende zinnen op en is de aanzet tot telkens nieuwe verhalen. Het overstijgt bovendien de educatieve kwaliteiten: de ongerijmdheid van Dematons' collages (een panda met piercing die panfluit speelt, een friteuse-fontein) is vrolijkmakend en geestverruimend. En niet zelden simpelweg heel erg mooi: ik blader telkens terug naar de narwal met een nachtegaal op de punt van zijn slachttand. Een boek voor in elke boekenkast.

Detail uit: Charlotte Dematons, Alfabet: de letter N, de Narwal, de nachtegaal en de nijlpaard bij nacht

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, hoofdredacteur van De Revisor en vader van twee.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum