Recensie: Een knappe, benauwende roman

07 mei 2021 , door Daan Stoffelsen
|

Een vergelijking is snel gevonden. Bijvoorbeeld: als gevangenisboek is Confrontaties intenser dan Christine Ottens Een van ons, en als studie van geweld benadert het Walter van den Bergs Van dode mannen win je niet en Peter Middendorps Jij bent van mij. Maar appels, peren, citroenen. Simone Atangana Bekono’s romandebuut is in ieder geval in die beeldspraak geen knol: het is een knappe roman over een meisje in jeugddetentie. Dat meisje werd gepest, ze sloeg terug (maar hoe hard, dat komen we pas laat in het boek te weten, in een geweldige scène), ze werd gestraft en moet zich nu aan allerlei regels houden en in therapie bij een man die in een soort Groeten uit de Rimboe figureerde. Een racist, vindt ze.

N.B. Deze bespreking is doorgeplaatst van De Revisor. Lees ook een fragment uit Confrontaties en lees meer over de andere genomineerden voor de Libris Literatuurprijs 2021.

'Hangend boven dat water, geobsedeerd door zichzelf'

Hij vindt van niet, dat zegt hij ook, maar na een aantal uit de hand gelopen sessies legt Salomé – gymnasiast – aan de hand van de mythe van Narcissus uit dat je dat van jezelf kunt zeggen, maar dat daarmee niet het laatste woord gezegd is.

‘“Ik bedoel gewoon te zeggen,” zeg ik, en ik kijk niet naar Frits, ik kijk naar buiten, naar de grassprieten die teer en groen zijn, die meebewegen met de wind, “dat jij niet weet hoe je er voor mij uitziet.”
“Dat is volgens mij niet de les die je leert uit dat verhaal.”
“Nee, klopt,” zeg ik. “Maar ik vraag me altijd af hoe het was geweest als Narcissus had geweten hoe hij eruitzag. Hangend boven dat water, geobsedeerd door zichzelf.”’

Ik vind dat een geweldige draai aan het cliché van de klassieke mythe. Zo wordt Salomé niet alleen door die Griekse mythe bezocht, maar komt tijdens haar dromen en malen menig oud verhaal langs, gemengd met uitspraken van haar zus, haar vader, die therapeut. Maar vooral: deze omkeervraag bij Narcissus is natuurlijk ook op Salomé toe te passen. En op haar pesters, die opeens slachtoffer werden.

Atangana Bekono zit heel dicht op de huid van haar hoofdpersoon, maar creëert zo heel subtiel ook afstand, waardoor je na kunt denken of Salomé slachtoffer is van een koloniaal patriarchisch systeem, van racisme, of van pesten. Want ze was een van de weinig gymnasiasten van kleur, maar ze was ook een buitenbeentje. En of dat veel uitmaakt, want je sympathie wordt niet radicaal omgegooid. Maar Atangana Bekono geeft je de ruimte om buiten het verhaal door te denken.

'Het krijst. Het bloedt'

Confrontaties is een benauwende weergave van een jeugdgevangenis en de tijd daarna, een zoektocht naar het waarom en hoe je te rehabiliteren als brave gymnasiast. En een onderzoek naar geweld. Ja, zo wordt die geweldsscène aangekondigd:

‘Als ik in de schuur op papa’s boksbal sloeg klonk er altijd muziek, maar dit is iets wat niemand me vertelde: vechten is heel stil. Alsof het publiek wacht op een orkest maar het orkest is nerveus, laat steeds zijn instrumenten vallen, dat geluid van die vallende instrumenten is dan de muziek. Soms een ah als een trommel tussen vingers door glipt, soms een valse noot van de trompet, een gilletje.
Ik ben niet per se sterk. Ik vocht gewoon om al het slechte. Het seizoen van het slechte, van slecht nieuws.
In de Griekse tragedies komt het slechte nooit alleen. Het wordt aangekondigd door een boodschapper en iedereen weet al meteen hoe het stuk gaat lopen. Het is altijd dit plus dit plus dit, als een golf, als een stroming, hele generaties die gevangen zijn in noodlotten, vervloekt. Ze hoeven niet zo te zijn maar ze weten niet beter. Moet je nagaan, zei mevrouw Doormans, al die tragiek!
Het blijft maar bloeien, schuimend opkomen, met volle kracht waaien. Het blijft maar takken van bomen rukken en de daken van huizen doen instorten. Het krijst. Het bloedt. Net zoals toen.’

In die afwisseling van oorspronkelijke observaties (vechten is heel stil), persoonlijke interventies, die Griekse mythologie en dan die angstaanjagende lyriek toont zich een groot talent, en dit is nog maar haar eerste roman, en vervolgens ontvouwt zich die scène, steeds harder, steeds directer en opeens zijn de hoofdletters verdwenen en is er alleen maar ervaring.

Dit is een boek om te herlezen, om te bespreken, voor lezers en leesclubs en klassen. Een boek dat een bekroning waard is.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en hoofdredacteur van De Revisor.

pro-mbooks1 : athenaeum