Recensie: De oude Emma als korset voor de nieuwe

15 september 2020 , door Fleur Speet
| |

Kristien Hemmerechts schreef met Ik ben Emma een remake van het negentiende eeuwse meesterwerk van Jane Austen, spelend in Vlaanderen anno nu. Met een kritisch sausje, over onderhuids en opzichtig racisme. Dat brengt risico's met zich mee: kun je het gekoppel van een meisje in een standenmaatschappij overzetten naar het heden? Over Jane Austen hoef je Kristien Hemmerechts niets te vertellen. Ze is hoofddocent Engelse literatuur aan de Universiteit van Leuven en maakte drie jaar geleden voor Radio Klara 'Looking for Jane', een pelgrimage langs alle plekken waar Austen woonde en werkte. Hoe spannend is het dan, zo moet ze gedacht hebben, om eens te kijken hoe dat nú werkt; een moderne Emma, naar een van de bekendste romans van Jane Austen.

N.B. Lees ook een fragment uit Ik ben Emma. Eerder publiceerden we voor uit Wolf. En eerder besprak Fleur Speet Alles verandert.

Wat blijkt? In twee eeuwen tijd is de kern van de mens weinig veranderd. Of in ieder geval voor de mens die niet zoveel te doen heeft, zoals de bevoorrechte Emma Houthuys/Emma Woodhouse. De moderne Emma, woonachtig in Vlaanderen, heeft net zo'n neiging tot koppelen als haar voorbeeld; ze bracht haar vader zijn nieuwe liefde en zo wil ze ook haar buurman en haar stiefzusje wel even matchen. Als haar stiefbroer komt opdagen, denkt ze even zelf hoteldebotel te raken, maar dat is net als in het origineel niet de bedoeling. Waarna Austen gevolgd wordt - de kenner weet het - en er alsnog van verliefdheid sprake is, maar dan weer op een ander.

Zijn we het theedrinken ontwend?

Nu kun je je drie dingen afvragen tijdens het lezen van deze nieuwe roman. Ten eerste: wat zegt deze moderne ode over de Emma van Austen? Als we eerlijk zijn, lijkt Emma van Austen met terugwerkende kracht truttig, zelfs in moderne vorm:

‘“Neem jij suiker in je thee?”
“Geen suiker.”
“Seb is zoet van zichzelf, zo moet je dat onthouden.”
“Jij neemt ook geen suiker en jij bent niet zoet.”
“Ik ben wél zoet. Ben ik niet zoet, mama?”
“Jij bent mijn allerzoetste lieve Emma.”’

Zijn we het ontwend, een negentiende-eeuwse roman vol 'gevooisd' tetteren, vol gestapelde verkleinwoordjes ('voetjes masseren, verhaaltjes vertellen'), vol van de nieuwsgierigheid naar andermans weetjes, de roddels, het geslijm, de 'flauwekul' (want, denk ik als nuchtere Nederlander: hebben we niets beters te doen)? Misschien is het niet meer van 2020 om zo bezig te zijn met welke ander bij welke ander past, of om etentjes te houden waarbij mensen aan elkaar worden voorgesteld zodat ze samen een fijn leventje kunnen opbouwen. Emma is pas eenentwintig, moeten we ter verdediging aanvoeren; nog rijkelijk naïef. En nee, het gaat niet zoals in de versie van Austen alleen over trouwen, het gaat ook over seks, dus is het smeuïger. Maar zelfs in de seks is Emma bleu. Dus wat zegt dit over de Emma van Jane Austen?

Racisme

En dan komt de tweede gedachte boven: is er iets veranderd in het oeuvre van Hemmerechts? Bleef ze niet te dicht bij het origineel en deed ze zichzelf daarmee tekort? Ja, Hemmerechts schrijft altijd al sterk vanuit haar hoofdpersonen, met hun volle levens. Maar in die levens zit ook altijd iets scherps, een rand waar je je pijn aan kan doen. Door het kabbelende gepalaver over mogelijke liefdes raakt die scherpte hier op de achtergrond. Zelfs ondanks het feit dat Hemmerechts er een brandend actueel onderwerp invlecht.

Trump wordt even gekapitteld, maar belangrijker is het terloopse tot open racisme dat bij iedereen leeft, en dat zichtbaar wordt omdat het stiefzusje van Emma uit Ghana komt. Alle schakeringen van bevooroordeeld en bevoordeeld zijn komen voorbij, tot en met een collecte wanneer Malika, het stiefzusje, haar fiets is ontstolen door een stel racisten middenop straat en de hipperdepippe trendwatchende buurvrouw in de wijk aan crowdfunding wil doen voor een nieuwe fiets, maar vrijwel niets ophaalt.

Daaruit volgt dan een derde gedachte. Problematiseert Hemmerechts juist met een ironisch perspectief dat vaak onbewuste en achteloze racisme van de witte gegoede klasse? En maakt ze juist op deze manier die blinde vlek goed voelbaar? 'Het fascineert me te zien hoe mensen gevormd worden door de omstandigheden,' zegt een van de personages. 'De vraag is: veranderen mensen als je de omstandigheden verandert?' Dat de omstandigheden bepalen hoe en of mensen racistisch zijn, is logisch. Maar is verandering van denkbeelden werkelijk mogelijk?

Het wil niet echt oplichten, deze ironie, alsof er een sonore ruis in de hoofden zit. Zo hol en narcistisch als de meeste van de personages (heel modern) zijn, zo hol en narcistisch wordt onbedoeld ook het boek. Dat gevaar had Hemmerechts best kunnen afwenden met de scherpte die we van haar gewend zijn, maar niet zonder stijlbreuk met de originele Emma. Zo lijkt de oude roman een korset geworden voor de nieuwe.

Fleur Speet is literair recensent.

pro-mbooks1 : athenaeum