Recensie: Hoe De Beauvoir denker werd

27 april 2020 , door Miriam Rasch
| | |

Een kleine 35 jaar na haar dood staat Simone de Beauvoir weer volop in de belangstelling. Daar hoort ook een biografie bij die zo’n ‘grote naam’ weer inhoud geeft en laat zien waarin de uitzonderlijkheid van die ene mens schuilde, een uitzonderlijkheid die ook voor nieuwe generaties actueel wordt gemaakt. Dat is precies wat Kate Kirkpatrick doet in Simone de Beauvoir. Een leven (vertaald door Karl van Klaveren, Indra Nathoe en Michel Meynen). Een vlotte levensbeschrijving die De Beauvoir moeiteloos de 21ste eeuw in loodst.

De herontdekking

Waar komt die hernieuwde interesse in De Beauvoir en haar werk vandaan? Het heeft te maken met de nieuwste feministische golf, die grote denkers én bewegers van de vrouwenbeweging opnieuw bestudeert – en zonder enige twijfel is Simone de Beauvoir als auteur van De tweede sekse een van de belangrijkste boegbeelden van het feminisme ooit. De herwaardering van De Beauvoir kan ook worden gezien in het licht van het herontdekken van vrouwen en hun werk, zoals dat gebeurt in de gehele culturele maar ook wetenschappelijke geschiedenis. Ook De Beauvoir werd ondanks haar wapenfeiten lang niet altijd gewaardeerd, noch als filosoof, noch als schrijver, noch als mens. Kirkpatrick schrijft:

‘Haar gedachten vormden een grote uitdaging voor haar tijdgenoten. Ze werden tot zwijgen gebracht, belachelijk gemaakt en geminacht. Ze verkoos een leven waarin ze kon denken en schrijven, omdat ze haar eigen gedachten waardeerde en ervan overtuigd was dat ze vrucht zouden dragen. Op 19-jarige leeftijd schrijf De Beauvoir in haar dagboek dat “het diepste deel van mijn leven wordt gevormd door mijn gedachten.” En ondanks al het andere dat ze in haar leven was geworden stemde de 78-jarige De Beauvoir daar bijna zestig jaar later nog steeds mee in: “Voor mij was vooral mijn denken belangrijk, al het andere was bijzaak.”’

De biografie geeft nog veel meer redenen om De Beauvoir te herontdekken. Zoals haar consequent volgehouden politieke engagement en strijd voor onderdrukten, niet alleen vrouwen maar ook bijvoorbeeld de Algerijnen die zich van de Franse heerschappij moesten zien te bevrijden en de zwarte gemeenschap in wie zij zich na reizen naar Amerika verdiepte. Ze ontmoette Franz Fanon – nog iemand die tegenwoordig weer levendig bediscussieerd en vertaald wordt.

En dan de manier waarop zij haar overtuigingen trachtte daadwerkelijk uit te leven, de volstrekte verstrengeling van het persoonlijke, literaire, filosofische en politieke die zij haar vanaf haar vroegste jeugd helemaal tot aan het eind nadrukkelijk opzocht: ook dat heeft iets wat past bij onze tijd. Niet zozeer omdat wij ook allemaal zulke principiële en betrokken, strenge en zelfkritische burgers zijn – aan de ene kant zou je willen dat het zo was, aan de andere kant moet je er niet aan denken – maar omdat zij een andere manier van zijn laat zien. Zo kan het ook, spat van de pagina’s af. Het is intimiderend en inspirerend tegelijk, zoals je van een biografie hoopt (ik denk nu ook aan Benjamin Mosers Sontag). 

De bierkaaien waartegen ze vocht

Dat intimiderend-inspirerende heeft De Beauvoir gedurende haar leven ook gehad, zo wordt duidelijk, en lang niet altijd in haar eigen voordeel. Dat geldt voor veel vrouwen die hyperintelligent zijn, keihard werken en niet bang zijn van zich te laten horen. Maar dan was De Beauvoirs onderwerp ook nog eens ‘de vrouw’ – later zelfs de oudere vrouw, the horror! – en was zij degene die deze dynamiek van ongelijke verwachtingen bij vrouwen en mannen voor het eerst ontrafelde. Het is bijna niet meer voor te stellen tegen wat voor bierkaaien zij heeft moeten vechten. Ze maakte het zichzelf daarbij ook niet makkelijk, en dat wist ze dondersgoed, met haar overtuiging dat je het niet bij praten alleen kon laten, maar je principes ook in de praktijk diende te brengen. Existentialist ben je immers nooit alleen op papier, maar ook of juist in het café.

