Recensie: Je hebt evenveel gezag als je zelf grijpt

16 november 2020
| |

De Amerikaanse professor en essayist Katie Roiphe komt met een nieuw boek, waarin ze meer van haarzelf laat zien dan ooit. Hoewel The Power Notebooks. Aantekeningen over sterke vrouwen autobiografisch is - het zijn opgetekende herinneringen uit haar leven - is het bijna literatuur. Het leest althans zo, en prikkelt door de analyses van het machteloze gemoed.

Vernedering en machteloosheid

Roiphe was lang aangeschoten wild. Haar vragen over het drank- en drugsgebruik van studentes die verkracht waren, gesteld in haar debuut uit 2001, schoten in het verkeerde keelgat. Ze werd, net als Camille Paglia in het verleden, verfoeid door de feministische kritiek. In 2018 ging ze nog een keer over de tong, toen ze tijdens #metoo de Shitty Media Men-lijst openbaar zou maken, waarin vrouwen aanklachten tegen seksueel misbruik in de mediawereld hadden verzameld. Op Twitter en Facebook doet de waarheid niet ter zake en etiquette evenmin. In The Power Notebooks staan een aantal van de uitlatingen, die ook verschenen in kranten en tijdschriften die klaarblijkelijk bang werden van de lijst. Pijnlijke kost, die Roiphe hier zonder verder commentaar publiceert.

Het toont de kracht van Roiphe als eigenzinnig denker, niet voor niets ook directeur van de vakgroep Cultural Reporting and Criticism aan New York University. In The Power Notebooks onderzoekt ze machteloosheid en vernedering. Hoe ze als jonge moeder met haar baby uit de auto werd gezet door haar man, en naar huis moest lopen. Hoe ze dat liet gebeuren. En hoe ze machteloos alle bovengenoemde aantijgingen en meningen over zich heen laat komen en niet als Mary Beard met iedereen in gesprek gaat en een foto kan posten waarop ze huilt, omdat ze niet eens bij haar tranen komt van oprechte verbazing over zoveel vunzigheid. Hoe ze het huwelijk machteloos tegen laat vallen, terwijl ze er deel van uitmaakt. Het zijn allemaal situaties waarin ook zij verantwoordelijkheid heeft, net zoals studentes zelf bepalen of ze wel of geen drankje nemen. Net zoals ze toch bleef bij die veel oudere leraar toen ze zestien was, en met hem op de bank belandde.

Maar door erover te schrijven verdwijnt de machteloosheid. De afstand van de taal maakt dat ze erboven komt te staan en de baas wordt over het verhaal. Het combineren van uitersten, van kracht en kwetsbaarheid, maakt haar zelfs de morele winnaar.

Geen verontschuldigingen

Roiphe analyseert dus hoe taal de realiteit kan overwinnen, en hoe dat instinctief werkt met schrijven. Voor vrouwen gelden dan wel andere regels. Vrouwen verontschuldigen zich voordat ze hun mening geven, stelt ze, waarna een waslijst aan citaten volgt van niet de minste schrijfsters: Virginia Woolf, Mary McCarthy, Zadie Smith, Joan Didion. Allemaal verlagen zij zich eerst, of stellen zich kwetsbaar op, om maar niet arrogant gevonden te worden. ‘Dat is het gangbare wisselgeld bij vrouwen onderling, we hebben amper door dat we het doen,’ zo schrijft Roiphe.

Anders wordt de arrogantie het onderwerp van gesprek, niet de inhoud van de geponeerde stelling. De boodschap moet kortom in inpakpapier gewikkeld worden om aan te kunnen komen.

Roiphe doet daar niet aan. Ze dweept niet, ze hoeft niet aardig gevonden te worden, ze verontschuldigt zich niet voor haar daden. Wel analyseert ze zo droog mogelijk wat ze doet en waarom. Zoals dat ze blokhakken draagt en daarmee op de stoep struikelt met een baby in haar armen, waarna bloed en blauwe plekken haar erop wijzen dat ze aantrekkelijk probeert te zijn voor een ander. Niet voor haarzelf.

Droge eerlijkheid met literaire kracht

Roiphe schrijft in een pregnante, literaire stijl met rake metaforen. Als een romancier tekent ze haar personages: ‘Ze zit in haar eentje ineengedoken bovenop haar valiumberg.’ Ze is zuinig met woorden, schraapt weg wat overbodig is en voegt milde humor en vertwijfeling toe, waardoor ze de lezer inpakt. The Power Notebooks is een rustig, scherp en essayistisch-autobiografisch portret, waarvan je je kunt afvragen in hoeverre het autobiografische fictie geworden is. Maar wat doet het ertoe hoe echt het verhaal is? Of het inspireert, dat is de vraag. Alleen al een zin als deze doet dat: ‘Ik ben inmiddels van mening dat je evenveel gezag hebt als je zelf grijpt’.

Roiphe onthoudt stukjes uit boeken die ze gelezen heeft, waardoor de herinneringen doorspekt zijn met citaten die aanhaken bij haar eigen bestaan. Ze maakt zich de literatuur eigen, ze legt er haar levensdraad langs met al haar gebreken. Daarin lijkt ze wel wat op Olivia Laing, die zichzelf meenam in haar studies over anderen (wat Roiphe trouwens ook al deed in haar vorige boeken en in haar laatste boek The Violet Hour, over haar angst voor de dood).

Haar eerlijkheid is ontwapenend en haar nuchtere worsteling met haar machteloosheid doet je partij voor haar kiezen. Roiphe zet subtiel op scherp. Ook al schrijft ze: ‘Als ik niet genoeg zwakte toon, ben ik onsympathiek. Als ik te veel zwakte toon, ben ik onsympathiek.’ Roiphe hoeft niet sympathiek te zijn om gehoord te worden. Roiphe hoeft alleen maar te analyseren. En dat doet ze loepzuiver, inspirerend en fraai.

Fleur Speet is literair recensent.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum