Recensie: Rodham raakt aan grote vragen

07 juli 2020 , door Marij de Wit
| |

In haar nieuwe roman Rodham, nu vertaald door Inge Kok, onderzoekt Curtis Sittenfeld hoe het Hillary Clinton zou zijn vergaan als zij nooit met Bill Clinton was getrouwd. Dat resulteert in een belangrijk verhaal over liefde, seksisme, keuzevrijheid en ambitie.

Een precaire ambitie

‘Hebt u weleens iemand gezien met een tatoeage in het gezicht? […] als u op tv komt, moet u zich voorstellen dat u een enorme tatoeage op uw gezicht hebt. U bespreekt de gezondheidszorg, maar de mensen kunnen nauwelijks luisteren omdat ze steeds denken: waarom heeft ze die tatoeage daar? Zo vreemd vinden mensen dus een vrouw die president wil worden.’

Hillary Rodham is feministisch, intelligent, vastbesloten en uitermate geschikt voor het politieke ambt. Toch wordt permanent aan haar kunnen getwijfeld, en wel omdat ze vrouw is. Mensen oordelen harder over vrouwen dan over mannen, zijn minder vergevingsgezind. Als jong meisje al kreeg Hillary te maken met volwassen mannen die haar te brutaal vonden, als zij in een debat haar stem verheft wordt ze als hysterisch of kattig weggezet.

Sittenfeld laat zien hoe precair het koesteren van ambitie is voor een vrouw: het uitspreken van een zo enorme wens als president van de Verenigde Staten worden was voor een vrouw lange tijd ondenkbaar. In Rodham ontdekken Hillary en de lezer gaandeweg dat dit eigenlijk altijd al haar verborgen wens is geweest, en dat alle keuzes die zij eerder maakte, al het harde werk dat ze verzette achteraf bezien stappen waren op weg naar dit doel.

Een wezenlijk andere wending

Het zijn de mannen die haar ambities een leven lang bedreigen, en in het bijzonder één man: Bill Clinton. Hillary en Bill ontmoeten elkaar in de studentenhuiskamer van een gezamenlijke vriend. Bill, door Sittenfeld geïntroduceerd als iemand ‘die meer zuurstof gebruikte dan waar hij recht op had’, is intelligent, groot en charismatisch, en oreert aanstekelijk over de reusachtige pompoenen die in zijn thuisstadje Hot Springs worden gekweekt. Een paar dagen later merkt Hillary in de bibliotheek dat Bill naar haar kijkt, haar blik probeert te vangen. Ze stellen zich aan elkaar voor en maken een afspraakje. Vanaf dat moment gaat het snel, ze worden verliefd en Hillary besluit na hun afstuderen met Bill mee te verhuizen naar zijn thuisstaat Arkansas, ondanks de vele adviezen van haar vrienden die denken dat dit slecht voor haar carrière zal zijn.

Bill is er al zeker van dat hij de politiek in wil, en heeft het soms zelfs al over het presidentschap. Hoewel Hillary heel veel voor hem overheeft en hun levens en ambities wil proberen te verenigen, ontdekt ze al snel dat Bill haar bedriegt. Dan staat ze voor de vraag of ze bij hem moet blijven: wil ze echt een leven met Bill, op wie ze verliefd is en die haar intellectueel uitdaagt, maar die ook garant staat voor een leven vol waarschijnlijke ontrouw, waarin haar ambities alleen kunnen bestaan als ze binnen zijn dromen passen?

Het is pas hier, vrij ver in het boek, dat het leven van de Hillary uit Rodham een wezenlijk andere wending neemt dan dat van de Hillary in onze werkelijkheid. Ze verlaat Bill, wordt hoogleraar aan Northwestern University, daarna senator en uiteindelijk doet ze mee als kandidaat voor het presidentschap, met –natuurlijk- volop mannelijke tegenstanders. Hillary hertrouwt niet, krijgt geen kinderen en wijdt zich vol overgave aan haar ambities.

Feit en fictie

Sittenfeld maakt het spannend. Ze houdt de lezer continu bij de les door feit en fictie kundig door elkaar te weven: ze haalt echte momenten aan die bij velen in hun geheugen gegrift staan, vervangt een paar elementen hierin, en laat zo zien hoe anders alles had kunnen gaan. Rodham is ook een kritiek, een kritiek op de manier waarop we met vrouwen in het publieke oog omspringen. 

Het beeld van Hillary als berekenend en kil wordt hier behoorlijk ontkracht; Sittenfeld zet haar neer als een zeer gelaagd personage, met grote innerlijke conflicten, verlangend naar seks en liefde én naar macht en status, alles tegelijkertijd. Als lezer ga je van haar houden, van Hillary’s heldere stem, haar perspectief op de wereld om haar heen, en je voelt je heel dichtbij haar staan en begrijpt haar overwegingen. Haar keuze om bij Bill weg te gaan is bijvoorbeeld geen weloverwogen besluit, ‘de marge tussen blijven en weggaan [was] heel klein. Het had echt beide kanten op kunnen gaan’.  

Zo dwingt Sittenfeld je niet alleen tot begrip voor de Hillary die wegging, maar ook voor de echte Hillary - die toevallig wél bleef.  Met dit meeslepende spel van feit en fictie raakt Rodham aan grote vragen: wat is ambitie, en hoe combineer je dat als vrouw met je verlangen naar liefde? En: in hoeverre maken we zelf keuzes, hebben we grip op ons leven en de richting die dat aanneemt -of dendert het eigenlijk allemaal maar voort en vinden we onszelf aan het einde ergens waarvan we onszelf wijsmaken dat het zo moest zijn?

Een belangrijk verhaal

Sittenfeld geeft ons met deze alternatieve geschiedenis van Hillary’s leven niet alleen een prachtig verhaal over toeval, liefde en het leven van een vrouw in een veranderende tijdsgeest, maar ze laat ook zien hoe ontzettend moeilijk het is om als vrouw een zichtbare rol in te nemen in de publieke ruimte. Rodham is een belangrijk verhaal over seksisme, over feminisme, over hoeveel harder wij vrouwen veroordelen dan mannen, en over hoe dat alles ook nu nog helaas meer dan actueel is.

Want hoewel Rodham ons een alternatieve werkelijkheid voorschotelt waarop ook van alles af te dingen is, toont het bovenal hoe krankzinnig het is dat er nu, anno 2020, in onze werkelijkheid nog altijd – nee, nog stééds - geen vrouwelijke president van de Verenigde Staten is geweest.

Marij de Wit (1989) is programmamaker bij SPUI25 en schrijft over boeken.

pro-mbooks1 : athenaeum