Recensie: Magische en herkenbare Biegelverhalen

19 juni 2021 , door Daan Stoffelsen
| | |

Kinderen krijgen? Dat was, grapten wij, alleen maar een excuus om kinderboeken te kopen. Nu de kinderen groot worden, valt hun interesse voor de jongste voorleesboeken weg, en ontstaat bijna een nieuwe kinderwens. Toch maar in mijn eentje lezen dan: het Groot Biegel Sprookjesboek, met illustraties van Charlotte Dematons, is een klassieke bundeling van lieve, magische, herkenbare verhalen voor jonge kinderen. Met kabouters, vleugels en een toverhoed, maar vooral met kinderen en verbeelding.

Ja, het zijn lieve verhalen - anders dan de 'echte' sprookjes die Dematons van Grimm illustreerde - met zoete, goed doseerde tekeningen. Het boek is sowieso prachtig uitgevoerd, met leeslint, emblemen boven elke pagina, een sterrenhemel op de schutbladen en Dematons' beeld niet zelden paginagroot. En wie moet bedenken wat zijn favoriete verhaal is, hoeft alleen even naar het omslag te kijken, dat Dematons met een Alfabet-achtige groepstekening vulde. Oh ja, die jongen die vleugels kreeg. En oh! Die dieren die de jager schoten en begroeven. De nevelkindertjes! De toverhoed! De eekhoornmannetjes! (Maar waar heeft ze de gebroeders Kietelklauw getekend?)

Niet elk verhaal boeide me evenveel, dat een zwaan naar de sterren vliegt voor gezelschap en een sterrenbeeld werd, of dat een meisje en een jongen een gouden bal overwerpen, dag in dag uit, of de paar dierenverhalen. Maar beschrijven hoe gewone kinderen (en een enkele oude man) ongewone dingen mee kunnen maken, dat doet Biegel prachtig.

'Gauw terug, dacht Madelief, en ze holde het kronkelpaadje weer af. Gelukkig, daar stond de mand nog, maar in plaats van verder te hollen bleef Madelief stokstijf staan. Om de mand heen wemelde het van de mannetjes. Kleine mannetjes, kabouters. Ze scharrelden om de mand heen, ze kropen ertegenop, ze klommen erin, ze zaten aan het brood, ze sabbelden op zuurtjes.'

Het zijn de mannetjes van het wolkenschip, en ze hadden honger. '"Mag ik een keer mee?" vroeg Madelief. "Misschien, misschien," zeiden de mannetjes. "Ajuus en dank je wel! Ajuus!"' Magisch.

Ook de Biegeltaal ontbreekt niet. Er is een drietal rovers, ditmaal vogels: Hip, Wip en Nipperdenipsi Pip. Er zijn vissen als de volle-bolle-rolbuikvis, de slippe-slappe-sliereslak, de kwaje-graaihaai, de kalme-talmzalm en de fon-jon-bong-jongtong. Er is, ten slotte, ontroering en verrassing, ook nog voor die twee lezers die De kleine kapitein, Het sleutelkruid, De vloek van Woestewolf, Virgilius van Tuil en nog zo wat boeken al verslonden hebben. Die keerden namelijk terug van hun aanvankelijke desinteresse. 'Een heel mooi boek,' zei de zevenjarige na een paar verhaaltjes tussendoor, en de negenjarige las het al integraal en beveelt vooral 'De drie dwergen' aan, over drie versteende muzikantjes. 'Hebben jullie die al gelezen,' vraagt ze nu telkens aan mij en de zevenjarige. We gaan hem herlezen!

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, hoofdredacteur van De Revisor en vader van twee.

pro-mbooks1 : athenaeum