Recensie: Een lofrede voor Rozalie Hirs, oneindige zin

02 november 2021 , door Thomas Möhlmann
| | |

21 oktober werd bij Athenaeum Boekhandel aan het Spui de nieuwe bundel van Rozalie Hirs, oneindige zin, gepresenteerd. Vandaag mogen we Thomas Möhlmanns lofrede voor haar publiceren.

kus me met je kussen de kussen van je mond je adem uitgegoten
naam van de geliefde die zich verspreidt als vanzelf zo geliefd ben jij

Van de verbeelding en de droom naar het huis, de tuin, de stad, het bos, het wijde web, het heelal: inoneindige zinreist Rozalie Hirs langs de vloeiende taal van binnenwerelden die overloopt in buitenwerelden. Door naar ultieme mogelijkheden te tasten, brengt Hirs een liefdesverklaring aan de taal.
Samen met de cyclische natuur van dag en nacht, seizoenen, getijden en gestalten van de maan viertoneindige zinhet leven, zingend, dansend.

trek me snel mee laat ons weggaan heel ver weg hand in hand
zingt het hoogste lied zijn liedjes verbrijzelen stenen dan weer tovert

N.B. Eerder publiceerden we voor uit verdere bijzonderheden.

 

Een indrukwekkende compositie van adem en avontuur

Lieve Rozalie en mooie overige aanwezigen,

Welkom allemaal in boekhandel Athenaeum.

Ik sta hier vanavond zoals iedereen hier als lezer en liefhebber van Rozalies gedichten,
ook zoals de meesten van u als vriend,
zoals sommigen onder u als collega-dichter,
maar als enige onder ons als haar redacteur.

Als de trotse redacteur van haar nieuwste bundel, oneindige zin, die ons hier vanavond bijeenbrengt.

Het is sinds haar debuutbundel Locus uit 1998 haar zevende bundel bij Querido, maar de eerste die ik vanuit de uitgeverij mee mocht helpen te maken. Wat een groot plezier was, misschien wel juist omdat we elkaar al wel een beetje kenden, maar nog niet op deze manier.

De relatie die je als dichter en redacteur met elkaar aangaat, is een heel specifieke, waarin je eigenlijk wederzijds probeert zoveel mogelijk van elkaar te profiteren. Van elkaars gekende of verhoopte kwaliteiten en van elkaars betrokkenheid op datgene wat je samen probeert te laten ontstaan. Namelijk de beste bundel tot nu toe. Op z’n minst de beste bundel die de dichter tot nu toe had kunnen maken.

En dus kan ik over oneindige zin gelukkig alvast geheel bevooroordeeld zeggen dat het wat mij betreft absoluut Rozalies beste bundel tot nu toe is.

Maar ook als onbevooroordeelde lezer en liefhebber zou ik dat zeggen. Ik denk dat oneindige zin een hoogtepunt is in de ontwikkeling van Rozalies dichterschap. Misschien tegelijkertijd ook wel in haar menszijn. Want hoezeer ik het scheiden van de persoon van de dichter en de gedichten van de dichter ook toejuich, en zonder dat het bij Rozalie ooit ook maar ergens human interest-achtige trekken aanneemt: ik denk wel dat dichterschap en menszijn bij Rozalie sterk samenhangen. En dat we met deze bundel dus zijn aanbeland bij de tot u toe boeiendste halte in haar ontwikkeling.

Een ontwikkeling die ook al bij verder bijzonderheden vier jaar geleden werd ingezet. En eigenlijk ook al in gestamelde werken vijf jaar daarvoor waarneembaar was. En ja ook bij Geluksbrenger weer vier jaar eerder al zou kunnen worden vastgesteld… 

oneindige zin is weer menselijker (of moet ik zeggen: humaner) dan voorheen, en meer lyrisch ook op een manier die goed te volgen blijft, hoewel er bij alle relatieve helderheid gelukkig nog veel raadselachtigs overblijft.
Het is Rozalie met oneindige zin gelukt om een indrukwekkende compositie van adem en avontuur te scheppen, om te bedwelmen, te benoemen, om het leven aan te zingen.
Van de uitnodiging tot kwetsbaarheid aan het begin van de bundel tot aan de plekken waar seks, taal en magie samenvallen, waar een huis hoe dan ook onder of tussen de sterren kan staan. Waar alle mogelijkheden mee-ademen in een mogelijk heden.

Als collega-dichter durf ik hier vanavond best te benoemen wat Rozalie en ik geloof ik allebei als kern en fundament van al het ondermaanse gewemel beschouwen, namelijk: de liefde. Of preciezer misschien: de alles voortstuwende kracht van de liefde.
Ik moet jullie daar gewoon alvast iets van laten horen:

tussentijd

volgt het goud zo goed als klaarwakker schaamgestreken
morgen onontgonnen archief van terloops geluk

op blote voeten rakelings langs daad aan stukken daags
verzuchtend veelvuldig zaad het sprakeloze pas in aarzelende

geschiedenis van duizenden gezichtspunten in het stof happen
naar adem of erger bereide hartslag in de handeling

dit rampzalige leven verschijnt te midden van de feesten
van mensen die van ganser harte schitteren en meer schenken

dan ze bezitten zomaar uit zichzelf die schoft van een buitensporig
prachtige lenteling ons tegemoetziet in zijn wording

Gaaf hè? Hier zette ik bij de slotregels gewoon maar een breed smiley-icoontje neer. Soms was mijn kantlijncommentaar onderweg wat uitgebreider. ‘Wel nogal gemarkeerd’ bijvoorbeeld bij de ‘elementaire deeltjes’ die Rozalie gewoon lekker in het gedicht ‘passage’ heeft laten staan. Of: ‘Dichter is god?!’ bij ‘naar je gelijkenis’. Of: ‘Mooie beweging van kosmisch naar menselijk naar universeel categoriserend hier.’ Of bij een van de gaafste gedichten: ‘Hier zijn abstractie en zegging 100% in evenwicht.’
Het was een enorm plezier om het manuscript te zien muteren, vooral om te zien wat veranderde en wat al helemaal goed bleek, en zo bleef.

Ik denk echt dat het waar is wat dichter Joost Baars eens in het AD zei, namelijk: ‘Elke vezel van Hirs’ dichterschap zegt ja tegen de wereld waarin we worden geworpen.’
Ik denk echt dat Rozalies gedichten helpen om je met het leven te verzoenen en te vereenzelvigen. Om samen te vallen met je adem en je tentakels. Om tastzin en woorden te stemmen en af te stemmen. Om binnen en buiten te laten rijmen.
Ik denk echt dat dit nog niet eerder zo vloeiend en pregnant tegelijk gelukt is als in oneindige zin.
Ik denk kortom écht dat het goed voor je is om deze bundel te lezen.

(En nou: wat een mazzel dus dat straks niet alleen de wijn ontkurkt maar ook de kassa geopend zal zijn en we voorlopig voldoende exemplaren in huis hebben!)

Ik heb u tot nu toe als lezer, als collega-dichter en als redacteur denk ik voldoende over deze bijzondere bundel gezegd.

Rest mij alleen nog om Rozalie als vriend zeer van harte met dit prachtwerk te feliciteren.
En jou, lieve Rozalie, hierbij het zogenaamde eerste exemplaar aan te bieden.

Ik hoop dat je ons er wat moois uit wilt voorlezen.

En ik stel voor dat we daarna een glas heffen op het leven in het algemeen, en op Rozalies poëzie in het bijzonder!

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum