De Japanse schrijver Kenkō was een veertiende-eeuwse hoveling die zich later uit het hof van de keizer terugtrok om een soort kluizenaar te worden. Geïnspireerd door het Hoofdkussenboek, een verzameling notities van een tiende-eeuwse Japanse hofdame, besloot hij op te schrijven wat hij zich herinnerde, anekdotes en wijze lessen die hij onthouden had, wonderlijke zaken die hij gezien had, enzovoorts. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Wat lijkt het waanzin om in mijn ledigheid hele dagen achter mijn inktsteen door te brengen en zomaar, lukraak, de eerste gedachten op te tekenen die in me opkomen...’ Hij deed het toch, en dat resulteerde in Tsurezuregusa (nu vertaald door Jos Vos als De kunst van het nietsdoen), een bundel die later een Japanse klassieker zou worden.
N.B. Lees een fragment uit De kunst van het nietsdoen, vertaler Jos Vos over het Hoofdkussenboek, en Luk Van Haute, ook vertaler, maar vooral de auteur van Japan. Schetsen uit het leven, die zich door Kenkō liet inspireren. Plus: De kunst van het nietsdoen is een van onze Vakantiegeluksboeken voor deze zomer.
Om de zoveel tijd neemt Kenkō lijstjes en opsommingen op, bijvoorbeeld ‘Zeven redenen om mijn eigen lof te zingen’. Geïnspireerd daarop hier drie redenen Kenko niet te lezen en zes om hem wel te lezen.
En na die opsomming volgt nog deze opmerking: 'Hoe overvloedig ook, boeken op een boekenwagentje en afval op een afvalhoop zijn niet weerzinwekkend.'
Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. In 2014 verscheen zijn boek Kleine filosofie van het rijtjeshuis [fragment] en onlangs kwam zijn Thuis. Filosofische verkenningen van het alledaagse uit [fragment]. Hij heeft ook een website: Pieterhoexum.wordpress.com.