Toch bleef zij haar leven lang trouw, niet tussen de lakens maar wel in het hoofd, aan één man: Jean-Paul Sartre. Ze leerden elkaar op school al kennen en ze vormden tot zijn dood een mythisch paar, het hart van een grote ‘familie’. Dit alles natuurlijk niet in de gebruikelijke zin van het woord: de leden van de familie waren minnaars en minnaressen van Sartre, De Beauvoir of allebei en onderling, een promiscuïteit die uiteraard Simone meer is aangerekend dan Jean-Paul. Kirkpatrick heeft zich duidelijk op zitten vreten over de manier waarop De Beauvoir gedurende haar leven en tot ver na haar dood is weggezet, ofwel als niet veel meer dan ‘liefje van Sartre’, ofwel als feeks die jonge vrouwen met haar verleidingskunsten in het verderf stortte. Soms schiet ze bijna in het defensieve door als ze weer een of andere kerel aanhaalt die De Beauvoir tekortdeed in een recensie of – inderdaad erg pijnlijk – necrologie.

Strijdlust

De strijdlustigheid past bij het onderwerp en is blijkbaar ook gewoon nodig. Op Twitter publiceerde Kirkpatrick een rant toen bleek dat de gerespecteerde London Review of Books bij een stuk over De Beauvoir die ene eeuwig terugkerende naaktfoto had geplaatst; Simone gezien op de rug (eigenlijk vooral de billen). Alles waar De Beauvoir tegen ageerde gebeurt in deze foto die de vrouw berooft van haar eigen blik en van haar een object maakt voor de blik van de man. Bovendien is het ‘een foto genomen zonder toestemming’, aldus Kirkpatrick.

In De Groene Amsterdammer beklaagde filosoof Ruud Welten zich over het feit dat in Waarom ik van Simone de Beauvoir houd, een bundeling brieven aan Beauvoir van hedendaagse Nederlandse schrijvers, alleen vrouwen hun liefde mochten verklaren. Zo wordt ze toch weer weggezet als schrijver van vrouwenboeken, stelde hij – al is het met de beste bedoelingen. 

Het leven, het worden

En dat terwijl Simone de Beauvoir niet alleen vrouwenrechtenactivist was maar ook filosoof. In haar filosofie draaide alles om de vrijheid, het worden (nog een reden waarom zij bij onze tijd past). Vrijheid is niet in het bezit van mannen en is niet een probleem van vrouwen. Het is dat waar ieder mens in zou moeten delen. De Beauvoir zette zich af tegen filosofieën die systemen bouwen – wat er ongetwijfeld voor heeft gezorgd dat ze minder serieus werd genomen – en haar vrijheidsbegrip berust dan ook op het onbepaalde, het niet-systematische en het wordende.

In het twee jaar geleden opnieuw uitgebrachte Pleidooi voor een moraal der dubbelzinnigheid [mijn recensie], dat verscheen in 1947 en dat decennialang is geframet als onorigineel aanhangsel bij Sartres Het zijn en het niet, zet ze die scherpe en nog steeds hoogst actuele mens- en levensfilosofie uiteen. Uit Becoming Beauvoir, zoals de Engelse titel van deze biografie luidt, blijkt overduidelijk dat de vrijheid en alles wat daarbij hoort, van zelfkritiek, twijfel en mislukking tot passie, wilskracht en verandering, een constante kan zijn die samenhang aanbrengt in de chaotische contingentie van een mensenleven.

Ik had graag meer gelezen over deze filosofie, maar daar zijn andere boeken voor. De kracht van dit boek zit hem juist in de vaart ervan. De nadruk ligt op de intimiteit van de brieven die Kirkpatrick kon gebruiken, afgezet tegen het leven in de openbaarheid waartoe De Beauvoir zichzelf veroordeelde. Nog een goede reden om De Beauvoir te bestuderen, zowel haar werk als haar leven. Want denken mag het allerbelangrijkste zijn, zonder leven is er niets van belang om over na te denken en te schrijven. Daar begint het.

Miriam Rasch studeerde literatuurwetenschap en filosofie en werkt als onderzoeker en docent media/filosofie bij de Hogeschool van Amsterdam. Vorig jaar verscheen bij De Bezige Bij haar essaybundel Zwemmen in de oceaan. Berichten uit een postdigitale wereld [fragment]Meer op miriamrasch.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum